Eigen rapporten beschikbaar stellen

Eigen rapporten beschikbaar stellen

Er zijn veel standaard rapporten beschikbaar, die qua lay-out vanuit de inrichting kunnen worden aangepast. Daarnaast kunnen nieuwe rapporten worden ontwikkeld en beschikbaar worden gesteld.

Inrichting aanpassen

1. Rapport instellingen

Rapport instellingen kan worden aangepast, indien het standaard rapport prima is, maar er meer moet uitzien volgens de huisstijl van de zorginstelling (logo, lettertype, lettergrootte, voettekst).
Hiervoor kan het ' Custom theme' worden aangepast. Dit scherm is binnen het EPD te vinden onder Inrichting - Rapporten en Analytics.


2. Rapport inrichting

Rapport inrichting moet worden aangepast, indien er nieuwe eigen gemaakte rapporten beschikbaar gesteld moeten worden binnen het EPD.
Dit scherm is te vinden onder Inrichting - Rapporten en Analytics.



Rapport toevoegen

1. Locatie van het rapport is belangrijk!
    Eigen gemaakt rapport moet geplaatst worden in Gedeelde mappen/Klant_Rapporten. Locatie van standaard rapporten is niet aan te passen
   

2. Einddatum kan worden ingevuld om een rapport uit te schakelen

3. Eigen omschrijving kan worden toegevoegd die getoond wordt in de tooltip in het EPD en in de correspondentiemodule.


Rapport aan module koppelen
Na het toevoegen van het rapport in het EPD, moet het nog gekoppeld worden aan een module om het rapport zichtbaar te maken.
Kies voor type 'pdf'. Eventueel kan het rapport standaard worden opgeslagen in een bepaalde rubriek van de correspondentiemodule. Deze optie is met name interessant voor het behandelplan rapport.

Eigen rapport ontwikkelen

Rapporten worden ontwikkeld op een aparte omgeving. De link om deze omgeving (... Rapporten) op te starten komt qua begin overeen met de link om het EPD op te starten en eindigt met xmlpserver, https://....userepd.nl/xmlpserver

1. Open de catalogus
2. De standaard rapporten staan in de folder USER_Rapporten. Standaard rapporten kunnen niet zelf aangepast worden, maar kunnen wel gekopieerd worden naar Klant_Rapporten
3. De eigen rapporten staan in de folder KLANT_Rapporten. Deze kunnen worden aangepast.
     

Een rapport is opgebouwd uit een datamodel en uit een template. De data wordt gehaald uit de online database van het EPD, de template kan zelf samengesteld worden. 

Er zijn standaard datamodellen beschikbaar die gebruikt kunnen worden bij de ontwikkeling van nieuwe rapporten. Deze datamodellen houden standaard rekening met de parameters die vanuit de modules in het EPD worden meegegeven. Documentatie van de datamodellen wordt standaard mee uitgeleverd met de release notes van het EPD. 

Rapport genereren
Een rapport bestaat uit 3 onderdelen:
1. Datamodel
    Welke gegevens komen in het rapport.
    De standaard datamodellen kunnen worden gebruikt.
2. Layout
    Hoe ziet het rapport eruit?
    Standaard worden hiervoor (bijna) alleen maar RTF templates gebruikt.
3. Eigenschappen
    In welk formaat moet het rapport gemaakt worden, bijv. landscape, portrait?

1. Datamodel

  1. Een datamodel bevat een gegevensset met een specifiek thema, bijvoorbeeld behandelplan_gm
  2. Alle datamodellen zijn te vinden in de catalogus onder Gedeelde mappen/USER_Datamodellen
  3. Een datamodel bevat parameters die, afhankelijk van waar je binnen het EPD bevindt, vanuit het EPD worden gevuld.
  4. Datamodellen die rechtstreeks op de database van het EPD werken kunnen niet door de zorginstelling zelf worden aangepast.
  5. De inhoud van de datamodellen wordt mee uitgeleverd met de release notes. Alle velden met bijbehorend type zijn in de documentatie terug te vinden.
           
Note:
De oracle BI Publisher plugin van Word biedt ook inzicht in de velden van het datamodel
Binnen de BI omgeving van het EPD kan een zorginstelling wel eigen datamodellen creëren. De BI omgeving (in tegenstelling tot de Rapporten omgeving) is gekoppeld aan de standby database
  1. De gegevens worden onder water in XML aan het rapport doorgestuurd. 
         
