In dit artikel wordt de rapportage verzuimstatistiek toegelicht. We beschrijven de kolommen en lichten de berekeningen toe. De berekeningen zijn gebaseerd op de Vernet methode.
Filters
De verzuimrapportage kan op een aantal items gefilterd
worden. Bij het produceren van output wordt rekening gehouden met de opgegeven
filters.
 
  | 
   Filter: 
   | 
  
   Toelichting: 
   | 
 
 
  | 
   Afdeling(en) 
   | 
  
   De afdelingen waarover het verzuim berekend wordt. De te
  selecteren afdelingen zijn gebaseerd op de afdelingsautorisatie van de
  ingelogde gebruiker. 
   | 
 
 
  | 
   Periode 
   | 
  
   De verslagperiode. Er wordt gerekend met de eerste dag van
  de ”Periode van”-maand en met de laatste dag van de “Periode tot en
  met”-maand. 
   | 
 
 
  | 
   Verzuimtypering 
   | 
  
   De verzuimtyperingen welke in de berekeningen gebruikt dienen
  te worden. De typeringen zoals ingericht in Beheer | Stamtabellen |
  Verzuimredenen worden gevolgd.  
   | 
 
 
  | 
   Contractvorm(en) 
   | 
  
   De contractvormen welke in de berekeningen gebruikt dienen
  te worden. Standaard worden de contractvormen die normaliter salaris
  ontvangen geselecteerd. 
   | 
 
 
Afdeling
De omschrijving van de afdeling waarover het verzuim wordt
berekend. Als een afdeling of het aantal contracturen van een dienstverband wijzigt,
binnen de opgegeven verslagperiode, dan wordt hier rekening mee gehouden. 
Een dienstverbandwijziging heeft per definitie effect op de
som van de kalenderdagen van de afdeling waarop het dienstverband betrekking
heeft. 
Dus heeft een dienstverbandwijziging
effect op het verzuimpercentage van de afdeling, immers de “noemer” wijzigt in
de berekening. 
Als er bij het dienstverband dat wijzigt ook nog eens
verzuim speelt, dan is er een dubbel effect. Immers de “teller” en de “noemer”  wijzigen in de berekening.
Verzuimpercentage
Het verzuimpercentage geeft aan bij welk procentueel deel
van de verslagperiode verzuim heeft plaatsgevonden. Per afdeling worden alle dienstverbanden
meegenomen die binnen de verslagperiode actief zijn (geweest) en aan de filter(s)
voldoen.
 
  | 
     
   | 
  
   Som( Verzuimdagen * PTF * AO% ) 
   | 
  
     
   | 
 
 
  | 
   Verzuimpercentage = 
   | 
  
    
   | 
  
   * 100% 
   | 
 
 
  | 
     
   | 
  
   Som( Kalenderdagen * PTF ) 
   | 
  
     
   | 
 
Bij het bepalen van de verzuimdagen en kalenderdagen binnen
de verslagperiode wordt rekening gehouden met de in- en uitdienstdatum en
eventuele afdelingswijzigingen. De parttime factor (PTF) wordt per maand
berekend door de contracturen te delen door de fulltime werkweekuren. AO% staat
voor arbeidsongeschiktheidspercentage.
Omdat de PTF in de verzuimberekening wordt gebruikt,
betekent dit dus dat 0-uur contracten niet aan het verzuimpercentage bijdragen.
Als een dienstverband van uren wijzigt gedurende de verslagperiode, dan wordt hier
rekening mee gehouden.
FTE
Het fulltime-equivalent (FTE) is de som van de contracturen
gedeeld door de som van fulltime uren per week over de verslagperiode.
De fulltime uren per week staan vastgelegd in de
klantgegevens en kunnen bijvoorbeeld 36, 38 of 40 uur zijn. Daarnaast kan voor een
dienstverband een afwijkend aantal fulltime uren per week zijn opgegeven, ook
hier wordt rekening mee gehouden.
Meldingsfrequentie
De meldingsfrequentie geeft aan hoe vaak dienstverbanden
gemiddeld een nieuwe verzuimperiode hebben binnen de verslagperiode. Het
gemiddelde wordt genormaliseerd naar een jaar. Als een verzuimmelding meer dan
28 dagen na de laatste herstelmelding start, dan ziet het systeem dit als een
nieuwe verzuimperiode. De berekening is als volgt:
 
