Medicatie
De medicatiemodule in USER is te benaderen via het
cliëntdossier en kan gebruikt worden voor de volgende groepen cliënten:
- Cliënten die ambulant in behandeling zijn en medicatie in
eigen beheer hebben.
- Cliënten die ambulant of klinisch in behandeling zijn en
medicatie niet in eigen beheer hebben, maar voor meerdere innamemomenten
volgens een vast afhaalschema medicatie ophalen bij de uitgfiteposten van de
instelling of bij de thuisapotheek.
- Cliënten die klinisch zijn opgenomen en per innamemoment de
juiste medicatie krijgen uitgedeeld/toegediend in de kliniek.
De functionaliteit bestaat uit:
- Medicatie overzicht
- Medicatie voorschrijven. Hiermee kan een arts nieuwe
voorschriften aanmaken, herhaalvoorschriften aanmaken, concepten wijzigen en
voorschriften beëindigen. Meer informatie is te vinden op de voorschrijf pagina.
- Medicatie verstrekken. Verpleegkundigen en
uitgiftemedewerkers kunnen de verstrekking van medicatie registreren in
de verstrekking module.
Het medicatieoverzicht
Het medicatieoverzicht geeft inzicht in de voorschriften. In
dit overzicht wordt per voorschrift informatie getoond over onder meer het
verloop, het geneesmiddel en de gebruiksvoorschriften.
Filter
Door middel van een geavanceerd filter is het mogelijk
voorschriften te filteren. Bij binnenkomst in de module is het filter ingesteld
op status (concept, gestart) of een door de gebruiker zelf ingesteld
standaardfilter. Na het wijzigen van de filteropties moet er op 'Toepassen'
worden geklikt. De status (concept, gestart etc..) betreffen altijd de
'actuele' status.
Verloop
In het blok aan de linkerkant wordt het verloop van het
voorschrift weergegeven. Zo wordt hier, afhankelijk van het verloop van het
voorschrift, de startdatum, einddatum en stopdatum getoond. Daarnaast wordt
door middel van een grafiek het verloop gepresenteerd. De verschillende
mogelijkheden worden in de tabel hieronder getoond.
| Omschrijving |
| Geeft aan dat het om een
concept voorschrift gaat die nog niet definitief is. |
| Geeft aan dat het om een
gepland voorschrift gaat die al definitief is en start in de toekomst. |
| Het betreft een gestart
recept waar in dit geval nog 20 dagen looptijd resterend zijn. |
| Het gaat om een
medicatieopdracht met een onbeperkte looptijd. Er is dus nog een onbeperkt
aantal dagen resterend. |
| Het recept is
verstreken en er zijn dus nog 0 dagen resterend. |
| Het voorschrift is
handmatig gestopt en er zijn dus nog 0 dagen resterend. |
| Het voorschrift is
geannuleerd en er zijn dus nog 0 dagen resterend. |
Geneesmiddel, gebruiksvoorschriften, voorschrijver &
controles
In het middelste blok worden de volgende gegevens getoond:
- Geneesmiddel: het door de voorschrijver
voorgeschreven geneesmiddel.
- Gebruiksvoorschriften: de door de
voorschrijver ingevoerde gebruiksvoorschriften. Wanneer het voorschrift uit
meerdere perioden bestaat worden alleen de gebruiksvoorschriften van de actuele
periode getoond.
- Voorschrijver: de naam en instantie van de
voorschrijver worden getoond. In het geval van interne voorschriften wordt de
naam van de eigen organisatie getoond. Bij externe voorschriften wordt de naam
en instantie van de externe voorschrijver getoond voor zover dit is ingevuld.
In het geval van een extern voorschrift zijn deze velden namelijk niet
verplicht.
- Controles: onder de gegevens van de
voorschrijver worden de verschillende controles getoond. Na het klikken op één
van de controles kunnen detailgegevens worden opgevraagd. Het gaat om de
volgende controles:
- O: ongewenst middel
- I of C: (contra)indicatie
- P: pseudodubbelmedicatie
- D: doseringscontrole
Acties
In het medicatieoverzicht kunnen verschillende acties worden
uitgevoerd.
| Omschrijving |
| Voer een nieuw voorschrift
in. |
| Wijzig een voorschrift.
Een voorschrift kan alleen gewijzigd worden als het voorschrift de status
'concept' heeft. |
| Bekijk een definitief
voorschrift. |
| Stop een voorschrift. Een
actueel voorschrift krijgt na stoppen de status gestopt. Een concept
voorschrift wordt geannuleerd. Eventueel kan na stoppen een stoprecept
(digitaal) verstuurd worden naar de apotheek. |
| Herhaal het voorschrift.
Voorschriften die bewust voor de einddatum zijn gestopt (het voorschrift is
dus niet verstreken) kunnen niet herhaald worden. |
| De medicatieopdracht
(voorschrift zonder einddatum) dient gecontroleerd te worden. Dit wordt ook
gesignaleerd bij de voorschrijver op zijn (hoofd)behandelaars dashboard. Na
het controleren kan de arts het voorschrift 'afvinken' door op deze knop te
klikken en een nieuwe datum op te geven wanneer de medicatieopdracht weer
bekeken moet worden. |
Bedrijfsregels
Filter
Er zijn twee filtermogelijkheden beschikbaar:
- Toon actueel: alle voorschriften die zijn gestart,
in de toekomst starten (gepland) of die in concept zijn.
- Toon alles: alle voorschriften ongeacht welke status
deze hebben. Zo worden hier bijvoorbeeld ook de gestopte, verstreken en
geannuleerde voorschriften getoond.
Looptijd van medicatievoorschrift
- Startdatum: datum vanaf waarop de medicatie moet worden
ingenomen.
- Einddatum: datum tot waarop de medicatie moet worden
ingenomen.
- Stopdatum: is de datum waarop het medicatievoorschrift
vroegtijdig wordt gestopt/geannuleerd.
Er zijn verschillende manieren waarop een voorschrift
beëindigd kan zijn:
- Verstreken: indien de einddatum in het verleden ligt en de
stopdatum leeg is
- Gestopt: indien de stopdatum in het verleden ligt en het
voorschrift gestopt is nadat deze gestart was
- Geannuleerd: indien de stopdatum is ingevuld en deze voor
de startdatum ligt
Voorschrijven
Een arts kan een nieuw voorschrift aanmaken in het
voorschrijfscherm. De velden zichtbaar in deze blokken zijn afhankelijk van een
aantal eigenschappen van de cliënt. Er kunnen drie groepen cliënten worden
onderscheiden:
- Ambulante cliënt met medicatie in eigen beheer
- Als de cliënt geen actuele klinische of actuele opiaten
behandelmodule heeft, dan kan de arts alleen voorschriften uitschrijven die
verstuurd worden naar een thuisapotheek van de cliënt. De apotheek bij
personalia wordt vooraf ingevuld, maar kan worden gewijzigd. De medicatie van
deze cliënt zal niet terugkomen in de verstrekkingsmodule.