  1. De XML data kan in het rtf template verwerkt worden
  2. Dit gaat op basis van XSL (eXtensible Stylesheet Language) en placeholders, bv. <?for-each:DEELPLAN_Z?>

2. Layout

  1. Een rapport kan meerdere RTF template layouts hebben.
  2. Er is altijd maar 1 actief die aangeroepen wordt vanuit het EPD
  3. Nieuwe layouts kunnen worden toegevoegd
  4. Door op ‘Bewerken’ onder de template te klikken wordt het template als rtf document gedownload
           

RTF template
  1. De template kan geopend worden in MS Word. Word layout kan worden gebruikt, zoals de opmaak van tabellen, grafieken, specifieke opmaak, etc.
  2. In de template wordt de XML verwerkt met XSL instructies en placeholders
           <?WOONPLAATS?> is een voorbeeld van een placeholder

            Placeholders worden op runtime niveau vervangen door het element in de input-XML met dezelfde naam.

            Indien er meer dan 1 XML elementen worden gevonden, zal de eerste worden getoond. 

  1. In het RTF template worden de standaard onderdelen aangeroepen met  instructies. Standaard onderdelen zijn gedefinieerd in sub-templates. De inhoud van de standaard onderdelen worden ingericht onder Rapport instellingen binnen het EPD.
    1. Header
    2. Footer
    3. Logo
            <?import:xdoxsl:///USER_Rapporten/config.xsb?><?call:header?> is een voorbeeld van de aanroep van de standaard Header
  1. Op een testomgeving kan door een BI consultant een DEBUG aangezet worden (tabel rapport_instelling, kolom rpti_debug_enabled). Middels de placeholder <?call:debug_blok?> worden vervolgens de parameters getoond in het rapport, die door de aanroep vanuit de module worden meegegeven aan het rapport
            

  1. Door in MS Word te werken met Tekstvelden (formulierbesturingselementen) houd je je rtf template overzichtelijk. Het 'Ontwikkelaars' lint in MS Word kun je activeren onder Bestand - Opties - Lint aanpassen: Ontwikkelaars aanvinken onder Hoofdtabbladen. 

  1. Hoewel niet noodzakelijk, kan het gebruik van de Oracle BI Publisher plug-in voor MS Word het ontwikkelen eenvoudiger maken. Vanuit de plug-in kan ingelogd worden op de report server. (Note: er wordt geen ondersteuning geboden op het gebruik van deze plug-in) 
            

RTF template instructies
  1. Placeholders
            <?WOONPLAATS?> is een placeholder. Het zal vervangen worden met de waarde van het xml element met de naam WOONPLAATS als het rapport wordt opgeroepen
  1. Indien een element vaker voorkomt, kan er een loop omheen gebouwd worden. Voor elk doel dat gevonden wordt in de XML wordt er nu iets gedaan
            <?for-each-group:DOEL?>…<?end for-each?>
  1. De verzameling met doelen wordt eerst gegroepeerd op basis van de waarde van het onderliggende element ZORGDOEL
            <?for-each-group:DOEL;./ZORGDOEL?>
  1. If –then
            <?if:DIAGNOSE/CLASSIFICATIE=’DSM5’?>
              …
            <?end if?>
  1. Bij een datum veld moet de opmaak worden gedefinieerd. Voor dit soort velden kan het makkelijkst gewerkt worden met tekstveld (besturingselement)


Groeperen, sorteren en filteren
  1. Groeperen en sorteren
            Bijvoorbeeld:
            Maak groepjes van het element DIAGNOSE (met de onderliggende data) op basis van het element HOOFDDIAGNOSE, en sorteer deze op basis van het element TOON_VOLGORDE

            <?for-each-group:DIAGNOSE[DIAGNOSE_AS!=’GafScore’];./HOOFDDIAGNOSE()?> <?sort:TOON_VOLGORDE;'ascending';data-type='number’?>
              …….
            <?end for-each-group?>
  1. Filteren op data
            Tussen blokhaken zet je het filter dat van toepassing is, bijvoorbeeld:

            <?for-each-group:DIAGNOSE[DIAGNOSE_AS!=’GafScore’];./HOOFDDIAGNOSE()?>

      Geavanceerde functies
      Note: BI Publisher biedt een scala aan Extended XML functies, maar ook SQL functies. Beide kunnen in templates worden gebruikt.