  | 
     
   | 
  
   Verzuimperiodes 
   | 
  
     
   | 
  
   Kalenderdagen in jaar 
   | 
 
 
  | 
   Meldingsfrequentie = 
   | 
  
    
   | 
  
   * 
   | 
  
    
   | 
 
 
  | 
     
   | 
  
   Dienstverbanden 
   | 
  
     
   | 
  
   Kalenderdagen in verslagperiode 
   | 
 
 
  | 
     
   | 
  
     
   | 
  
     
   | 
  
     
   | 
 
Beëindigingsfrequentie          
De tegenhanger van de meldingsfrequentie,  de beëindigingsfrequentie geeft aan hoe vaak
werknemers zich gemiddeld hersteld melden per jaar. De berekening is als volgt:
 
  | 
     
   | 
  
   Herstelmeldingen 
   | 
  
     
   | 
  
   Kalenderdagen in
  jaar 
   | 
 
 
  | 
   Beëindigingsfrequentie = 
   | 
  
    
   | 
  
   * 
   | 
  
    
   | 
 
 
  | 
     
   | 
  
   Dienstverbanden 
   | 
  
     
   | 
  
   Kalenderdagen in
  verslagperiode 
   | 
 
Nieuwe verzuimperiodes
Deze teller omvat het aantal verzuimperiodes dat tijdens de verslagperiode
gestart is. 
Een verzuimperiode kan uit meerdere verzuimmeldingen bestaan.
Er wordt voor de telling naar de begindatum van de eerste verzuimmelding van de
verzuimperiode gekeken. Als de begindatum van de verzuimperiode tussen de begin-
en einddatum van de verslagperiode ligt, dan telt deze mee.
Als een verzuimmelding meer dan 28 dagen na de laatste herstelmelding
start, dan ziet het systeem dit als een nieuwe verzuimperiode. Als een verzuimperiode
vóór de verslagperiode is gestart, dan wordt deze niet in de telling meegenomen.
Beëindigde verzuimperiodes
De tegenhanger van het aantal nieuwe verzuimperiodes. Deze
teller omvat het aantal verzuimperiodes dat tijdens de verslagperiode beëindigd
is. Een verzuimperiode kan uit meerdere verzuimmeldingen bestaan. Er wordt voor
de telling alleen naar de einddatum van de laatste herstelmelding van de
verzuimperiode gekeken. De herstelmelding van de verzuimperiode dient tussen de
begin- en einddatum van de verslagperiode te liggen. 
Als een verzuimmelding meer dan 28 dagen na de laatste herstelmelding
start, dan ziet het systeem dit als een nieuwe verzuimperiode. Als een
verzuimperiode na de verslagperiode eindigt of geen einddatum heeft, dan wordt
deze niet in de telling meegenomen.
Dienstverbanden
Het aantal dienstverbanden omvat een telling van unieke
dienstverbanden dat gedurende de verslagperiode actief is (geweest). Voorwaarde
is dat een dienstverband minimaal een dag in dienst heeft in de verslagperiode.
Dienstverbanden met verzuimperiode
Dienstverbanden met verzuimperiode omvat een telling van het
aantal dienstverbanden dat één of meer verzuimperiodes heeft in de verslagperiode.
Hierbij dient minimaal één verzuimdag van een dienstverband in de verslagperiode
te vallen. Als een dienstverband twee of meer verzuimperiodes heeft, dan telt
deze in dit geval nog steeds mee als één.
Percentage dienstverbanden met verzuimperiode
Het percentage geeft weer hoeveel procent van de unieke
dienstverbanden één of meer verzuimperiodes heeft in de verslagperiode. De
berekening is als volgt:
 
