Via 'live-chat' kan je als zorgprofessional op een methodische wijze chatten met cliënten terwijl zij ook online zijn. De live-chat bouwsteen kan door een maker van een eHealth programma toegevoegd worden op een pagina uit zo'n programma. Vanaf die plek kan er dan een live-chat gestart worden door de zorgprofessional. Achteraf wordt het totale chatgesprek opgeslagen in een chatafschrift die vervolgens gemakkelijk (als bijlage) in een dossier geplaatst kan worden.
Hoe het werkt
De (zorg)professional start de chatsessie op de pagina van een programma waar de live-chat bouwsteen aanwezig is. Zodra een chatsessie geopend is, ontvangt de client een melding met een link naar de chatsessie. Een cliënt klikt op deze melding en kan vervolgens toetreden tot de sessie.
In het chatvenster zie je wie de deelnemers zijn. Gebruikers kunnen berichten typen via een invulveld. Aan berichten kunnen optioneel emoji’s toegevoegd worden. Daarnaast kunnen gebruikers van elkaar zien of iemand ‘aan het typen’ is. Met behulp van visuele elementen wordt gecommuniceerd van wie een bericht is en of het bericht gelezen is door de ontvanger.
Zodra de chatsessie afgerond is, kan de chatsessie gesloten worden. Dit kan alleen gedaan worden door de zorgprofessional. Zodra de sessie gesloten wordt, krijgt de client een (real-time) melding. Eenmaal gesloten, kan er niet meer gereageerd worden door deelnemers. Een chatsessie kan nooit opnieuw geopend worden.
Chatafschrift
Van elke chatsessie wordt automatisch een chatafschrift gegenereerd, waarin de hele historie terug te lezen is door de deelnemers. De hulpvrager kan het afschrift gebruiken als dossiervorming en de client kan het afschrift bijvoorbeeld meenemen naar de huisarts.
Bij het starten van een nieuwe chatsessie herhalen bovenstaande stappen zich. Elke sessie wordt begonnen met een ‘schone lei’. In de nieuwe sessie heb je geen inzicht meer in wat er de vorige sessie gezegd is. Dit kun je alleen terugvinden in het afschrift van die sessie.