      Zie ook https://docs.oracle.com/middleware/12211/bip/BIPRD/GUID-B39D756A-C54D-4C64-A822-DD2CFFC3A54E.htm

                  Extended functies: <?xdofx:FUNCTIE?>

                  SQL functies: <?xdoxslt:FUNCTIE?>

  1. If – then – else; kan met een Extended XML functie
            <?xdofx:if element_condition then result1 else result2 end if?>
  1. Choose
            <?choose:?> <?when:conditie?><?end when?><?end choose?>

             Hiermee kun je dynamische content in je rapport genereren, op basis van bepaalde criteria, bijvoorbeeld:
            <?choose:?>
                   <?when: xdoxslt:date_diff(‘y’,//KLIENT_GEBOORTEDATUM,//HUIDIGE_DATUM, $_XDOLOCALE, $_XDOTIMEZONE) >= 24?>
                         Client is ouder dan 24
                   <?end when?>
                  <?otherwise:?>
                         Client is jonger dan 24
                  <?end otherwise?>
            <?end choose?>

  1. Gebruik van variabelen
            <?xdoxslt:set_variable($_XDOCTX, 'variable name', value)?>
            <?xdoxslt:get_variable($_XDOCTX, 'variable name')?>
  1. Formattering van gegevens
            Getallen : <?format-number:ELEMENT_NAAM;'999G999D99’?>
            Datum : <?format-date:ELEMENT_NAAM;'YYYY-MM-DD’?>
            Andere formats kunnen gedefinieerd worden
      
      Testen van waarden
      Soms is het handig om de waarde van een element te testen, zodat iets op basis daarvan getoond kan worden.
  1. Het element is aanwezig, en is niet leeg
    <?if:ELEMENT_NAAM!="?> … <?end-if?>
    Het element is aanwezig, maar is leeg
    <?if:ELEMENT_NAAM and ELEMENT_NAAM="?> … <?end-if?>
    Het element is niet aanwezig in de XML
    <?if:not(ELEMENT_NAAM)?> … <?end-if?>

      Waarden die in database zijn opgeslagen als HTML
      Sommige waarden worden in USER opgeslagen als HTML, bijvoorbeeld vragenlijsten in het veld ANTWOORD_HTML.
      Om deze HTML geformatteerd te kunnen tonen, moet je de tag <?html2fo:ELEMENT_NAAM?> gebruiken

      <?html2fo:ANTWOORD_HTML?>

Meer informatie over het ontwikkelen van RTF templates




    • Related Articles

    • Eigen BI stuurinformatie beschikbaar stellen

      Eigen BI-controles ontwikkelen Binnen het EPD zijn template controlepunten aanwezig, waarmee u zorginstelling specifieke controles kunt invoeren. Hiervoor is SQL kennis noodzakelijk. Denkt u hierbij aan controles die bijvoorbeeld controleren op ...
    • Autorisatie operationele BI

      Inloggen Elke persoon die in het EPD kan inloggen kan ook inloggen in de tooling van de operationele BI. Een ingelogde gebruiker kan echter niets binnen de tooling van BI, als deze gebruiker niet voorzien is van extra autorisatie. Autorisatie wordt ...
    • Eigen zorginstelling specifieke naamgeving toepassen (m.b.v. labeling)

      Zoals ook binnen het EPD, kunnen een aantal standaard labels incl. beschrijving automatisch binnen de stuurinformatie worden omgezet naar een eigen naamgeving. In onderstaande tabel staan de labels vermeld waarbij dat kan. Standaard label Standaard ...
    • Audit signaleringen

      Het onderwerpgebied Audit signaleringen biedt inzicht in de controlepunten die binnen het control framework van het EPD zijn ingeschakeld. Voor het adresseren van de controles bij de juiste personen binnen de zorginstelling kan gebruik worden gemaakt ...
    • Verantwoording geleverde zorg

      Het onderwerpgebied Verantwoording geleverde zorg biedt inzicht in alle geleverde activiteiten gezien vanuit de zorginstelling, maar wordt wel opgesplitst naar verschillende cliënten indien deze betrokken zijn bij een afspraak. Indien u alleen ...