Medicatie

Medicatie

Medicatie

De medicatiemodule in USER is te benaderen via het cliëntdossier en kan gebruikt worden voor de volgende groepen cliënten:
  1. Cliënten die ambulant in behandeling zijn en medicatie in eigen beheer hebben.
  2. Cliënten die ambulant of klinisch in behandeling zijn en medicatie niet in eigen beheer hebben, maar voor meerdere innamemomenten volgens een vast afhaalschema medicatie ophalen bij de uitgfiteposten van de instelling of bij de thuisapotheek.
  3. Cliënten die klinisch zijn opgenomen en per innamemoment de juiste medicatie krijgen uitgedeeld/toegediend in de kliniek.

De functionaliteit bestaat uit:
  1. Medicatie overzicht
  2. Medicatie voorschrijven. Hiermee kan een arts nieuwe voorschriften aanmaken, herhaalvoorschriften aanmaken, concepten wijzigen en voorschriften beëindigen. Meer informatie is te vinden op de voorschrijf pagina.
  3. Medicatie verstrekken. Verpleegkundigen en uitgiftemedewerkers kunnen de verstrekking van medicatie registreren in de verstrekking module.

Het medicatieoverzicht

Het medicatieoverzicht geeft inzicht in de voorschriften. In dit overzicht wordt per voorschrift informatie getoond over onder meer het verloop, het geneesmiddel en de gebruiksvoorschriften.

Filter
Door middel van een geavanceerd filter is het mogelijk voorschriften te filteren. Bij binnenkomst in de module is het filter ingesteld op status (concept, gestart) of een door de gebruiker zelf ingesteld standaardfilter. Na het wijzigen van de filteropties moet er op 'Toepassen' worden geklikt. De status (concept, gestart etc..) betreffen altijd de 'actuele' status.

Verloop
In het blok aan de linkerkant wordt het verloop van het voorschrift weergegeven. Zo wordt hier, afhankelijk van het verloop van het voorschrift, de startdatum, einddatum en stopdatum getoond. Daarnaast wordt door middel van een grafiek het verloop gepresenteerd. De verschillende mogelijkheden worden in de tabel hieronder getoond.

 

Omschrijving


Geeft aan dat het om een concept voorschrift gaat die nog niet definitief is.


Geeft aan dat het om een gepland voorschrift gaat die al definitief is en start in de toekomst.


Het betreft een gestart recept waar in dit geval nog 20 dagen looptijd resterend zijn.


Het gaat om een medicatieopdracht met een onbeperkte looptijd. Er is dus nog een onbeperkt aantal dagen resterend.


Het recept is  verstreken en er zijn dus nog 0 dagen resterend.


Het voorschrift is handmatig gestopt en er zijn dus nog 0 dagen resterend.


Het voorschrift is geannuleerd en er zijn dus nog 0 dagen resterend.

Geneesmiddel, gebruiksvoorschriften, voorschrijver & controles
In het middelste blok worden de volgende gegevens getoond:
  1. Geneesmiddel: het door de voorschrijver voorgeschreven geneesmiddel.
  2. Gebruiksvoorschriften: de door de voorschrijver ingevoerde gebruiksvoorschriften. Wanneer het voorschrift uit meerdere perioden bestaat worden alleen de gebruiksvoorschriften van de actuele periode getoond.
  3. Voorschrijver: de naam en instantie van de voorschrijver worden getoond. In het geval van interne voorschriften wordt de naam van de eigen organisatie getoond. Bij externe voorschriften wordt de naam en instantie van de externe voorschrijver getoond voor zover dit is ingevuld. In het geval van een extern voorschrift zijn deze velden namelijk niet verplicht.
  4. Controles: onder de gegevens van de voorschrijver worden de verschillende controles getoond. Na het klikken op één van de controles kunnen detailgegevens worden opgevraagd. Het gaat om de volgende controles:
    1. O: ongewenst middel
    2. I of C: (contra)indicatie
    3. P: pseudodubbelmedicatie
    4. D: doseringscontrole

Acties
In het medicatieoverzicht kunnen verschillende acties worden uitgevoerd.


Omschrijving


Voer een nieuw voorschrift in.


Wijzig een voorschrift. Een voorschrift kan alleen gewijzigd worden als het voorschrift de status 'concept' heeft.


Bekijk een definitief voorschrift.


Stop een voorschrift. Een actueel voorschrift krijgt na stoppen de status gestopt. Een concept voorschrift wordt geannuleerd. Eventueel kan na stoppen een stoprecept (digitaal) verstuurd worden naar de apotheek.


Herhaal het voorschrift. Voorschriften die bewust voor de einddatum zijn gestopt (het voorschrift is dus niet verstreken) kunnen niet herhaald worden.


De medicatieopdracht (voorschrift zonder einddatum) dient gecontroleerd te worden. Dit wordt ook gesignaleerd bij de voorschrijver op zijn (hoofd)behandelaars dashboard. Na het controleren kan de arts het voorschrift 'afvinken' door op deze knop te klikken en een nieuwe datum op te geven wanneer de medicatieopdracht weer bekeken moet worden.

Info
Bedrijfsregels

Filter
Er zijn twee filtermogelijkheden beschikbaar:
  1. Toon actueel: alle voorschriften die zijn gestart, in de toekomst starten (gepland) of die in concept zijn.
  2. Toon alles: alle voorschriften ongeacht welke status deze hebben. Zo worden hier bijvoorbeeld ook de gestopte, verstreken en geannuleerde voorschriften getoond.

Looptijd van medicatievoorschrift
  1. Startdatum: datum vanaf waarop de medicatie moet worden ingenomen.
  2. Einddatum: datum tot waarop de medicatie moet worden ingenomen.
  3. Stopdatum: is de datum waarop het medicatievoorschrift vroegtijdig wordt gestopt/geannuleerd.

Er zijn verschillende manieren waarop een voorschrift beëindigd kan zijn:
  1. Verstreken: indien de einddatum in het verleden ligt en de stopdatum leeg is
  2. Gestopt: indien de stopdatum in het verleden ligt en het voorschrift gestopt is nadat deze gestart was
  3. Geannuleerd: indien de stopdatum is ingevuld en deze voor de startdatum ligt