- Cliënten met een opiaten of klinisch behandelprogramma
die via een vast afhaalschema medicatie ophalen bij de instelling of de
thuisapotheek
- Wanneer cliënten medicatie niet in eigen beheer krijgen, kan
men een afhaalschema koppelen. Dit is mogelijk voor cliënten met een ambulant
opiaten behandelprogramma of een klinische opname. De behandeling wordt vooraf
ingevuld in het voorschrift, alsmede de afdeling/groep die verantwoordelijk
wordt voor de verstrekking van de medicatie aan de cliënt. De cliënt zal op
de verstrekkingslijsten geplaatst
worden van de betreffende afdeling/groep. Hier kan de verpleegkundige de
verstrekking registreren.
- Clienten met een klinisch behandelprogramma die
medicatie krijgen uitgedeeld/toegediend
- Voor cliënten die per deelmoment medicatie krijgen
toegediend, of uitgedeeld kan men deeltijden aan een voorschrift koppelen. Deze
worden vooraf ingevuld al gelang de inrichting van
de afdeling/groep. Dit houdt in dat wanneer een cliënt 2 maal daags 1 tablet
uitgedeeld dient te krijgen, dat de voorschrijver 2 deeltijden bij het
voorschrift moet opslaan, en dat de verpleegkundige de cliënt twee keer per dag
op de deellijst in de verstrekkingmodule tegen komt.
Veld
|
Omschrijving
|
Intern/extern
|
Hier kan worden aangegeven
of het voorschrift is voorgeschreven door een interne medewerker of een
externe medewerker (ook te zien in het overzicht).
Indien voor 'extern' wordt
gekozen hoeven slechts drie velden gevuld te worden: •Geneesmiddel •Geldig vanaf •Toelichting (optioneel)
Een extern voorschrift is
altijd gelijk definitief (dus gestart).
|
Voorschrijver
|
Hier wordt de naam van de
voorschrijver ingevoerd. Dit zijn alleen de mensen die het recht hebben om
voor te schrijven. Default wordt deze vooraf ingevuld met de ingelogde
medewerker.
|
Verstrekker
|
Welke apotheek (of
apotheekhoudende huisarts) gaat het medicijn leveren en zal het recept
ontvangen. Deze wordt default gevuld met de thuisapotheek als: •Het een ambulante cliënt
betreft zonder opiatenbehandelprogramma •Er bewust is gekozen voor
afhalen bij apotheek
Apotheekhoudende
instanties Bij de verstrekker kunnen
ook apotheekhoudende instanties worden geselecteerd (meer
info).
|
Behandelprogramma
|
Hier worden de actuele
(gestarte) behandelprogramma's van de cliënt getoond waarbij (bij 'Onderhoud
behandelprogramma') 'Uitgeven/afhalen toegestaan' is aangevinkt en er een
klinische afd/groep en/of uitgiftepost met een geldige apotheek is bekend is.
|
Afdeling/groep
|
Dit is de afdeling/groep
waarop de verstrekking zal gaan plaats vinden en wordt afgeleid van het
behandelprogramma.
|
Afhalen bij apotheek /
afhalen op kliniek / uitdelen
|
Hier dient aangegeven te
worden hoe het voorschrift wordt afgehandeld.
1.Afhalen bij apotheek:
het recept wordt naar de thuisapotheek van de cliënt gestuurd. Er dient een
afhaalschema te worden gekoppeld. De cliënt krijgt volgens dat afhaalschema
de medicatie van de apotheek mee naar huis.
2.Afhalen op kliniek: het
recept wordt naar de apotheek van de kliniek of afdeling/groep van de
uitgiftepost gestuurd. De cliënt wordt op de verstrekkingslijsten van de
afdeling/groep geplaatst en de cliënt kan daar de medicatie komen afhalen
(Default aangevinkt bij poliklinische, ambulante behandelingen en
opiatenprogramma's) .
3.Uitdelen: het recept
wordt naar de apotheek van de kliniek gestuurd. De cliënt komt voor elk
deelmoment op de verstrekkingslijst van de afdeling/groep (Default aangevinkt
bij klinische behandelingen).
|
Middel / Dosering / Indicatie
Veld
|
Omschrijving
|
Geneesmiddel
|
Na het typen in dit veld
worden standaard een aantal suggesties getoond. De suggesties voor
geneesmiddelen zijn afhankelijk van het formularium. Als het eigen,
respectievelijk het instelling formularium gevuld is, worden de suggesties
hieruit getoond.
Is het formularium niet
gevuld, dan worden suggesties getoond uit alle geneesmiddelen die beschikbaar
zijn. In deze LOV kan gezocht worden naar een Medicijn op
handelsproductniveau of op voorschrijfniveau. Er worden twee kolommen
weergegeven, PRK/HPK resultaten.
Na selectie worden de
velden: sterkte, farmaceutische vorm en toedieningsweg automatisch ingevuld.
|
Medische noodzaak
specialité
/merkgeneesmiddel
|
Wanneer een handelsproduct
wordt geselecteerd bij het geneesmiddel verschijnt een checkbox (standaard
aangevinkt) met daarachter de tekst 'Medische
noodzaak/spécialité/merkgeneesmiddel. Wanneer dit veld is aangevinkt wordt op
het (digitale) recept de tekst 'Medische noodzaak
spécialité/merkgeneesmiddel' opgenomen. Hierdoor weet de apotheker dat ook
exact dit middel geleverd dient te worden en hier niet van afgeweken kan
worden door een generiek product te leveren.
|
Toedieningsweg
|
De toedieningsweg is de
route waarop een medicijn of een ander middel in contact wordt gebracht met
het gewenste deel van een lichaam.
Voorbeelden van
toedieningswegen: Cutaan (op de huid), Inhalatie, Klysma, Oogdruppels, Oraal,
Rectaal, Intraveneus (via injectie in een ader), Intra-articulair (via
injectie in een gewricht), Inhalatie.
|
Voorschrijfreden
|
Hier kan een reden worden
opgegeven waarom het betreffende medicijn wordt voorgeschreven. Dit is bij 39
medicaties een verplicht veld: in dit geval wordt de reden ook getoond op het
recept.
|
Toelichting
|
Vrij tekstveld voor
opmerkingen/toevoegingen. Deze tekst wordt ook meegestuurd op het recept aan
de apotheek.
|
Formularium
|
Hier wordt aangegeven of
de ingelogde gebruiker een eigen gevuld formularium heeft, een
instellingsformularium of geen formularium.
|
Verbijzondering
|
Indien een reden
voorschrijven is ingevoerd, kan de voorschrijver een verbijzondering
aangeven.
Een geneesmiddel kan profylactisch (voorkomen dat een ziekte gaat
voordoen) zijn of
therapeutisch (ziekte bestrijden).
