Hieronder een korte weergave over hoe je bij iemand met loondispensatie (bijvoorbeeld een Wajonger) toch de juiste reservering vakantietoeslag en eindejaarsuitkering kan berekenen. De meeste werknemers met loondispensatie verdienen minder dan het minimumloon, maar als je niets aan de berekening doet zal voor die werknemers wel een reservering vakantiegeld en reservering eindejaarsuitkering worden berekend op basis van het minimum. In die berekening van minimum vakantietoeslag en eindejaarsuitkering speelt het aantal verloonde uren een rol.
Bij een werknemer met loondispensatie speelt ook verdiencapaciteit een rol. Als je die verdiencapaciteit ook mee laat wegen in de berekening van reservering vakantietoeslag en reservering eindejaarsuitkering, dan wordt de juiste reservering berekend.
Om dat te realiseren is het nodig om 2 loonfactoren in te richten:

• Eerste loonfactor: "Loondispensatie percentage"
  - Resultaat loonfactor = 178
  - Percentage = 1
• Tweede loonfactor: "Loondispensatie uren"
  - Soort = X
  - Resultaat loonfactor = loonfactor van loondispensatie percentage
  - Percentage = 100
  - Basis vakantietoeslag = Urenteller
  - Basis eindejaarsuitkering = Urenteller

Bereken Loondispensatie percentage: = (100 - verdiencapaciteit) * -1
Geef dat berekende percentage op als vaste loonfactor. Bijvoorbeeld -40.
Als gevolg van deze inrichting wordt het aantal Loondispensatie uren berekend (= -26 in voorbeeld) die in mindering worden gebracht op het aantal "Uren vakantietoeslag" (loonfactor 101) en het aantal "Uren eindejaarsuitkering" (loonfactor 209). 
Voorbeeld uitgewerkt:
Loonfactor 178 (verloonde uren) = 65.
Berekening loondispensatie uren (die tweede ingerichte loonfactor dus) = 65 * -40% = -26
Ook de reservering vakantietoeslag (loonfactor 100) en reservering eindejaarsuitkering (loonfactor 212) zullen dan evenredig omlaag gaan. Want in de berekening van het minimum wordt gerekend met 26 uur minder.