  | 
     
   | 
  
   Dienstverbanden met
  verzuimperiode  
   | 
  
     
   | 
 
 
  | 
   % Dienstverbanden met verzuim = 
   | 
  
    
   | 
  
   * 100% 
   | 
 
 
  | 
     
   | 
  
   Dienstverbanden 
   | 
  
     
   | 
 
Verzuimdagen in verslagperiode
Het betreft hier het aantal verzuimdagen in de verslagperiode
verrekend met de parttime factor en het arbeidsongeschiktheidspercentage. Dit
is het getal dat boven de streep gebruikt wordt bij de berekening van het verzuimpercentage.
Als een verzuimperiode gedeeltelijk buiten de verslagperiode
ligt, dan worden alleen de verzuimdagen binnen de verslagperiode gebruikt.
Daarnaast wordt de verzuimperiode afgekapt op de in- en uitdienst datum, als deze
binnen de verslagperiode ligt.
Kalenderdagen in verslagperiode
Het betreft hier het aantal kalenderdagen in de verslagperiode
verrekend met de parttime factor. Dit is het getal dat onder de streep gebruikt
wordt bij de berekening van het verzuimpercentage.
Net als bij de verzuimdagen wordt dit getal afgekapt op de
in- en uitdienst datum, als deze binnen de verslagperiode ligt. Het verrekenen
met de parttime factor wordt per maand uitgevoerd. Dus als een dienstverband
van 18 uur naar 36 uur wijzigt gedurende de verslagperiode, dan wordt hier
rekening mee gehouden.
Gemiddelde verzuimduur in dagen
De gemiddelde verzuimduur in dagen geeft weer hoelang beëindigde
verzuimperiodes gemiddeld duren. Er wordt in deze berekening geen rekening
gehouden met de parttime factor en het arbeidsongeschiktheidspercentage. Als
een verzuimperiode geen einddatum heeft, of als de herstelmelding buiten de
verslagperiode ligt, dan worden deze verzuimdagen en/of herstelmeldingen buiten
beschouwing gelaten.
 
  | 
     
   | 
  
   Som( Verzuimdagen ) 
   | 
 
 
  | 
   Gemiddelde verzuimduur = 
   | 
  
    
   | 
 
 
  | 
     
   | 
  
   Som( Herstelmeldingen
  ) 
   | 
 
Bij het bepalen van de verzuimdagen wordt de begindatum van
de volledige verzuimperiode gebruikt. Ook als de begindatum buiten de
verslagperiode ligt.
De berekening van het percentage kort, middel, lang en extra
verzuim gebruikt dezelfde methode als de verzuimpercentage
berekening. Daarbij worden de verzuimdagen geclassificeerd op de duur van de
verzuimperiode. De duur kan worden vastgelegd in de stuurgegevens: Beheer | HR
| Stuurgegevens. Deze gegevens kunnen door de organisatie anders ingesteld worden.
Standaard zijn de waardes ingesteld als de duurklassen van de Vernet methode:
 
  | 
   Classificatie 
   | 
  
   Duur 
   | 
 
 
  | 
   Kort 
   | 
  
   Vanaf 1 dag tot en met 14 dagen 
   | 
 
 
  | 
   Middel 
   | 
  
   Vanaf 15 dagen tot en met 91 dagen 
   | 
 
 
  | 
   Lang 
   | 
  
   Vanaf 92 dagen tot en met 365 dagen 
   | 
 
 
  | 
   Extra lang 
   | 
  
   Vanaf 366 dagen tot en met 730 dagen 
   | 
 
 
In de verzuimpercentage berekening worden verzuimdagen gebruikt
die binnen de verslagperiode vallen. Het classificeren van kort, middel en lang
gebeurt door het verschil tussen de start -en einddatum van de volledige verzuimperiode
in verzuimdagen te berekenen. 
Als een verzuimperiode geen einddatum heeft of als de
einddatum na de verslagperiode ligt, dan wordt er gerekend met de einddatum van
de verslagperiode plus een dag.
Zie voor een aantal voorbeelden de laatste pagina van de infonote.
Dienstverbanden langer dan 2 jaar in verzuim
Deze teller geeft het aantal dienstverbanden
weer dat tijdens de verslagperiode langer dan twee jaar verzuim heeft. Als een
verzuimperiode geen einddatum heeft, dan wordt er gerekend met de laatste dag
van de verslagperiode plus een dag.
Voor de
berekening worden de verzuimdagen van de volledige verzuimperiode gesommeerd.
Als de som van verzuimdagen groter is dan 728 dagen (104 weken), dan telt een
dienstverband mee als langer dan 2 jaar in verzuim.
Als een
verzuimperiode uit meerdere verzuimmeldingen bestaat, dan wordt hier rekening
mee gehouden. Er wordt gerekend met de eerste melding van de verzuimperiode,
ook als deze vóór de verslagperiode valt. Als er tussen de begin- en einddatum
van de verzuimperiode dagen liggen waarop een dienstverband geen verzuim heeft,
dan worden deze dagen niet meegeteld.
Een afdeling heeft drie dienstverbanden: Pien, Flip en
Maartje.
De dienstverbanden hebben één verzuimmelding met AO 100% en
hebben gelijke contracturen. De standaard verzuimduurklassen worden gebruikt:
Pien heeft per 1-1-2000 een verzuimperiode
zonder herstelmelding
Flip heeft per 1-6-2000 een verzuimperiode
zonder herstelmelding
Maartje heeft per 1-8-2000 een verzuimperiode
en is per 10-8-2000 hersteld gemeld
Het jaar 2000 is een schrikkeljaar.
Een rapport van periode Jan 2000 t/m Jan 2000
Pien heeft verzuim in de verslagperiode.
Pien: Verschil                 (1-1-2000)
 - (1-2-2000) =         31 Dagen = Middel verzuim
Verslagperiode = 31 dagen * 3 dienstverbanden = 93 kalenderdagen
 