De verbijzondering wordt
gebruikt bij de controles van de z-index in het kader van medicatiebewaking.
|
Afgeleide
Contra-indicatieaard
|
Wanneer er een middel
geselecteerd wordt die bij specifieke indicaties wordt voorgeschreven, dan
wordt de afgeleide contra-indicatie aard getoond. Deze kan toegevoegd worden
door de voorschrijver, waarna dit opgeslagen wordt in de module
contra-indicatie.
|
Meting
|
De laatste lengte /
gewicht meting wordt getoond wanneer ingevuld in de module metingen. Hier
wordt de doseringscontrole op gebaseerd.
|
Bijwerkingen
|
De voorschrijver kan
aangeven of hij de cliënt op de hoogte heeft gesteld van bijwerkingen.
|
Medicijn selecteren
Als artsen medicatie willen voorschrijven, dan kan dit
vanuit USER op voorschrijfniveau (PRK) en handelsproductniveau (HPK) (volgens
Z-index). Als een geneesmiddel op handelsproductniveau wordt voorgeschreven,
wordt dit in ALTA automatisch gekoppeld aan het geneesmiddel op
voorschrijfniveau. Het voorschrijfniveau wordt getoond bij de resultaten. Op
het recept verschijnt ook het geneesmiddel op PRK niveau.
Hieronder volgt een voorbeeld om bovenstaande toe te
lichten. Als tijdens de selectie van het medicijn is gekozen voor het
handelsproduct: FSME IMMUN INJECTIE SUSPENSIE WWSP 0,5ML, dan worden de velden automatisch ingevuld met:
Medicijn: TEKENENCEFALITISVACCIN INJSUS 4,8UG/ML WWSP 0,5ML
Farmaceutische vorm: SUSPENSIE VOOR INJECTIE
Sterkte: 4,8 UG/ML
Toedieningsweg: INTRAMUSCULAR
Het is mogelijk om een geneesmiddel toe te voegen aan het
formularium. Het formularium bestaat uit twee niveaus, namelijk het medewerker
niveau (eigen niveau) en het instellingsniveau. Deze twee formularia zijn
gebaseerd op de in USER ingelezen geneesmiddelen die voortkomen uit de Z-index.
Met het aanzetten van het vinkje wordt het geneesmiddel toegevoegd. Door het
vinkje weer uit te zetten wordt het verwijderd uit het formularium. Een
geneesmiddel dat op generiek niveau is toegevoegd aan het formularium, kan ook
alleen op dat niveau weer verwijderd worden. Hetzelfde geldt voor het
handelsproduct niveau. Voor het formularium zijn in USER ALTA de rollen
EIGEN_FORMULARIUM en INSTELLING_FORMULARIUM aangemaakt. Deze rollen geven de
gebruiker de mogelijkheid om medicijnen aan het formularium op eigen niveau en
instellingsniveau toe te voegen of weer te verwijderen.
Gebruik
In het blok gebruik kan men aangeven of het voorschrift
opgebouwd wordt aan de hand van geen schema, een dagen schema of een stapjes
schema.
Geen schema
De voorschrijver geeft (in het geval van een recept) aan
hoeveel dagen het voorschrift dient te lopen en heeft de mogelijkheid om
maximaal drie gebruiksvoorschriften op te voeren.
Dagenschema
Artsen schrijven regelmatig op- en afbouwschema’s voor met
betrekking tot medicatie. Bijvoorbeeld in een verslavingsinstelling om methadon
of een ander opiaat af te bouwen. Het is daarom mogelijk om een dagenschema te
creeëren. Dit doet men door meerdere voorschriftperiodes toe te voegen aan het
voorschrift. Per voorschriftperiode kan men een aantal dagen opgeven en
maximaal drie gebruiksvoorschriften. Wanneer men een medicatieopdracht
aanmaakt, blijven de laatste gebruiksvoorschriften doorlopen totdat het voorschrift
handmatig wordt gestopt. Bij een recept is de einddatum verplicht en stopt het
recept na de laatste voorschrijfperiode.
Stapjesschema
Naast een dagenschema kan de voorschrijver een stapjesschema
gebruiken om op- en afbouwschema's te creeën. Deze geeft een startdosering op,
een stapgrootte, een einddosering en een interval. Bij een recept kan men
aangeven of het voorschrift door dient te lopen op de einddosering tot de
einddatum van het recept. Bij een medicatieopdracht loopt de einddosering door
totdat de voorschrijver het voorschrift handmatig stopt.
Veld
|
Omschrijving
|
Gebruik
|
Gebruiksvoorschrift wordt
handmatig ingevoerd volgens WCIA-25 standaard: XtYa [b]. Daarnaast kan men
een LOV gebruiken.
Wanneer de cliënt een
klinisch of ambulant opiaten behandelprogramma heeft, is het niet mogelijk om
meer dan één gebruiksvoorschrift per voorschriftperiode te hebben, wanneer
dit zo nodig medicatie betreft.
|
Deeltijden
|
Bij een voorschrift van
het type uitdelen, zullen bij elk ingevoerde gebruiksvoorschrift vakjes
getoond worden met deeltijden. De deeltijden worden vooraf ingevuld waar
mogelijk, al gelang de inrichting van
de deeltijden bij de afdeling/groep. Als er meer deeltijden nodig zijn, dan
vastligt in de inrichting, zullen lege vakjes getoond worden. De
voorschrijver zal deze tijden handmatig moeten aanvullen.
Als er voor de betreffende
afdeling/groep waar het voorschrift wordt uitgegeven speciale deeltijden zijn
ingericht (ontbijt, lunch, diner of slaapmedicatie) dan verschijnt er
een icoon achter de
deeltijd. Na klikken op het icoon verschijnen de speciale deeltijden en kan
de voorschrijver één van deze deeltijden selecteren.
|
Verloop
Veld
|
Omschrijving
|
Recept / medicatieopdracht
|
Hier kan gekozen worden
voor 'recept' of 'medicatieopdracht'. Wanneer voor medicatieopdracht wordt
gekozen dan zijn de volgende velden niet meer in te vullen: - Totaal aantal - Aantal dagen - Iteraties - Einddatum
Daarnaast is een
medicatieopdracht niet te herhalen.
|
Startdatum
|
De datum vanaf wanneer de
medicatie moet worden toegepast. Bij een herhalingsrecept wordt de startdatum
de einddatum van het vorige voorschrift + 1 dag. De startdatum kan in dit
geval niet meer worden aangepast.
Wanneer het medicatie
betreft die naar de apotheek van de afdeling/groep wordt verstuurd (omdat er
wordt afgehaald of uitgedeeld in de kliniek) wordt de startdatum default
ingevuld met de datum van de eerste volgende levering van de apotheek. De
voorschrijver mag dit aanpassen, maar zal een notificatie ontvangen dat deze
mogelijk contact moet opnemen met de apotheek voor een tussentijdse levering.
|
Totaal aantal (in stuks)
|
Aantal stuks dat apotheek
moet meegeven aan de cliënt.
|
Totaal aantal dagen
|
Het aantal dagen waarvoor
de apotheek medicatie moet meegeven aan de cliënt. Wordt automatisch
berekend.
|
Aantal iteraties
|
Hier kan aangegeven worden
hoe vaak het recept opnieuw meegegeven mag worden vanuit de apotheek zonder
dat er opnieuw een (herhaal)recept uitgeschreven wordt.
|
Einddatum
|
De datum tot waarop de
medicatie moet worden toegepast. Deze einddatum wordt automatisch berekend en
kan in bepaalde gevallen nog worden aangepast.
|
Controletermijn
|
Een medicatieopdracht
loopt oneindig door. Echter is het mogelijk om een medicatieopdracht een
controletermijn mee te geven waarna het voorschrift gecontroleerd dient te
worden. De controletermijn wordt vooraf ingevuld aan de hand van de waarde
uit de inrichting.