Voorschrijven

Een arts kan een nieuw voorschrift aanmaken in het voorschrijfscherm. De velden zichtbaar in deze blokken zijn afhankelijk van een aantal eigenschappen van de cliënt. Er kunnen drie groepen cliënten worden onderscheiden:
  1. Ambulante cliënt met medicatie in eigen beheer
    1. Als de cliënt geen actuele klinische of actuele opiaten behandelmodule heeft, dan kan de arts alleen voorschriften uitschrijven die verstuurd worden naar een thuisapotheek van de cliënt. De apotheek bij personalia wordt vooraf ingevuld, maar kan worden gewijzigd. De medicatie van deze cliënt zal niet terugkomen in de verstrekkingsmodule.
  2. Cliënten met een opiaten of klinisch behandelprogramma die via een vast afhaalschema medicatie ophalen bij de instelling of de thuisapotheek
    1. Wanneer cliënten medicatie niet in eigen beheer krijgen, kan men een afhaalschema koppelen. Dit is mogelijk voor cliënten met een ambulant opiaten behandelprogramma of een klinische opname. De behandeling wordt vooraf ingevuld in het voorschrift, alsmede de afdeling/groep die verantwoordelijk wordt voor de verstrekking van de medicatie aan de cliënt. De cliënt zal op de verstrekkingslijsten geplaatst worden van de betreffende afdeling/groep. Hier kan de verpleegkundige de verstrekking registreren.
  3. Clienten met een klinisch behandelprogramma die medicatie krijgen uitgedeeld/toegediend
    1. Voor cliënten die per deelmoment medicatie krijgen toegediend, of uitgedeeld kan men deeltijden aan een voorschrift koppelen. Deze worden vooraf ingevuld al gelang de inrichting van de afdeling/groep. Dit houdt in dat wanneer een cliënt 2 maal daags 1 tablet uitgedeeld dient te krijgen, dat de voorschrijver 2 deeltijden bij het voorschrift moet opslaan, en dat de verpleegkundige de cliënt twee keer per dag op de deellijst in de verstrekkingmodule tegen komt.

Algemene informatie

Veld

Omschrijving

Intern/extern

Hier kan worden aangegeven of het voorschrift is voorgeschreven door een interne medewerker of een externe medewerker (ook te zien in het overzicht).

Indien voor 'extern' wordt gekozen hoeven slechts drie velden gevuld te worden:
•Geneesmiddel
•Geldig vanaf
•Toelichting (optioneel)

Een extern voorschrift is altijd gelijk definitief (dus gestart).

Voorschrijver

Hier wordt de naam van de voorschrijver ingevoerd. Dit zijn alleen de mensen die het recht hebben om voor te schrijven. Default wordt deze vooraf ingevuld met de ingelogde medewerker.

Verstrekker

Welke apotheek (of apotheekhoudende huisarts) gaat het medicijn leveren en zal het recept ontvangen. Deze wordt default gevuld met de thuisapotheek als:
•Het een ambulante cliënt betreft zonder opiatenbehandelprogramma
•Er bewust is gekozen voor afhalen bij apotheek

Apotheekhoudende instanties
Bij de verstrekker kunnen ook apotheekhoudende instanties  worden geselecteerd (meer info).

Behandelprogramma

Hier worden de actuele (gestarte) behandelprogramma's van de cliënt getoond waarbij (bij 'Onderhoud behandelprogramma') 'Uitgeven/afhalen toegestaan' is aangevinkt en er een klinische afd/groep en/of uitgiftepost met een geldige apotheek is bekend is.

Afdeling/groep

Dit is de afdeling/groep waarop de verstrekking zal gaan plaats vinden en wordt afgeleid van het behandelprogramma.

Afhalen bij apotheek / afhalen op kliniek / uitdelen

Hier dient aangegeven te worden hoe het voorschrift wordt afgehandeld.

1.Afhalen bij apotheek: het recept wordt naar de thuisapotheek van de cliënt gestuurd. Er dient een afhaalschema te worden gekoppeld. De cliënt krijgt volgens dat afhaalschema de medicatie van de apotheek mee naar huis.

2.Afhalen op kliniek: het recept wordt naar de apotheek van de kliniek of afdeling/groep van de uitgiftepost gestuurd. De cliënt wordt op de verstrekkingslijsten van de afdeling/groep geplaatst en de cliënt kan daar de medicatie komen afhalen (Default aangevinkt bij poliklinische, ambulante behandelingen en opiatenprogramma's) .

3.Uitdelen: het recept wordt naar de apotheek van de kliniek gestuurd. De cliënt komt voor elk deelmoment op de verstrekkingslijst van de afdeling/groep (Default aangevinkt bij klinische behandelingen).

Middel / Dosering / Indicatie

Veld

Omschrijving

Geneesmiddel

Na het typen in dit veld worden standaard een aantal suggesties getoond. De suggesties voor geneesmiddelen zijn afhankelijk van het formularium. Als het eigen, respectievelijk het instelling formularium gevuld is, worden de suggesties hieruit getoond.

Is het formularium niet gevuld, dan worden suggesties getoond uit alle geneesmiddelen die beschikbaar zijn. In deze LOV kan gezocht worden naar een Medicijn op handelsproductniveau of op voorschrijfniveau. Er worden twee kolommen weergegeven, PRK/HPK resultaten.

Na selectie worden de velden: sterkte, farmaceutische vorm en toedieningsweg automatisch ingevuld.

Medische noodzaak specialité
/merkgeneesmiddel

Wanneer een handelsproduct wordt geselecteerd bij het geneesmiddel verschijnt een checkbox (standaard aangevinkt) met daarachter de tekst 'Medische noodzaak/spécialité/merkgeneesmiddel. Wanneer dit veld is aangevinkt wordt op het (digitale) recept de tekst 'Medische noodzaak spécialité/merkgeneesmiddel' opgenomen. Hierdoor weet de apotheker dat ook exact dit middel geleverd dient te worden en hier niet van afgeweken kan worden door een generiek product te leveren.

Toedieningsweg

De toedieningsweg is de route waarop een medicijn of een ander middel in contact wordt gebracht met het gewenste deel van een lichaam.

Voorbeelden van toedieningswegen: Cutaan (op de huid), Inhalatie, Klysma, Oogdruppels, Oraal, Rectaal, Intraveneus (via injectie in een ader), Intra-articulair (via injectie in een gewricht), Inhalatie.

Voorschrijfreden

Hier kan een reden worden opgegeven waarom het betreffende medicijn wordt voorgeschreven. Dit is bij 39 medicaties een verplicht veld: in dit geval wordt de reden ook getoond op het recept.

Toelichting

Vrij tekstveld voor opmerkingen/toevoegingen. Deze tekst wordt ook meegestuurd op het recept aan de apotheek.

Formularium

Hier wordt aangegeven of de ingelogde gebruiker een eigen gevuld formularium heeft, een instellingsformularium of geen formularium.

Verbijzondering

Indien een reden voorschrijven is ingevoerd, kan de voorschrijver een verbijzondering aangeven.
 
Een geneesmiddel kan profylactisch (voorkomen dat een ziekte gaat voordoen) zijn of
therapeutisch (ziekte bestrijden).
 

De verbijzondering wordt gebruikt bij de controles van de z-index in het kader van medicatiebewaking.

Afgeleide Contra-indicatieaard

Wanneer er een middel geselecteerd wordt die bij specifieke indicaties wordt voorgeschreven, dan wordt de afgeleide contra-indicatie aard getoond. Deze kan toegevoegd worden door de voorschrijver, waarna dit opgeslagen wordt in de module contra-indicatie.

Meting

De laatste lengte / gewicht meting wordt getoond wanneer ingevuld in de module metingen. Hier wordt de doseringscontrole op gebaseerd.

Bijwerkingen

De voorschrijver kan aangeven of hij de cliënt op de hoogte heeft gesteld van bijwerkingen.