  | 
   Kort 
   | 
  
  
   0 
   | 
  
  
   Middel 
   | 
  
  
   31 
   | 
  
  
   Lang 
   | 
  
  
   0 
   | 
  
  
   Extra Lang 
   | 
  
  
   0 
   | 
  
 
 
  | 
   0,00% 
   | 
  
   = 93 * 100 
   | 
  
   33,33% 
   | 
  
   = 93 * 100 
   | 
  
   0,00% 
   | 
  
   = 93 * 100 
   | 
  
   0,00% 
   | 
  
   = 93 * 100 
   | 
 
 
Een rapport van periode Jun 2000 t/m Jun 2000:
Pien en Flip hebben verzuim in de verslagperiode
Pien verschil                   (1-1-2000)
- (1-7-2000)  =         182 Dagen (30 in per.) 
= Lang verzuim 
Flip verschil                     (1-6-2000)
- (1-7-2000)  =         30 Dagen = Middel verzuim
Verslagperiode = 30 dagen * 3 dienstverbanden = 90 kalenderdagen
 
 
  | 
   Kort 
   | 
  
   0 
   | 
  
   Middel 
   | 
  
   30 
   | 
  
   Lang 
   | 
  
   30 
   | 
  
   Extra
  Lang 
   | 
  
   0 
   | 
 
 
  | 
   0,00% 
   | 
  
   = 90 * 100 
   | 
  
   33,33% 
   | 
  
   = 90 * 100 
   | 
  
   33,33% 
   | 
  
   = 90 * 100 
   | 
  
   0,00% 
   | 
  
   = 90 * 100 
   | 
 
 
Een rapport van periode Jan 2000 t/m Aug 2000:
Pien, Flip en Maartje hebben verzuim in de verslagperiode
Pien verschil                   (1-1-2000)
- (1-9-2000) =          244 Dagen = Lang verzuim
Flip verschil                     (1-6-2000)
- (1-9-2000) =          92 Dagen = Lang verzuim
Maartje verschil            (1-8-2000)
- (10-8-2000) =        9 Dagen = Kort verzuim
Verslagperiode =  244
dagen * 3 dienstverbanden = 732 kalenderdagen
 
 
  | 
   Kort 
   | 
  
   9 
   | 
  
   Middel 
   | 
  
   0 
   | 
  
   Lang 
   | 
  
   336 
   | 
  
   Extra
  Lang 
   | 
  
   0 
   | 
 
 
  | 
   1,23% 
   | 
  
   = 732 * 100 
   | 
  
   0,00% 
   | 
  
   = 732 * 100 
   | 
  
   45,90% 
   | 
  
   = 732 * 100 
   | 
  
   0,00% 
   | 
  
   = 732 * 100 
   | 
 
 
Een rapport van periodes Jan 2000 t/m Apr 2001:
Pien, Flip en Maartje hebben verzuim in de verslagperiode
Pien verschil                   (1-1-2000)
- (1-5-2001) =          486 Dagen = Extra Lang verzuim
Flip verschil                     (1-6-2000)
- (1-5-2001) =          334 Dagen = Lang verzuim
Maartje verschil            (1-8-2000)
- (10-8-2000)  =      9 Dagen = Kort verzuim
Verslagperiode =  486
dagen * 3 dienstverbanden = 1.458 kalenderdagen
 
  | 
   Kort 
   | 
  
   9 
   | 
  
   Middel 
   | 
  
   0 
   | 
  
   Lang 
   | 
  
   334 
   | 
  
   Extra Lang 
   | 
  
   486 
   | 
 
 
  | 
   0,62% 
   | 
  
   = 1.458  * 100 
   | 
  
   0,00% 
   | 
  
   = 1.458  * 100 
   | 
  
   22,90% 
   | 
  
   = 1.458  * 100 
   | 
  
   33,33% 
   | 
  
   = 1.458  * 100 
   |