De voorschrijver kan deze waarde aanpassen.
|
Antidatering
Er worden in de praktijk regelmatig medicijnen verstrekt,
terwijl de daadwerkelijke arts van de cliënt dit op dat moment (nog) niet weet.
Er worden dan bijvoorbeeld medicijnen uit de voorraadkast gehaald. Medicatie
kan dus toegediend worden zonder dat het medicatievoorschrift al gemaakt is. Er
moet daarom ook antidatering toegepast kunnen worden op een
medicatievoorschrift.
Afhaalschema
Veld
|
Omschrijving
|
Afhaalschema
|
Wanneer medicatie volgens
een vast afhaalschema bij de thuisapotheek van de cliënt of in de kliniek
dient te worden afgehaald, kan de voorschrijver hier een afhaalschema kiezen.
De LOV met afhaalschema's is gebaseerd op de afhaalschema's die zijn ingericht
bij de afdeling/groep waarvoor het voorschrift geldt. Dit is afhankelijk van
het gekozen behandelprogramma.
Bij een nieuw voorschrift
wordt het afhaalschema automatisch gevuld als het schema bij de cliënt reeds
in gebruik is bij geplande of gestarte voorschriften. Als er verschillende
afhaalschema's zijn gebruikt dan wordt het afhaalschema leeg gelaten.
|
Voorschrift definitief maken
Wanneer het voorschrift definitief wordt gemaakt, en er zijn
deeltijden of een afhaalschema gekoppeld, dan zal de cliënt op de
verstrekkingsslijsten geplaatst worden vanaf de startdatum van het voorschrift
t/m het aantal dagen dat is ingesteld in de default waarde 'Genereer
verstrekkingen voor x dagen vooruit bij definitief maken'. De nachtelijke job
'pack_medicatie_verstrekking.job_rearrange;' vult deze aan met het aantal dagen
die zijn ingericht in de default waarde 'Genereer verstrekkingen voor x dagen vooruit
in nachtelijke job'. Zowel in de afdeling/groep agenda als de cliënt agenda
is/zijn deze afspra(a)k(en) zichtbaar. Vanuit deze afspraken kan er door worden
genavigeerd naar het verstrekkingsscherm om
de daadwerkelijke verstrekking of afwezigheid van de cliënt te registreren.
Een recept waarbij de e-postbus van de apotheek bekend is
wordt direct verzonden via Edifact. Als dit niet lukt wordt hiervan melding
gemaakt.
Recepten printen
Door op de knop recepten te klikken vanuit het medicatie
overzicht wordt een scherm getoond van alle (stop)recepten en
medicatieopdrachten die mogelijk kunnen worden afgedrukt of digitaal kunnen
worden verstuurd. Bij de recepten en medicatieopdrachten die geprint of
verzonden zijn wordt dit vermeld. Eén of meerdere van de volgende vier
statussen wordt dan vermeld:
- Recept geprint
- Recept verzonden
- Stoprecept geprint
- Stoprecept verzonden
(Stop)recepten worden afgedrukt op A6 formaat.
Controles Z-Index
Z-Index B.V. is in Nederland de intermediair op het gebied
van zorginformatie over alle zorgproducten die te verkrijgen zijn bij
zorgverleners zoals apothekers, artsen, ziekenhuizen etc. (bron:
www.z-index.nl).
In ALTA wordt een aantal controles t.b.v. de medicatie bewaking
uitgevoerd. De meldingen die worden getoond zijn conform de Z-index. Bij
het negeren van de melding moet een reden worden opgegeven waarom de melding
genegeerd wordt. Deze reden wordt opgeslagen in de database. In het medicatie
overzicht is zichtbaar bij welk middel een melding is gegenereerd en
waarvoor. De volgende controles zijn ingebouwd:
- Ongewenste middelen
- Indien een nieuwe medicatieopdracht wordt ingevoerd in de
medicatie module, controleert het systeem of dit geneesmiddel schadelijke
gevolgen heeft of overgevoeligheden veroorzaakt voor de betreffende cliënt. De
ongewenste middelen per cliënt worden vastgelegd en beheert in de module
ongewenste middelen. Indien geen allergie bekend is, kan een vinkje worden
gezet achter 'Geen allergie bekend'. Hetzelfde geldt voor het vastleggen van
'Geen bekende medicatie allergieën'. Vervolgens kan worden aangegeven wat de
bron is en eventueel een toelichting worden ingevoerd. Zie ook ongewenste
middelen.
De melding die verschijnt indien de controle voor ongewenste
middelen af gaat, kan worden genegeerd. Het is hierbij verplicht om een reden
van negeren aan te geven.
- Interactie
- In ALTA wordt gecontroleerd of er interactie is tussen
bepaalde geneesmiddelen. Als dit het geval is, verschijnt een melding op het
moment dat het voorschrift definitief wordt gemaakt, of op het moment dat de
einddatum van het concept voorschrift wordt gewijzigd. Het voorschrift waarmee
interactie is, is in alle gevallen definitief. De melding toont inhoudelijke
informatie over de interactie en geeft vier opties:
- Lopende MO akkoord: beide voorschriften worden definitief
gemaakt, reden negeren interactie moet gemeld worden.
- Lopende MO stoppen: nieuwe voorschrift wordt toegevoegd,
lopende voorschrift dat in conflict is wordt gestopt.
- Nieuwe MO annuleren: de situatie blijft zoals hij was vóór
het aanmaken van het nieuwe voorschrift.
- Terug: je gaat terug naar het vorige scherm.
- In het medicatie-overzicht wordt zichtbaar dat het
geneesmiddel interactie heeft met een ander geneesmiddel (als driehoekje
zichtbaar achter het geneesmiddel). Hier kan de interactie-melding of meldingen
opnieuw worden ingezien.
- Bewaken (pseudo) dubbelmedicatie
- In ALTA wordt gecontroleerd op (pseudo)dubbelmedicatie
volgens de Z-index. Dubbelmedicatie is de verstrekking aan een persoon waarbij
volgens de medicatiehistorie nog ten minste één geneesmiddel acties is met
dezelfde PRK, GPK, GSK-W, SPK, SSK en/of SNK als het te verstrekken
geneesmiddel. Bij pseudodubbelmedicatie is sprake van geneesmiddelen met
verschillende werkzame stoffen (verschillende SNK), maar met een vergelijkbare
farmacotherapeutische werking. De melding die verschijnt indien de controle voor
(pseudo)dubbelmedicatie af gaat, kan worden genegeerd. Het is hierbij verplicht
om een reden van negeren aan te geven.
- Bewaking op leeftijd (valt onder doseringscontrole)
- Doel van deze controle is om te voorkomen dat een
geneesmiddel wordt gegeven aan een cliënt bij wie schadelijke gevolgen te
verwachten zijn omdat deze cliënt jonger is dan een bepaalde leeftijd. De
melding die verschijnt indien de controle voor leeftijd af gaat, kan worden
genegeerd. Het is hierbij verplicht om een reden van negeren aan te geven.