Medicijn selecteren

Als artsen medicatie willen voorschrijven, dan kan dit vanuit USER op voorschrijfniveau (PRK) en handelsproductniveau (HPK) (volgens Z-index). Als een geneesmiddel op handelsproductniveau wordt voorgeschreven, wordt dit in ALTA automatisch gekoppeld aan het geneesmiddel op voorschrijfniveau. Het voorschrijfniveau wordt getoond bij de resultaten. Op het recept verschijnt ook het geneesmiddel op PRK niveau.

Hieronder volgt een voorbeeld om bovenstaande toe te lichten. Als tijdens de selectie van het medicijn is gekozen voor het handelsproduct: FSME IMMUN INJECTIE SUSPENSIE WWSP 0,5ML, dan worden de velden automatisch ingevuld met:

Medicijn: TEKENENCEFALITISVACCIN INJSUS 4,8UG/ML WWSP 0,5ML
Farmaceutische vorm: SUSPENSIE VOOR INJECTIE
Sterkte: 4,8 UG/ML
Toedieningsweg: INTRAMUSCULAR

Formularium

Het is mogelijk om een geneesmiddel toe te voegen aan het formularium. Het formularium bestaat uit twee niveaus, namelijk het medewerker niveau (eigen niveau) en het instellingsniveau. Deze twee formularia zijn gebaseerd op de in USER ingelezen geneesmiddelen die voortkomen uit de Z-index. Met het aanzetten van het vinkje wordt het geneesmiddel toegevoegd. Door het vinkje weer uit te zetten wordt het verwijderd uit het formularium. Een geneesmiddel dat op generiek niveau is toegevoegd aan het formularium, kan ook alleen op dat niveau weer verwijderd worden. Hetzelfde geldt voor het handelsproduct niveau. Voor het formularium zijn in USER ALTA de rollen EIGEN_FORMULARIUM en INSTELLING_FORMULARIUM aangemaakt. Deze rollen geven de gebruiker de mogelijkheid om medicijnen aan het formularium op eigen niveau en instellingsniveau toe te voegen of weer te verwijderen.

Gebruik

In het blok gebruik kan men aangeven of het voorschrift opgebouwd wordt aan de hand van geen schema, een dagen schema of een stapjes schema.

Geen schema

De voorschrijver geeft (in het geval van een recept) aan hoeveel dagen het voorschrift dient te lopen en heeft de mogelijkheid om maximaal drie gebruiksvoorschriften op te voeren.

Dagenschema

Artsen schrijven regelmatig op- en afbouwschema’s voor met betrekking tot medicatie. Bijvoorbeeld in een verslavingsinstelling om methadon of een ander opiaat af te bouwen. Het is daarom mogelijk om een dagenschema te creeëren. Dit doet men door meerdere voorschriftperiodes toe te voegen aan het voorschrift. Per voorschriftperiode kan men een aantal dagen opgeven en maximaal drie gebruiksvoorschriften. Wanneer men een medicatieopdracht aanmaakt, blijven de laatste gebruiksvoorschriften doorlopen totdat het voorschrift handmatig wordt gestopt. Bij een recept is de einddatum verplicht en stopt het recept na de laatste voorschrijfperiode.

Stapjesschema

Naast een dagenschema kan de voorschrijver een stapjesschema gebruiken om op- en afbouwschema's te creeën. Deze geeft een startdosering op, een stapgrootte, een einddosering en een interval. Bij een recept kan men aangeven of het voorschrift door dient te lopen op de einddosering tot de einddatum van het recept. Bij een medicatieopdracht loopt de einddosering door totdat de voorschrijver het voorschrift handmatig stopt.

Veld

Omschrijving

Gebruik

Gebruiksvoorschrift wordt handmatig ingevoerd volgens WCIA-25 standaard: XtYa [b]. Daarnaast kan men een LOV gebruiken.

Wanneer de cliënt een klinisch of ambulant opiaten behandelprogramma heeft, is het niet mogelijk om meer dan één gebruiksvoorschrift per voorschriftperiode te hebben, wanneer dit zo nodig medicatie betreft.

Deeltijden

Bij een voorschrift van het type uitdelen, zullen bij elk ingevoerde gebruiksvoorschrift vakjes getoond worden met deeltijden. De deeltijden worden vooraf ingevuld waar mogelijk, al gelang de inrichting van de deeltijden bij de afdeling/groep. Als er meer deeltijden nodig zijn, dan vastligt in de inrichting, zullen lege vakjes getoond worden. De voorschrijver zal deze tijden handmatig moeten aanvullen.

Als er voor de betreffende afdeling/groep waar het voorschrift wordt uitgegeven speciale deeltijden zijn ingericht (ontbijt, lunch, diner of slaapmedicatie) dan verschijnt er een  icoon achter de deeltijd. Na klikken op het icoon verschijnen de speciale deeltijden en kan de voorschrijver één van deze deeltijden selecteren.

Verloop

Veld

Omschrijving

Recept / medicatieopdracht

Hier kan gekozen worden voor 'recept' of 'medicatieopdracht'. Wanneer voor medicatieopdracht wordt gekozen dan zijn de volgende velden niet meer in te vullen:
- Totaal aantal
- Aantal dagen
- Iteraties
- Einddatum

Daarnaast is een medicatieopdracht niet te herhalen.

Startdatum

De datum vanaf wanneer de medicatie moet worden toegepast. Bij een herhalingsrecept wordt de startdatum de einddatum van het vorige voorschrift + 1 dag. De startdatum kan in dit geval niet meer worden aangepast.

Wanneer het medicatie betreft die naar de apotheek van de afdeling/groep wordt verstuurd (omdat er wordt afgehaald of uitgedeeld in de kliniek) wordt de startdatum default ingevuld met de datum van de eerste volgende levering van de apotheek. De voorschrijver mag dit aanpassen, maar zal een notificatie ontvangen dat deze mogelijk contact moet opnemen met de apotheek voor een tussentijdse levering.

Totaal aantal (in stuks)

Aantal stuks dat apotheek moet meegeven aan de cliënt.

Totaal aantal dagen

Het aantal dagen waarvoor de apotheek medicatie moet meegeven aan de cliënt. Wordt automatisch berekend.

Aantal iteraties

Hier kan aangegeven worden hoe vaak het recept opnieuw meegegeven mag worden vanuit de apotheek zonder dat er opnieuw een (herhaal)recept uitgeschreven wordt.

Einddatum

De datum tot waarop de medicatie moet worden toegepast. Deze einddatum wordt automatisch berekend en kan in bepaalde gevallen nog worden aangepast.

Controletermijn

Een medicatieopdracht loopt oneindig door. Echter is het mogelijk om een medicatieopdracht een controletermijn mee te geven waarna het voorschrift gecontroleerd dient te worden. De controletermijn wordt vooraf ingevuld aan de hand van de waarde uit de inrichting. De voorschrijver kan deze waarde aanpassen.

Antidatering

Er worden in de praktijk regelmatig medicijnen verstrekt, terwijl de daadwerkelijke arts van de cliënt dit op dat moment (nog) niet weet. Er worden dan bijvoorbeeld medicijnen uit de voorraadkast gehaald. Medicatie kan dus toegediend worden zonder dat het medicatievoorschrift al gemaakt is. Er moet daarom ook antidatering toegepast kunnen worden op een medicatievoorschrift.