- Bewaking op geslacht (valt onder doseringscontrole)
- Geeft een melding indien een bepaald geneesmiddel specifiek
voor mannen danwel voor vrouwen geschikt is. De melding die verschijnt indien
de controle voor geslacht af gaat, kan worden genegeerd. Het is hierbij
verplicht om een reden van negeren aan te geven.
- Bewaken onjuiste dosering (valt onder
doseringscontrole)
- De bewaking op basis van de dosering bestaat uit een aantal
onderdelen. In USER ALTA wordt gecontroleerd op zowel norm- als
absolute-minima/maxima doseringen, controle per frequentie, extra
cliëntkenmerken zoals gewicht en lichaamsoppervlakte en controle op afwijkende
toedieningsweg. De melding die verschijnt indien de doseringscontrole af gaat,
kan worden genegeerd. Het is hierbij verplicht om een reden van negeren aan te
geven.
- Bewaken contra-indicatie en bijzondere kenmerken
- De bewaking op contra-indicatie en bijzondere kenmerken is
geïmplementeerd in USER. Voor het vastleggen van de contra-indicatieaard is een
nieuwe module ontwikkeld. Indien de cliënt al medicatie voorgeschreven heeft
gekregen en deze conflicteert met een toegevoegde contra-indicatieaard of
bijzonder kenmerk, komt hiervan direct een melding in de module
contra-indicatieaard. Na het toevoegen kan een expiratiedatum worden ingevoerd
bij de contra-indicatieaard en kan de mate van bewijs worden aangegeven. Indien
de expiratiedatum van een contra-indicatieaard is verstreken, moet de arts de
contra-indicatieaard handmatig definitief afsluiten. Als de
contra-indicatieaard definitief is afgesloten wordt er geen melding meer van
gegeven bij het voorschrijven van medicatie.
- Bij de groep Kinderwens, Zwangerschap en Borstvoeding
bestaat de mogelijkheid om 'altijd melden' aan te vinken. In dat geval wordt
altijd een melding gegeven ongeacht het verlopen van de expiratiedatum of het
definitief afsluiten van de contra-indicatieaard.
- Indien een middel wordt voorgeschreven dat conflicteert met
een vastgelegde contra-indicatieaard, komt hiervan een melding bij het
voorschrijven. De reden negeren moet, indien toch het middel voorgeschreven
wordt, worden ingevoerd.
- Afgeleide contra-indicatieaard
- Naast het vastleggen van de contra-indicatieaard in de
module wordt de contra-indicatieaard ook afgeleid van de voorgeschreven
medicatie. Bijvoorbeeld bij het voorschrijven van insuline geeft USER de
mogelijkheid om de afgeleide contra-indicatieaard diabetes vast te leggen. Dit
is niet verplicht. USER komt met deze suggestie bij het selecteren van het
geneesmiddel.
Onderdelen en controles van de z-index die nog niet in
USER geïmplementeerd zijn
Het is nog niet mogelijk om een specifieke controle te
onderdrukken voor een bepaalde periode. Ook is de methode van dosering naar
duurberekening nog niet geïmplementeerd. De doseringscontroles worden
uitgevoerd op basis van een standaard frequentie en tijdseenheid. Dat kan
bijvoorbeeld 3x per dag 1 tablet zijn. 3x per dag is dan de frequentie en
tijdseenheid die wordt vastgelegd in het gebruikersvoorschrift. Indien de
frequentie en tijdseenheid van het ingevoerde gebruikersvoorschrift afwijkt van
de standaard, kan de doseringscontrole niet worden uitgevoerd en wordt hiervan
een melding gegeven. Het kan dus voorkomen dat een gebruikersvoorschrift van 3x
per dag 3 tabletten leidt tot een melding m.b.t. overdosering en een
gebruikersvoorschrift van 4x dag 3 tabletten voor hetzelfde middel leidt tot
een melding dat de doseringscontrole niet kan worden uitgevoerd omdat de
frequentie en tijdseenheid niet kunnen worden bepaald.
Verstrekken
Wanneer een cliënt een lopend voorschrift heeft, en er zijn
deeltijden of een afhaalschema gekoppeld, dan zal de cliënt op de
verstrekkingsslijsten staan vanaf de startdatum van het voorschrift. Voor ieder
verstrekkingsmoment wordt er in de agenda's van de afdeling/groep, de cliënt en
de medewerkers die aan de uitgifte gekoppeld zijn een afspraak gegenereerd.
Wanneer op deze afspraak in de agenda wordt geklikt navigeert de gebruiker naar
de verstrekkingslijst waarop alle cliënten staan die op dat moment middelen
uitgedeeld krijgen of komen afhalen.
Het verstrekkingsscherm bestaat uit twee verschillende
delen. Wanneer vanuit de agenda wordt genavigeerd naar de verstrekking wordt
eerst een cliëntoverzicht getoond met alle cliënten die binnen deze
verstrekkingsperiode middelen dienen te ontvangen. Vanuit dit scherm kan
doorgeklikt worden naar een specifieke cliënt, waarna voor elk middel van de
cliënt aangegeven kan worden of deze wel of niet uitgegeven zijn en waarom
(niet).
Cliëntoverzicht
In het cliëntoverzicht worden alle cliënten getoond die
binnen deze verstrekking middelen moeten afhalen. Per cliënt wordt de naam
getoond en de begin- en eindtijd van de verstrekking. Wanneer de
uitgiftemedewerker nog geen middelen heeft verstrekt zijn zowel de begin- als
eindtijd niet gevuld. Als de uitgiftemedewerker vervolgens middelen gaat
uitgeven wordt op de achtergrond bijgehouden wanneer hier mee gestart is en
gaat er een teller lopen die bijhoudt hoe lang de medewerker met de
verstrekking bezig is geweest. De begin- en eindtijd worden bij het opslaan van
de aan de cliënt verstrekte middelen vervolgens automatisch gevuld. De
uitgiftemedewerker heeft altijd de mogelijkheid om deze tijden nog aan te
passen.
Daarnaast kan de uitgiftemedewerker de contactstatus van de
cliënt aanpassen. Is de cliënt bijvoorbeeld niet verschenen dan kan een andere
contactstatus worden toegewezen, bijvoorbeeld 'afwezig'. In dit geval is het
niet mogelijk om middelen te verstrekken. Medewerkers kunnen tijdens en voor de
verstrekkingsperiode worden toegevoegd aan de agenda afspraak.
Icoon
|
Omschrijving
|
Pillen
|
Navigeert naar de
verstrekkingslijst van de betreffende cliënt met daarop de middelen die op
dat moment aan de cliënt verstrekt moeten worden.
|
Opslaan
|
Slaat de verstrekking op.
|
Opslaan/volgende
|
Slaat de verstrekking op
en navigeert terug naar de agenda waar de afspraak geselecteerd is.
|
Annuleren
|
Annuleert alle wijzigingen
in het scherm sinds de laatste keer opslaan.
|
Slotje
|
Registreert de
verstrekking voor alle cliënten. Bij het registereren wordt gekeken of er
voor cliënten een methadonverrichting uitgedeeld moet worden.
|
Verversen
|
Verversingsknop om
tussentijds de verstrekkingsstatus zichtbaar te krijgen
|
Vergrootglas
|
Kan gebruikt worden om te
zoeken naar een cliënt in de verstrekkingslijst.
|
Verversen uitgiftestatus
Wanneer vanaf het afdeling/groep dashboard wordt genavigeerd
naar de verstrekkingslijst worden automatisch de verstrekkingsstatussen
ververst. Wanneer met meerdere uitgiftemedewerkers tegelijk wordt gewerkt in
het scherm is het kan de verversingsknop tussentijds worden gebruikt om
zichtbaar te krijgen welke cliënten al medicatie hebben ontvangen en waar nog
een uitgifte of aanvullende registratie nodig is. De cliënt kan één van de
volgende statussen hebben:
- Gepland: de verstrekkingen zijn ingepland maar er
is nog niks geregistreerd door de uitgiftemedewerker.
- Gestart: voor ten minste één middel is al een
uitgifte geregistreerd of alle middelen zijn al uitgegeven maar de
risicomedicatie dient nog gecontroleerd te worden.
- Gereed: voor alle middelen is geregistreerd of deze
wel of niet zijn uitgegeven en alle controles voor de risicomedicatie zijn
gedaan.
- Verplaatst: de verstrekkingen zijn verplaatst naar
een ander moment. Door de verstrekking te openen kan gezien worden waar de
verstrekking naar toe verplaatst is. De regel is grijs gemaakt en de
datumvelden blijven leeg. Bij het registeren worden deze niet meegenomen.
Middelen per cliënt
Per cliënt worden alle middelen getoond op een zogeheten
deellijst. Deze lijst toont alle middelen die de cliënt op dat moment
uitgedeeld dient te krijgen inclusief het gebruiksvoorschrift, de geplande
dosering en eventuele bijzonderheden. Per middel dient er aangegeven te worden
of deze is afgehaald of toegediend. Bij niet verstrekte middelen is een
toelichting verplicht.
Naast een toelichting per middel is het mogelijk om
cliënttekst te vullen voor de afspraak.
Risicomedicatie
Middelen die in de Z-index als risicomedicatie zijn
aangemerkt dienen dubbel geparafeerd te worden. Er wordt dan twee keer het
afvinkicoon getoond. Twee medewerkers dienen onder hun eigen account dit middel
af te vinken.
Zo nodig medicatie
Wanneer een verstrekking 'zo nodig' medicatie betreft zijn
de details hiervan standaard dichtgeklapt en wordt in de rechter bovenhoek
getoond dat het om 'zo nodig' medicatie gaat. De verstrekking kan geregistreerd
worden door de verstrekking uit te klappen.
Icoon
|
Omschrijving
|
lege groene V
|
Door op dit icoon te
klikken kan aangegeven worden dat het middel verstrekt is.
|
gevulde groene V
|
De donkere achtergrond in
het icoon geeft aan dat het middel verstrekt is aan de cliënt.
|
lege rode X
|
Door op dit icoon te
klikken kan aangegeven worden dat het middel niet verstrekt is.
|
Gevulde rode X
|
De donkere achtergrond in
het icoon geeft aan dat het middel niet verstrekt is aan de cliënt.
|
Agenda
|
Toont bij een klinisch
opgenomen cliënt de uitdeeltijden en bij een cliënt die de medicatie komt
ophalen het afhaalschema.
|
Pagina
|
Toont de toelichting uit
het voorschrift die ook meegaat op het (digitale) recept.
|
Uitroepteken
|
Geeft aan of er
bijzonderheden zijn bij de betreffende verstrekking. Op het icoon wordt
vervolgens aangegeven hoeveel bijzonderheden er zijn voor de betreffende
verstrekking, bijvoorbeeld: . De volgende drie
bijzonderheden kunnen getoond worden:
1. De actuele
contraindicaties van de cliënt.
2. Of de medicatieopdracht
onderliggend aan de verstrekking gecontroleerd dient te worden.
3. Of het voorschrift
eerder is gestart dan dat de apotheek normaal gesproken zou komen leveren. In
dat geval kan het zijn dat de apotheek een nalevering doet en de medicatie al
in de persoonlijke voorraad van de cliënt aanwezig is. Het kan ook zo zijn dat
het middel uit de algemene vooraad gehaald moet worden.
|
Pijl links
|
Geeft aan dat er
voorgaande verstrekkingen door de cliënt niet ingenomen zijn. Op het icoon
wordt vervolgens aangegeven hoeveel verstrekkingen er dan gemist zijn,
bijvoorbeeld: .
|
Opslaan en volgende
|
Slaat voor de betreffende
cliënt de gegevens over de uitgedeelde middelen op en navigeert terug naar
het cliëntoverzicht.
|
Opslaan
|
Slaat voor de betreffende
cliënt de gegevens over de uitgedeelde middelen op.
|
Overzicht
|
Navigeren naar het
medicatieoverzicht van de cliënt indien alle gegevens in het scherm
opgeslagen zijn.
|
Annuleren
|
Annuleert alle wijzigingen
in het scherm sinds de laatste keer opslaan.
|
Verplaatsen
|
Verstrekkingen verplaatsen
|
Cliënten met gemiste vertrekkingen
Cliënten die één of meerdere opeenvolgende gemiste
verstrekkingsmomenten hebben (contactstatus afwezig) worden getoond in de
draggable van de afdeling/groep dashboards. Wanneer deze cliënten op een later
tijdstip wel hun medicatie komen afhalen of krijgen toegediend, dan kan de
cliënt op het juiste tijdstip in de agenda worden gesleept. Er wordt een
verstrekkingsmoment aangemaakt die de laatste gemiste verstrekking toont. De
verstrekte doses kan handmatig worden aangepast. De uitgifte kan verder plaats vinden
volgens de normale procedure. Daarnaast is het mogelijk om cliënten vanuit de
draggable op een bestaand verstrekkingsmoment te slepen. De cliënt en de
laatste gemiste verstrekking wordt op de verstrekkingslijst getoond.
Voorraad
Wanneer de uitgifte van een middel aan de cliënt wordt
geregistreerd kan er per middel worden aangegeven dat er medicatie is verstrekt
uit de voorraad anders dan de persoonlijke voorraad van
de cliënt. Het gaat hier dus om verstrekkingen uit de (nood)voorraad die wordt
bijgehouden op de afdeling/groep.
Indien in de medicatievoorraad is aangegeven dat de
medicatie altijd uit de voorraad wordt gehaald dan wordt bij het aanvinken de
voorraadregel automatisch gevuld.