Afhaalschema

Veld

Omschrijving

Afhaalschema

Wanneer medicatie volgens een vast afhaalschema bij de thuisapotheek van de cliënt of in de kliniek dient te worden afgehaald, kan de voorschrijver hier een afhaalschema kiezen. De LOV met afhaalschema's is gebaseerd op de afhaalschema's die zijn ingericht bij de afdeling/groep waarvoor het voorschrift geldt. Dit is afhankelijk van het gekozen behandelprogramma.

Bij een nieuw voorschrift wordt het afhaalschema automatisch gevuld als het schema bij de cliënt reeds in gebruik is bij geplande of gestarte voorschriften. Als er verschillende afhaalschema's zijn gebruikt dan wordt het afhaalschema leeg gelaten.

Voorschrift definitief maken

Wanneer het voorschrift definitief wordt gemaakt, en er zijn deeltijden of een afhaalschema gekoppeld, dan zal de cliënt op de verstrekkingsslijsten geplaatst worden vanaf de startdatum van het voorschrift t/m het aantal dagen dat is ingesteld in de default waarde 'Genereer verstrekkingen voor x dagen vooruit bij definitief maken'. De nachtelijke job 'pack_medicatie_verstrekking.job_rearrange;' vult deze aan met het aantal dagen die zijn ingericht in de default waarde 'Genereer verstrekkingen voor x dagen vooruit in nachtelijke job'. Zowel in de afdeling/groep agenda als de cliënt agenda is/zijn deze afspra(a)k(en) zichtbaar. Vanuit deze afspraken kan er door worden genavigeerd naar het verstrekkingsscherm om de daadwerkelijke verstrekking of afwezigheid van de cliënt te registreren.

Een recept waarbij de e-postbus van de apotheek bekend is wordt direct verzonden via Edifact. Als dit niet lukt wordt hiervan melding gemaakt.

Recepten printen

Door op de knop recepten te klikken vanuit het medicatie overzicht wordt een scherm getoond van alle (stop)recepten en medicatieopdrachten die mogelijk kunnen worden afgedrukt of digitaal kunnen worden verstuurd. Bij de recepten en medicatieopdrachten die geprint of verzonden zijn wordt dit vermeld. Eén of meerdere van de volgende vier statussen wordt dan vermeld:
  1. Recept geprint
  2. Recept verzonden
  3. Stoprecept geprint
  4. Stoprecept verzonden

(Stop)recepten worden afgedrukt op A6 formaat.

Controles Z-Index

Z-Index B.V. is in Nederland de intermediair op het gebied van zorginformatie over alle zorgproducten die te verkrijgen zijn bij zorgverleners zoals apothekers, artsen, ziekenhuizen etc. (bron: www.z-index.nl). In ALTA wordt een aantal controles t.b.v. de medicatie bewaking uitgevoerd. De meldingen die worden getoond zijn conform de Z-index. Bij het negeren van de melding moet een reden worden opgegeven waarom de melding genegeerd wordt. Deze reden wordt opgeslagen in de database. In het medicatie overzicht is zichtbaar bij welk middel een melding is gegenereerd en waarvoor. De volgende controles zijn ingebouwd:

  1. Ongewenste middelen
    1. Indien een nieuwe medicatieopdracht wordt ingevoerd in de medicatie module, controleert het systeem of dit geneesmiddel schadelijke gevolgen heeft of overgevoeligheden veroorzaakt voor de betreffende cliënt. De ongewenste middelen per cliënt worden vastgelegd en beheert in de module ongewenste middelen. Indien geen allergie bekend is, kan een vinkje worden gezet achter 'Geen allergie bekend'. Hetzelfde geldt voor het vastleggen van 'Geen bekende medicatie allergieën'. Vervolgens kan worden aangegeven wat de bron is en eventueel een toelichting worden ingevoerd. Zie ook ongewenste middelen.

De melding die verschijnt indien de controle voor ongewenste middelen af gaat, kan worden genegeerd. Het is hierbij verplicht om een reden van negeren aan te geven.

  1. Interactie 
    1. In ALTA wordt gecontroleerd of er interactie is tussen bepaalde geneesmiddelen. Als dit het geval is, verschijnt een melding op het moment dat het voorschrift definitief wordt gemaakt, of op het moment dat de einddatum van het concept voorschrift wordt gewijzigd. Het voorschrift waarmee interactie is, is in alle gevallen definitief. De melding toont inhoudelijke informatie over de interactie en geeft vier opties:
      1. Lopende MO akkoord: beide voorschriften worden definitief gemaakt, reden negeren interactie moet gemeld worden.
      2. Lopende MO stoppen: nieuwe voorschrift wordt toegevoegd, lopende voorschrift dat in conflict is wordt gestopt.
      3. Nieuwe MO annuleren: de situatie blijft zoals hij was vóór het aanmaken van het nieuwe voorschrift.
      4. Terug: je gaat terug naar het vorige scherm.
    2. In het medicatie-overzicht wordt zichtbaar dat het geneesmiddel interactie heeft met een ander geneesmiddel (als driehoekje zichtbaar achter het geneesmiddel). Hier kan de interactie-melding of meldingen opnieuw worden ingezien.