Icoon
|
Omschrijving
|
Plus
|
Voegt een nieuwe
voorraadregel toe aan de betreffende verstrekking. In de pop-up die
verschijnt moeten de volgende gegevens ingevoerd worden:
•Hoeveelheid: geeft aan
hoeveel (tabletten, grammen etc.) van het betreffende middel uit de voorraad
is gehaald. •Middel: de verstrekker
kan hier het specifieke middel selecteren dat uit de voorraad is gehaald en
aan de cliënt is verstrekt. De verstrekker is vrij om ieder middel uit
de voorraad te kiezen, omdat het vooraf niet te bepalen is welk middel de
verstrekker exact kiest. Zo kan het zijn dat de cliënt van de apotheek
tabletten van 50mg geleverd heeft gekregen, maar dat er door een fout één
tablet ontbreekt. In dat geval kan de verstrekker uit de noodvoorraad
bijvoorbeeld één tablet van 50 mg halen of 2 tabletten van 25 mg. Op deze
manier is de verstrekker flexibeler in de keuze van het middel dat uit de
noodvoorraad wordt gehaald. •Voorraad: uit welke
voorraad het middel is verstrekt. Als het middel maar in één voorraad op de
afdeling/groep aanwezig is dan wordt deze automatisch geselecteerd.
Nadat de verstrekking
wordt opgeslagen wordt er een mutatie weggeschreven van het type 'uitgifte'
en wordt de uitgegeven hoeveelheid afgeboekt van de voorraad. Op deze manier
is een afboeking van de voorraad altijd terug te herleiden naar de
verstrekking van de cliënt en de medewerker die dit heeft geregistreerd.
|
Potlood
|
Het kan zijn dat de
voorraadregel verkeerd is ingevoerd en dat deze gecorrigeerd moet worden.
Door op het 'edit' icoon te drukken kan de regel dan worden aangepast.
Na opslaan van de
aanpassing worden er twee mutaties weggeschreven op de voorraad: •De originele mutatie
wordt ongedaan gemaakt door deze tegen te boeken. Zijn er bijvoorbeeld 2
tabletten Oxazepam uit de voorraad op de eerste verdieping gehaald dan worden
deze tegengeboekt en dus weer opgeteld bij de voorraad. •Vervolgens wordt de
nieuwe mutatie geboekt als van het type 'uitgifte'. Is er bijvoorbeeld een
correctie van 2 naar 1 tabletten Oxazepam gedaan, dan wordt er nu dus 1
tablet Oxazepam uit de voorraadkast op de eerste verdieping afgeboekt.
|
Prullenbak
|
Wanneer een voorraadregel
niet nodig is kan deze verwijderd worden. Na opslaan van de verstrekking
wordt er vervolgens een tegenboeking gedaan. Waren er initieel 2
tabletten Oxazepam verstrekt dan worden deze nu weer opgeteld bij de
voorraad.
|
Verstrekkingen verplaatsten
Het is mogelijk om binnen een bepaalde periode
verstrekkingen naar een ander moment te verplaatsen.
Onderdeel
|
Veld
|
Omschrijving
|
Van afhaal- of
uitgiftemoment
Uitgifte aan de
balie/afdeling: Afhaalmoment
Uitgifte medicatieronde:
Uitgiftemoment
|
Cliënt
|
Hier kunnen cliënten
gekozen worden die nu of in de toekomst een uitgifte hebben op de
afdeling/groep.
Vanuit het
verstrekkingsscherm is de cliënt bekend en wordt deze voorgevuld.
|
Alle verstrekkingen
|
Toont alle
verstrekkingsmomenten van de betreffende cliënt waar een gemiste verstrekking
in staat of die in de toekomst nog gepland zijn. Er worden geen momenten
getoond die al zijn uitgegeven.
|
Alleen geplande
|
Toont alle momenten waar
een geplande verstrekking bij aanwezig is
|
Alleen gemiste
|
Toont alle momenten waar
een gemiste verstrekking bij aanwezig is
|
Vanaf
|
Een datum vanaf wanneer de
verstrekkingsmomenten getoond moeten worden. Deze wordt automatisch gevuld
met een datum een default aantal dagen terug ten opzichte van vandaag. De
default komt uit de medicatie
inrichting (Aantal dagen terug verplaatsen).
|
Tot en met
|
Een datum t/m tot wanneer
de verstrekkingsmomenten getoond moeten worden. Deze wordt automatisch gevuld
met een datum een default aantal dagen terug ten opzichte van vandaag. De
default komt uit de medicatie
inrichting (Aantal dagen vooruit verplaatsen).
|
Naar afhaal- of
uitgiftemoment
Uitgifte aan de
balie/afdeling: Afhaalmoment
Uitgifte medicatieronde:
Uitgiftemoment
|
Bestaand moment
|
Voorgedefineerde
verstrekkingsmomenten waarop de verstrekking kan plaatsvinden
|
Selecteer afhaal- of
uitgiftemoment
|
Kies een datum en tijdstip
waarop de verstrekking moet plaatsvinden
|
Nieuw moment
|
Een zelf te bepalen
verstrekkingsmoment
|
Selecteer afhaal- of
uitgiftemoment
|
Kies een datum en tijdstip
waarop de verstrekking moet plaatsvinden
|
Opslaan
|
Tussentijds opslaan. Het
is mogelijk een nieuwe zoekopdracht te doen en meerdere verstrekkingen te
verplaatsten
|
Opslaan en sluiten
|
Opslaan en sluiten
|
Annulere
|
Annuleren
|
Medicatievoorraad
Deze module is te vinden onder het afdeling/groep dashboard.
In de medicatievoorraad kan bijgehouden worden wat nu de
voorraad van een bepaald middel is op de afdeling/groep. De medicatievoorraad
is onderverdeeld in twee verschillende onderdelen, namelijk:
- Voorraden: bij de voorraden is het mogelijk om
verschillende voorrraden in te richten op afdeling/groepen. Wanneer er twee
voorraadkasten zijn op de afdeling/groep kunnen deze bijvoorbeld ingericht
worden als 'Voorraadkast begane grond' en 'Voorraadkast eerste verdieping'.
Deze voorraden zijn vrij in te richten, waardoor het mogelijk is de voorraden
vorm te geven naar de wijze waarop de organisatie werkt met de
medicatievoorraad. Afdeling/groepen kunnen onderling voorraden delen.
- Middelen: in een voorraad kunnen één of meerdere
middelen zitten. Een middel kan dus bijvoorbeeld zowel aanwezig zijn in
'Voorraadkast begane grond' als 'Voorraadkast eerste verdieping'. Wanneer er
vervolgens mutaties op het middel worden gedaan ontstaat er een actuele
voorraad voor het middel. In de 'Voorraadkast begane grond' kan bijvoorbeeld
nog 30 mg van het middel aanwezig zijn, terwijl in de 'Voorraadkast eerste
verdieping' 75mg van het middel aanwezig is.
Hieronder wordt voor beide onderdelen de functionaliteit
nader toegelicht.
Voorraden
Icoon
|
Omschrijving
|
Plus
|
Via dit icoon kan een
nieuwe voorraad worden opgegeven.
Bestaande voorraad:
|
Hier kan een bestaande voorraad gekoppeld worden aan de
afdeling/groep. Een voorraad kan aan meerdere afdeling/groepen gekoppeld
zijn.
|
Voorraad naam:
|
De naam van de voorraad mag maar één keer voorkomen
binnen de afdeling/groep.
|
Actueel:
|
Er kan gekozen worden om de voorraad niet actueel te
maken. Dit houdt in dat de voorraad bij binnenkomst van het scherm niet
meer getoond wordt. Er kunnen nog wel steeds aanpassingen worden gemaakt,
bijvoorbeeld om nog enkele administratieve zaken af te handelen na het niet
actueel maken van de voorraad.
|
|
Tendens
|
Toont een overzicht van de
voorraadmutaties van alle middelen in deze voorraad in de vorm van een
logboek
|
Potlood
|
De naam en of de voorraad
wel/niet actueel is kan nog aangepast worden na het toevoegen van de
voorraad. Let op, als de naam van een voorraad die op meerdere
afdeling/groepen in gebruik is aangepast wordt dan zal overal deze aangepaste
naam gebruikt worden.
|
Prullenbak
|
Een voorraad kan alleen
verwijderd worden wanneer er nog geen middelen met een mutatie aanwezig zijn.
Hier is voor gekozen omdat altijd alleen op deze manier terug te
herleiden is welke middelen in welke hoeveelheden op een bepaald moment
aanwezig waren in een voorraad.
Let op:
- Bij het verwijderen
wordt alleen de voorraad bij de gekozen afdeling/groep verwijderd - Als de voorraad nergens
anders meer is gebruikt wordt de voorraad zelf verwijderd
|
Lijst
|
Via dit icoon kan
genavigeerd worden naar een overzicht van alle mutaties op de betreffende
voorraad.
|
Middelen
Icoon
|
Omschrijving
|
Plus
|
Met dit icoon kan een
middel worden toegevoegd aan een voorraad. Een middel mag maar één keer
binnen een voorraad voorkomen. De volgende gegevens dienen opgegeven te
worden bij het toevoegen van een middel:
•Geneesmiddel: er kan
gezocht worden op de naam van het geneesmiddel (PRK of HPK) •Actuele voorraad: geeft
weer wat de actuele voorraad is. Bij het nieuw toevoegen van een middel aan
de voorraad is deze altijd 0. •Minimumvoorraad: de
hoeveelheid van het middel dat minimaal in de voorraad aanwezig dient te
zijn. Komt de voorraad onder deze waarde dan wordt er een bestelling
klaargezet voor het betreffende middel. •Bestelvoorraad: de
voorraad van het middel die in de basis aanwezig dient te zijn. Het verschil
tussen de bestelvoorraad en de minimumvoorraad is de hoeveelheid die altijd
minimaal besteld wordt. •Oudste verloopdatum: de
oudste verloopdatum die in de voorraad aanwezig is. Zijn er twee doosjes in
voorraad en verloopt het ene middel op 10 december 2017 en het andere middel
op 2 februari 2018 dan wordt 10 december 2017 als oudste verloopdatum gevuld.
Dit veld is niet verplicht om te vullen. •Actueel: geeft aan of het
middel actueel is. Is het middel niet actueel dan wordt deze niet getoond in
de lijst met middelen. •Altijd uit voorraad
verstrekken: Geeft aan dat er bij de uitgifte van dit middel direct een
voorraadregel wordt aangmaakt en dit middel uit de voorraad wordt verstrekt.
|
Tendens
|
Toont een overzicht van de
voorraad- en middelmutaties van dit middel in de vorm van een logboek.
Uitgaand
|
Middel
|
Mutatie: hoeveelheid
|
Opmerking
|
Inkomend
|
Mutatie
|
Voorraad: hoeveelheid
|
|
|
Datum, tijd en uitvoerende medewerker
|
|
|
|
Potlood
|
De gegevens van de
voorraad zijn na invoeren nog aan te passen, zodat eventuele wijzigingen in
het proces rondom de voorraad meegenomen kunnen worden zonder opnieuw een
middel toe te voegen aan de voorraad.
|
Prullenbak
|
Een middel kan alleen uit
de voorraad verwijderd worden wanneer er nog geen mutatie op dit middel is
gedaan. Hiervoor is gekozen omdat alleen op deze manier altijd is terug te
herleiden welke middelen in welke hoeveelheden op een bepaald moment aanwezig
waren in een voorraad.
|
Plusminus
|
•Type: een mutatie wordt
altijd doorgevoerd als van een bepaald type. Op deze manier is terug te
herleiden waar een bepaald middel is gebleven. Zo kan een middel bijvoorbeeld
retour zijn gestuurd aan de apotheek. De volgende types kunnen worden
gekozen: oCorrectie af oCorrectie bij oOntvangst van apotheek oOverboeking: Overboeken
van voorraad naar een andere voorraad. Hier krijgt de gebruiker de
mogelijkheid om voor een specifieke actuele voorraad te kiezen. Dit wordt bv.
gebruikt om voorraad aan het einde van een periode te centraliseren. oRetour apotheek oSpillage oStartvoorraad: deze wordt
alleen gebruikt wanneer er begonnen wordt met het voorraadbeheer in USER en
er was al een hoeveelheid van dit middel aanwezig. In voorraadkast begane
grond ligt bijvoorbeeld al 50mg. •Mutatie: de hoeveelheid
van het middel dat gemuteerd moet worden. •Opmerking: eventueel kan
een opmerking worden ingevoerd waarom een bepaalde mutatie is doorgevoerd.
Deze opmerking is niet verplicht.
|
Lijst
|
Via dit icoon kan
genavigeerd worden naar een overzicht van alle mutaties van het middel in de
betreffende voorraad.
|
Rollen
Rol:
|
Omschrijving:
|
MEDICATIE_VOORSCHRIFT
|
Geeft toegang tot de
module medicatie met lees- en schrijfrechten
|
MEDICATIE_VOORSCHRIFT_LEES
|
Geeft toegang tot de
module medicatie met leesrechten
|
MEDICATIE_VOORSCHRIFT_BEPERKT
|
Geeft beperkte toegang tot
de module medicatie voorschrift met lees- en schrijfrechten
|
MEDICATIE_VOORSCHRIFT_LEES_BEP
|
Geeft beperkte toegang tot
de module medicatie voorschrift met leesrechten
|
MEDICATIE_VOORSCHRIFT_DEF
|
Geeft het recht om een
voorschrift definitief te maken
|
MEDICATIE_VOORSCHRIFT_STOP
|
Geeft toegang tot het
stoppen van medicatie voorschriften
|
|
|
Voorschrijven
|
|
EIGEN_FORMULARIUM
|
Geeft recht om medicatie
toe te voegen aan het eigen formularium
|
INSTELLING_FORMULARIUM
|
Geeft recht om medicatie
toe te voegen aan het instelling formularium
|
|
|
Verstrekken
|
|
MEDICATIE_UITGIFTE
|
Geeft toegang tot het
scherm en de mogelijkheid om voor de cliënt uitgiftes te doen en deze
definitief te maken.
|
MEDICATIE_UITGIFTE_LEES
|
Geeft toegang tot het
scherm en de mogelijkheid om de uitgiftes voor de cliënt in te zien.
|
|
|
Voorraad
|
|
MEDICATIE_VOORRAAD
|
Mag voorraden en middelen
aanmaken, wijzigen en verwijderen
|
MEDICATIE_VOORRAAD_LEES
|
Mag voorraden en middelen
inzien
|
MEDICATIE_VOORRAAD_MUTATIE
|
Mag mutaties doorvoeren op
de middelen
|