  1. Bewaken (pseudo) dubbelmedicatie
    1. In ALTA wordt gecontroleerd op (pseudo)dubbelmedicatie volgens de Z-index. Dubbelmedicatie is de verstrekking aan een persoon waarbij volgens de medicatiehistorie nog ten minste één geneesmiddel acties is met dezelfde PRK, GPK, GSK-W, SPK, SSK en/of SNK als het te verstrekken geneesmiddel. Bij pseudodubbelmedicatie is sprake van geneesmiddelen met verschillende werkzame stoffen (verschillende SNK), maar met een vergelijkbare farmacotherapeutische werking. De melding die verschijnt indien de controle voor (pseudo)dubbelmedicatie af gaat, kan worden genegeerd. Het is hierbij verplicht om een reden van negeren aan te geven.
  2. Bewaking op leeftijd (valt onder doseringscontrole)
    1. Doel van deze controle is om te voorkomen dat een geneesmiddel wordt gegeven aan een cliënt bij wie schadelijke gevolgen te verwachten zijn omdat deze cliënt jonger is dan een bepaalde leeftijd. De melding die verschijnt indien de controle voor leeftijd af gaat, kan worden genegeerd. Het is hierbij verplicht om een reden van negeren aan te geven.
  3. Bewaking op geslacht (valt onder doseringscontrole)
    1. Geeft een melding indien een bepaald geneesmiddel specifiek voor mannen danwel voor vrouwen geschikt is. De melding die verschijnt indien de controle voor geslacht af gaat, kan worden genegeerd. Het is hierbij verplicht om een reden van negeren aan te geven.
  4. Bewaken onjuiste dosering (valt onder doseringscontrole)
    1. De bewaking op basis van de dosering bestaat uit een aantal onderdelen. In USER ALTA wordt gecontroleerd op zowel norm- als absolute-minima/maxima doseringen, controle per frequentie, extra cliëntkenmerken zoals gewicht en lichaamsoppervlakte en controle op afwijkende toedieningsweg. De melding die verschijnt indien de doseringscontrole af gaat, kan worden genegeerd. Het is hierbij verplicht om een reden van negeren aan te geven.
  5. Bewaken contra-indicatie en bijzondere kenmerken
    1. De bewaking op contra-indicatie en bijzondere kenmerken is geïmplementeerd in USER. Voor het vastleggen van de contra-indicatieaard is een nieuwe module ontwikkeld. Indien de cliënt al medicatie voorgeschreven heeft gekregen en deze conflicteert met een toegevoegde contra-indicatieaard of bijzonder kenmerk, komt hiervan direct een melding in de module contra-indicatieaard. Na het toevoegen kan een expiratiedatum worden ingevoerd bij de contra-indicatieaard en kan de mate van bewijs worden aangegeven. Indien de expiratiedatum van een contra-indicatieaard is verstreken, moet de arts de contra-indicatieaard handmatig definitief afsluiten. Als de contra-indicatieaard definitief is afgesloten wordt er geen melding meer van gegeven bij het voorschrijven van medicatie.
    2. Bij de groep Kinderwens, Zwangerschap en Borstvoeding bestaat de mogelijkheid om 'altijd melden' aan te vinken. In dat geval wordt altijd een melding gegeven ongeacht het verlopen van de expiratiedatum of het definitief afsluiten van de contra-indicatieaard.
    3. Indien een middel wordt voorgeschreven dat conflicteert met een vastgelegde contra-indicatieaard, komt hiervan een melding bij het voorschrijven. De reden negeren moet, indien toch het middel voorgeschreven wordt, worden ingevoerd.
  6. Afgeleide contra-indicatieaard
    1. Naast het vastleggen van de contra-indicatieaard in de module wordt de contra-indicatieaard ook afgeleid van de voorgeschreven medicatie. Bijvoorbeeld bij het voorschrijven van insuline geeft USER de mogelijkheid om de afgeleide contra-indicatieaard diabetes vast te leggen. Dit is niet verplicht. USER komt met deze suggestie bij het selecteren van het geneesmiddel.

Onderdelen en controles van de z-index die nog niet in USER geïmplementeerd zijn
Het is nog niet mogelijk om een specifieke controle te onderdrukken voor een bepaalde periode. Ook is de methode van dosering naar duurberekening nog niet geïmplementeerd. De doseringscontroles worden uitgevoerd op basis van een standaard frequentie en tijdseenheid. Dat kan bijvoorbeeld 3x per dag 1 tablet zijn. 3x per dag is dan de frequentie en tijdseenheid die wordt vastgelegd in het gebruikersvoorschrift. Indien de frequentie en tijdseenheid van het ingevoerde gebruikersvoorschrift afwijkt van de standaard, kan de doseringscontrole niet worden uitgevoerd en wordt hiervan een melding gegeven. Het kan dus voorkomen dat een gebruikersvoorschrift van 3x per dag 3 tabletten leidt tot een melding m.b.t. overdosering en een gebruikersvoorschrift van 4x dag 3 tabletten voor hetzelfde middel leidt tot een melding dat de doseringscontrole niet kan worden uitgevoerd omdat de frequentie en tijdseenheid niet kunnen worden bepaald.

 

Verstrekken

Wanneer een cliënt een lopend voorschrift heeft, en er zijn deeltijden of een afhaalschema gekoppeld, dan zal de cliënt op de verstrekkingsslijsten staan vanaf de startdatum van het voorschrift. Voor ieder verstrekkingsmoment wordt er in de agenda's van de afdeling/groep, de cliënt en de medewerkers die aan de uitgifte gekoppeld zijn een afspraak gegenereerd. Wanneer op deze afspraak in de agenda wordt geklikt navigeert de gebruiker naar de verstrekkingslijst waarop alle cliënten staan die op dat moment middelen uitgedeeld krijgen of komen afhalen.

Het verstrekkingsscherm bestaat uit twee verschillende delen. Wanneer vanuit de agenda wordt genavigeerd naar de verstrekking wordt eerst een cliëntoverzicht getoond met alle cliënten die binnen deze verstrekkingsperiode middelen dienen te ontvangen. Vanuit dit scherm kan doorgeklikt worden naar een specifieke cliënt, waarna voor elk middel van de cliënt aangegeven kan worden of deze wel of niet uitgegeven zijn en waarom (niet).

Cliëntoverzicht

In het cliëntoverzicht worden alle cliënten getoond die binnen deze verstrekking middelen moeten afhalen. Per cliënt wordt de naam getoond en de begin- en eindtijd van de verstrekking. Wanneer de uitgiftemedewerker nog geen middelen heeft verstrekt zijn zowel de begin- als eindtijd niet gevuld. Als de uitgiftemedewerker vervolgens middelen gaat uitgeven wordt op de achtergrond bijgehouden wanneer hier mee gestart is en gaat er een teller lopen die bijhoudt hoe lang de medewerker met de verstrekking bezig is geweest. De begin- en eindtijd worden bij het opslaan van de aan de cliënt verstrekte middelen vervolgens automatisch gevuld. De uitgiftemedewerker heeft altijd de mogelijkheid om deze tijden nog aan te passen.

Daarnaast kan de uitgiftemedewerker de contactstatus van de cliënt aanpassen. Is de cliënt bijvoorbeeld niet verschenen dan kan een andere contactstatus worden toegewezen, bijvoorbeeld 'afwezig'. In dit geval is het niet mogelijk om middelen te verstrekken. Medewerkers kunnen tijdens en voor de verstrekkingsperiode worden toegevoegd aan de agenda afspraak.

Icoon

Omschrijving

Pillen

Navigeert naar de verstrekkingslijst van de betreffende cliënt met daarop de middelen die op dat moment aan de cliënt verstrekt moeten worden.

Opslaan

Slaat de verstrekking op.

Opslaan/volgende

Slaat de verstrekking op en navigeert terug naar de agenda waar de afspraak geselecteerd is.

Annuleren

Annuleert alle wijzigingen in het scherm sinds de laatste keer opslaan.

Slotje

Registreert de verstrekking voor alle cliënten. Bij het registereren wordt gekeken of er voor cliënten een methadonverrichting uitgedeeld moet worden.

Verversen

Verversingsknop om tussentijds de verstrekkingsstatus zichtbaar te krijgen

Vergrootglas

Kan gebruikt worden om te zoeken naar een cliënt in de verstrekkingslijst.

Verversen uitgiftestatus

Wanneer vanaf het afdeling/groep dashboard wordt genavigeerd naar de verstrekkingslijst worden automatisch de verstrekkingsstatussen ververst. Wanneer met meerdere uitgiftemedewerkers tegelijk wordt gewerkt in het scherm is het kan de verversingsknop tussentijds worden gebruikt om zichtbaar te krijgen welke cliënten al medicatie hebben ontvangen en waar nog een uitgifte of aanvullende registratie nodig is. De cliënt kan één van de volgende statussen hebben:
  1. Gepland: de verstrekkingen zijn ingepland maar er is nog niks geregistreerd door de uitgiftemedewerker.
  2. Gestart: voor ten minste één middel is al een uitgifte geregistreerd of alle middelen zijn al uitgegeven maar de risicomedicatie dient nog gecontroleerd te worden.
  3. Gereed: voor alle middelen is geregistreerd of deze wel of niet zijn uitgegeven en alle controles voor de risicomedicatie zijn gedaan.
  4. Verplaatst: de verstrekkingen zijn verplaatst naar een ander moment. Door de verstrekking te openen kan gezien worden waar de verstrekking naar toe verplaatst is. De regel is grijs gemaakt en de datumvelden blijven leeg. Bij het registeren worden deze niet meegenomen.

Middelen per cliënt

Per cliënt worden alle middelen getoond op een zogeheten deellijst. Deze lijst toont alle middelen die de cliënt op dat moment uitgedeeld dient te krijgen inclusief het gebruiksvoorschrift, de geplande dosering en eventuele bijzonderheden. Per middel dient er aangegeven te worden of deze is afgehaald of toegediend. Bij niet verstrekte middelen is een toelichting verplicht.

Naast een toelichting per middel is het mogelijk om cliënttekst te vullen voor de afspraak.

Risicomedicatie

Middelen die in de Z-index als risicomedicatie zijn aangemerkt dienen dubbel geparafeerd te worden. Er wordt dan twee keer het afvinkicoon getoond. Twee medewerkers dienen onder hun eigen account dit middel af te vinken.

Zo nodig medicatie

Wanneer een verstrekking 'zo nodig' medicatie betreft zijn de details hiervan standaard dichtgeklapt en wordt in de rechter bovenhoek getoond dat het om 'zo nodig' medicatie gaat. De verstrekking kan geregistreerd worden door de verstrekking uit te klappen.

Icoon

Omschrijving

lege groene V

Door op dit icoon te klikken kan aangegeven worden dat het middel verstrekt is.

gevulde groene V

De donkere achtergrond in het icoon geeft aan dat het middel verstrekt is aan de cliënt.

lege rode X

Door op dit icoon te klikken kan aangegeven worden dat het middel niet verstrekt is.

Gevulde rode X

De donkere achtergrond in het icoon geeft aan dat het middel niet verstrekt is aan de cliënt.

Agenda

Toont bij een klinisch opgenomen cliënt de uitdeeltijden en bij een cliënt die de medicatie komt ophalen het afhaalschema.

Pagina

Toont de toelichting uit het voorschrift die ook meegaat op het (digitale) recept.

Uitroepteken

Geeft aan of er bijzonderheden zijn bij de betreffende verstrekking. Op het icoon wordt vervolgens aangegeven hoeveel bijzonderheden er zijn voor de betreffende verstrekking, bijvoorbeeld: . De volgende drie bijzonderheden kunnen getoond worden:

1. De actuele contraindicaties van de cliënt.

2. Of de medicatieopdracht onderliggend aan de verstrekking gecontroleerd dient te worden.

3. Of het voorschrift eerder is gestart dan dat de apotheek normaal gesproken zou komen leveren. In dat geval kan het zijn dat de apotheek een nalevering doet en de medicatie al in de persoonlijke voorraad van de cliënt aanwezig is. Het kan ook zo zijn dat het middel uit de algemene vooraad gehaald moet worden.

Pijl links

Geeft aan dat er voorgaande verstrekkingen door de cliënt niet ingenomen zijn. Op het icoon wordt vervolgens aangegeven hoeveel verstrekkingen er dan gemist zijn, bijvoorbeeld: .

Opslaan en volgende

Slaat voor de betreffende cliënt de gegevens over de uitgedeelde middelen op en navigeert terug naar het cliëntoverzicht.

Opslaan

Slaat voor de betreffende cliënt de gegevens over de uitgedeelde middelen op.

Overzicht

Navigeren naar het medicatieoverzicht van de cliënt indien alle gegevens in het scherm opgeslagen zijn.

Annuleren

Annuleert alle wijzigingen in het scherm sinds de laatste keer opslaan.

Verplaatsen

Verstrekkingen verplaatsen

Cliënten met gemiste vertrekkingen

Cliënten die één of meerdere opeenvolgende gemiste verstrekkingsmomenten hebben (contactstatus afwezig) worden getoond in de draggable van de afdeling/groep dashboards. Wanneer deze cliënten op een later tijdstip wel hun medicatie komen afhalen of krijgen toegediend, dan kan de cliënt op het juiste tijdstip in de agenda worden gesleept. Er wordt een verstrekkingsmoment aangemaakt die de laatste gemiste verstrekking toont. De verstrekte doses kan handmatig worden aangepast. De uitgifte kan verder plaats vinden volgens de normale procedure. Daarnaast is het mogelijk om cliënten vanuit de draggable op een bestaand verstrekkingsmoment te slepen. De cliënt en de laatste gemiste verstrekking wordt op de verstrekkingslijst getoond.

Voorraad

Wanneer de uitgifte van een middel aan de cliënt wordt geregistreerd kan er per middel worden aangegeven dat er medicatie is verstrekt uit de voorraad anders dan de persoonlijke voorraad van de cliënt. Het gaat hier dus om verstrekkingen uit de (nood)voorraad die wordt bijgehouden op de afdeling/groep.

Indien in de medicatievoorraad is aangegeven dat de medicatie altijd uit de voorraad wordt gehaald dan wordt bij het aanvinken de voorraadregel automatisch gevuld.

Icoon

Omschrijving

Plus

Voegt een nieuwe voorraadregel toe aan de betreffende verstrekking. In de pop-up die verschijnt moeten de volgende gegevens ingevoerd worden:

•Hoeveelheid: geeft aan hoeveel (tabletten, grammen etc.) van het betreffende middel uit de voorraad is gehaald.
•Middel: de verstrekker kan hier het specifieke middel selecteren dat uit de voorraad is gehaald en aan de cliënt is verstrekt. De verstrekker is  vrij om ieder middel uit de voorraad te kiezen, omdat het vooraf niet te bepalen is welk middel de verstrekker exact kiest. Zo kan het zijn dat de cliënt van de apotheek tabletten van 50mg geleverd heeft gekregen, maar dat er door een fout één tablet ontbreekt. In dat geval kan de verstrekker uit de noodvoorraad bijvoorbeeld één tablet van 50 mg halen of 2 tabletten van 25 mg. Op deze manier is de verstrekker flexibeler in de keuze van het middel dat uit de noodvoorraad wordt gehaald.
•Voorraad: uit welke voorraad het middel is verstrekt. Als het middel maar in één voorraad op de afdeling/groep aanwezig is dan wordt deze automatisch geselecteerd.

Nadat de verstrekking wordt opgeslagen wordt er een mutatie weggeschreven van het type 'uitgifte' en wordt de uitgegeven hoeveelheid afgeboekt van de voorraad. Op deze manier is een afboeking van de voorraad altijd terug te herleiden naar de verstrekking van de cliënt en de medewerker die dit heeft geregistreerd.

Potlood

Het kan zijn dat de voorraadregel verkeerd is ingevoerd en dat deze gecorrigeerd moet worden. Door op het 'edit' icoon te drukken kan de regel dan worden aangepast.

Na opslaan van de aanpassing worden er twee mutaties weggeschreven op de voorraad:
•De originele mutatie wordt ongedaan gemaakt door deze tegen te boeken. Zijn er bijvoorbeeld 2 tabletten Oxazepam uit de voorraad op de eerste verdieping gehaald dan worden deze tegengeboekt en dus weer opgeteld bij de voorraad.
•Vervolgens wordt de nieuwe mutatie geboekt als van het type 'uitgifte'. Is er bijvoorbeeld een correctie van 2 naar 1 tabletten Oxazepam gedaan, dan wordt er nu dus 1 tablet Oxazepam uit de voorraadkast op de eerste verdieping afgeboekt.

Prullenbak

Wanneer een voorraadregel niet nodig is kan deze verwijderd worden. Na opslaan van de verstrekking wordt er vervolgens een tegenboeking  gedaan. Waren er initieel 2 tabletten Oxazepam verstrekt dan worden deze nu weer opgeteld bij de voorraad.

Verstrekkingen verplaatsten

Het is mogelijk om binnen een bepaalde periode verstrekkingen naar een ander moment te verplaatsen.

Onderdeel

Veld

Omschrijving

Van afhaal- of uitgiftemoment

Uitgifte aan de balie/afdeling: Afhaalmoment

 

Uitgifte medicatieronde:

Uitgiftemoment

Cliënt

Hier kunnen cliënten gekozen worden die nu of in de toekomst een uitgifte hebben op de afdeling/groep.

Vanuit het verstrekkingsscherm is de cliënt bekend en wordt deze voorgevuld.

Alle verstrekkingen

Toont alle verstrekkingsmomenten van de betreffende cliënt waar een gemiste verstrekking in staat of die in de toekomst nog gepland zijn. Er worden geen momenten getoond die al zijn uitgegeven.

Alleen geplande

Toont alle momenten waar een geplande verstrekking bij aanwezig is

Alleen gemiste

Toont alle momenten waar een gemiste verstrekking bij aanwezig is

Vanaf

Een datum vanaf wanneer de verstrekkingsmomenten getoond moeten worden. Deze wordt automatisch gevuld met een datum een default aantal dagen terug ten opzichte van vandaag. De default komt uit de medicatie inrichting (Aantal dagen terug verplaatsen).

Tot en met

Een datum t/m tot wanneer de verstrekkingsmomenten getoond moeten worden. Deze wordt automatisch gevuld met een datum een default aantal dagen terug ten opzichte van vandaag. De default komt uit de medicatie inrichting (Aantal dagen vooruit verplaatsen).

Naar afhaal- of uitgiftemoment

 

Uitgifte aan de balie/afdeling: Afhaalmoment

 

Uitgifte medicatieronde:

Uitgiftemoment

 

 

Bestaand moment

Voorgedefineerde verstrekkingsmomenten waarop de verstrekking kan plaatsvinden

 

Selecteer afhaal- of uitgiftemoment

Kies een datum en tijdstip waarop de verstrekking moet plaatsvinden

Nieuw moment

Een zelf te bepalen verstrekkingsmoment

Selecteer afhaal- of uitgiftemoment

Kies een datum en tijdstip waarop de verstrekking moet plaatsvinden

Opslaan

Tussentijds opslaan. Het is mogelijk een nieuwe zoekopdracht te doen en meerdere verstrekkingen te verplaatsten

Opslaan en sluiten

Opslaan en sluiten

Annulere

Annuleren

 

Medicatievoorraad

Deze module is te vinden onder het afdeling/groep dashboard.
In de medicatievoorraad kan bijgehouden worden wat nu de voorraad van een bepaald middel is op de afdeling/groep. De medicatievoorraad is onderverdeeld in twee verschillende onderdelen, namelijk:
  1. Voorraden: bij de voorraden is het mogelijk om verschillende voorrraden in te richten op afdeling/groepen. Wanneer er twee voorraadkasten zijn op de afdeling/groep kunnen deze bijvoorbeld ingericht worden als 'Voorraadkast begane grond' en 'Voorraadkast eerste verdieping'. Deze voorraden zijn vrij in te richten, waardoor het mogelijk is de voorraden vorm te geven naar de wijze waarop de organisatie werkt met de medicatievoorraad. Afdeling/groepen kunnen onderling voorraden delen.
  2. Middelen: in een voorraad kunnen één of meerdere middelen zitten. Een middel kan dus bijvoorbeeld zowel aanwezig zijn in 'Voorraadkast begane grond' als 'Voorraadkast eerste verdieping'. Wanneer er vervolgens mutaties op het middel worden gedaan ontstaat er een actuele voorraad voor het middel. In de 'Voorraadkast begane grond' kan bijvoorbeeld nog 30 mg van het middel aanwezig zijn, terwijl in de 'Voorraadkast eerste verdieping' 75mg van het middel aanwezig is.

Hieronder wordt voor beide onderdelen de functionaliteit nader toegelicht.

Voorraden

Icoon

Omschrijving

Plus

Via dit icoon kan een nieuwe voorraad worden opgegeven.

 

Bestaande voorraad:

Hier kan een bestaande voorraad gekoppeld worden aan de afdeling/groep. Een voorraad kan aan meerdere afdeling/groepen gekoppeld zijn.

Voorraad naam:

De naam van de voorraad mag maar één keer voorkomen binnen de afdeling/groep.

Actueel:

Er kan gekozen worden om de voorraad niet actueel te maken. Dit houdt in dat de voorraad bij binnenkomst van het scherm niet meer getoond wordt. Er kunnen nog wel steeds aanpassingen worden gemaakt, bijvoorbeeld om nog enkele administratieve zaken af te handelen na het niet actueel maken van de voorraad.

Tendens

Toont een overzicht van de voorraadmutaties van alle middelen in deze voorraad in de vorm van een logboek

Potlood

De naam en of de voorraad wel/niet actueel is kan nog aangepast worden na het toevoegen van de voorraad. Let op, als de naam van een voorraad die op meerdere afdeling/groepen in gebruik is aangepast wordt dan zal overal deze aangepaste naam gebruikt worden.

Prullenbak

Een voorraad kan alleen verwijderd worden wanneer er nog geen middelen met een mutatie aanwezig zijn. Hier is voor  gekozen omdat altijd alleen op deze manier terug te herleiden is welke middelen in welke hoeveelheden op een bepaald moment aanwezig waren in een voorraad.

Let op:

- Bij het verwijderen wordt alleen de voorraad bij de gekozen afdeling/groep verwijderd
- Als de voorraad nergens anders meer is gebruikt wordt de voorraad zelf verwijderd

Lijst

Via dit icoon kan genavigeerd worden naar een overzicht van alle mutaties op de betreffende voorraad.

Middelen

Icoon

Omschrijving

Plus

Met dit icoon kan een middel worden toegevoegd aan een voorraad. Een middel mag maar één keer binnen een voorraad voorkomen. De volgende gegevens dienen opgegeven te worden bij het toevoegen van een middel:

•Geneesmiddel: er kan gezocht worden op de naam van het geneesmiddel (PRK of HPK)
•Actuele voorraad: geeft weer wat de actuele voorraad is. Bij het nieuw toevoegen van een middel aan de voorraad is deze altijd 0.
•Minimumvoorraad: de hoeveelheid van het middel dat minimaal in de voorraad aanwezig dient te zijn. Komt de voorraad onder deze waarde dan wordt er een bestelling klaargezet voor het betreffende middel.
•Bestelvoorraad: de voorraad van het middel die in de basis aanwezig dient te zijn. Het verschil tussen de bestelvoorraad en de minimumvoorraad is de hoeveelheid die altijd minimaal besteld wordt.
•Oudste verloopdatum: de oudste verloopdatum die in de voorraad aanwezig is. Zijn er twee doosjes in voorraad en verloopt het ene middel op 10 december 2017 en het andere middel op 2 februari 2018 dan wordt 10 december 2017 als oudste verloopdatum gevuld. Dit veld is niet verplicht om te vullen.
•Actueel: geeft aan of het middel actueel is. Is het middel niet actueel dan wordt deze niet getoond in de lijst met middelen.
•Altijd uit voorraad verstrekken: Geeft aan dat er bij de uitgifte van dit middel direct een voorraadregel wordt aangmaakt en dit middel uit de voorraad wordt verstrekt.

Tendens

Toont een overzicht van de voorraad- en middelmutaties van dit middel in de vorm van een logboek.

Uitgaand

Middel

Mutatie: hoeveelheid

Opmerking

Inkomend

Mutatie

Voorraad: hoeveelheid

Datum, tijd en uitvoerende medewerker

Potlood

De gegevens van de voorraad zijn na invoeren nog aan te passen, zodat eventuele wijzigingen in het proces rondom de voorraad meegenomen kunnen worden zonder opnieuw een middel toe te voegen aan de voorraad.

Prullenbak

Een middel kan alleen uit de voorraad verwijderd worden wanneer er nog geen mutatie op dit middel is gedaan. Hiervoor is gekozen omdat alleen op deze manier altijd is terug te herleiden welke middelen in welke hoeveelheden op een bepaald moment aanwezig waren in een voorraad.

Plusminus

•Type: een mutatie wordt altijd doorgevoerd als van een bepaald type. Op deze manier is terug te herleiden waar een bepaald middel is gebleven. Zo kan een middel bijvoorbeeld retour zijn gestuurd aan de apotheek. De volgende types kunnen worden gekozen:
oCorrectie af
oCorrectie bij
oOntvangst van apotheek
oOverboeking: Overboeken van voorraad naar een andere voorraad. Hier krijgt de gebruiker de mogelijkheid om voor een specifieke actuele voorraad te kiezen. Dit wordt bv. gebruikt om voorraad aan het einde van een periode te centraliseren.
oRetour apotheek
oSpillage
oStartvoorraad: deze wordt alleen gebruikt wanneer er begonnen wordt met het voorraadbeheer in USER en er was al een hoeveelheid van dit middel aanwezig. In voorraadkast begane grond ligt bijvoorbeeld al 50mg.
•Mutatie: de hoeveelheid van het middel dat gemuteerd moet worden.
•Opmerking: eventueel kan een opmerking worden ingevoerd waarom een bepaalde mutatie is doorgevoerd. Deze opmerking is niet verplicht.

Lijst

Via dit icoon kan genavigeerd worden naar een overzicht van alle mutaties van het middel in de betreffende voorraad.

 

Rollen

Rol:

Omschrijving:

MEDICATIE_VOORSCHRIFT

Geeft toegang tot de module medicatie met lees- en schrijfrechten

MEDICATIE_VOORSCHRIFT_LEES

Geeft toegang tot de module medicatie met leesrechten

MEDICATIE_VOORSCHRIFT_BEPERKT

Geeft beperkte toegang tot de module medicatie voorschrift met lees- en schrijfrechten

MEDICATIE_VOORSCHRIFT_LEES_BEP

Geeft beperkte toegang tot de module medicatie voorschrift met leesrechten

MEDICATIE_VOORSCHRIFT_DEF

Geeft het recht om een voorschrift definitief te maken

MEDICATIE_VOORSCHRIFT_STOP

Geeft toegang tot het stoppen van medicatie voorschriften

 

 

Voorschrijven

 

EIGEN_FORMULARIUM

Geeft recht om medicatie toe te voegen aan het eigen formularium

INSTELLING_FORMULARIUM

Geeft recht om medicatie toe te voegen aan het instelling formularium

 

 

Verstrekken

 

MEDICATIE_UITGIFTE

Geeft toegang tot het scherm en de mogelijkheid om voor de cliënt uitgiftes te doen en deze definitief te maken.  

MEDICATIE_UITGIFTE_LEES

Geeft toegang tot het scherm en de mogelijkheid om de uitgiftes voor de cliënt in te zien.

 

 

Voorraad

 

MEDICATIE_VOORRAAD

Mag voorraden en middelen aanmaken, wijzigen en verwijderen

MEDICATIE_VOORRAAD_LEES

Mag voorraden en middelen inzien

MEDICATIE_VOORRAAD_MUTATIE

Mag mutaties doorvoeren op de middelen

 



    • Related Articles

    • Medicatie

      Medicatie Het scherm is te benaderen via de tegel Inrichting - Medicatie. Inrichten mate van bewijs contra-indicatie Bij het vastleggen van een contra-indicatieaard moet de mate van bewijs worden vastgelegd. De mate van bewijs geeft de voorschrijver ...
    • Ongewenste middelen

      Ongewenste middelen Indien een nieuwe medicatieopdracht wordt ingevoerd in de medicatie module, controleert het systeem of dit geneesmiddel schadelijke gevolgen heeft of overgevoeligheden veroorzaakt voor de betreffende cliënt. De ongewenste middelen ...
    • Middel of maatregelen

      Actie commissie scherm Het scherm is te benaderen via de tegel Inrichting - Middel of maatregelen - Actie commissie. In dit scherm kan men de verschillende acties die een MIP commissie onderneemt vastleggen. Bij het invoeren van een melding kan men ...
    • Algemeen gebruik

      Algemeen gebruik Algemeen Dashboard openen Dossier cliënt Gerelateerd scherm of module Nieuw item Vorig scherm Hoofdscherm op het dashboard Agenda medewerker Lijst met waardes Berichten via webcenter Werklijst Nieuw zorgproces Sticky toolbar Toolbar ...
    • Algemeen gebruik

      Algemeen gebruik Algemeen Dashboard openen Dossier cliënt Gerelateerd scherm of module Nieuw item Vorig scherm Hoofdscherm op het dashboard Agenda medewerker Lijst met waardes Berichten via webcenter Werklijst Nieuw zorgproces Sticky toolbar Toolbar ...