Inkomende verwijzingen

Voor de module inkomende verwijzingen kunnen filters ingericht worden zodat in het zorgadministratiedashboard voor een bepaald onderdeel uit de organisatiehiërarchie, een afdeling/groep of een categorie maar een beperkt aantal inkomende verwijzingen getoond worden. Wanneer vanaf het zorgadministratie dashboard genavigeerd wordt naar de module inkomende  verwijzingen dan worden de volgende verwijzingen getoond:

1. De verwijzingen die voldoen aan het filter zoals deze ingericht is voor het onderdeel uit de organisatiehiërarchie, de afdeling/groep of de categorie. Is bijvoorbeeld ingericht dat voor 'Team A' alleen alle zorgproducten met de naam 'Cognitieve gedragstherapie' getoond moeten worden, dan wordt het aantal verwijzingen teruggebracht tot alleen verwijzingen met dit zorgproduct.
   
2. Wanneer, gezien vanaf het zorgadministratiedashboard waarvan je afkomstig bent, er filters zijn ingericht op een lager hiërarchisch niveau (dit is niet mogelijk wanneer alleen op categorie wordt ingericht), dan worden de verwijzingen uit punt 1 aangevuld met de verwijzingen van de lagere niveaus. Zijn er bijvoorbeeld twee afdelingen/groepen onder 'Team A' die de zorgproducten 'Verslavingszorg' en 'Groepstherapie' tonen dan worden bij Team A dus alle verwijzingen getoond voor 'Cognitieve gedragstherapie' (zoals ingericht onder punt 1), 'Verslavingszorg' en 'Groepstherapie'.
   
3. Op het hoogste niveau in de organisatiehiërarchie (niveau 1) worden altijd alle verwijzingen getoond. Op deze manier kunnen verwijzingen nooit tussen het wal en het schip raken, omdat ze in geen enkel filter voorkomen. Het is dus aan te raden om op het hoogste niveau in de gaten te houden of er verwijzingen zijn die niet worden verwerkt.
   
4. Wanneer voor het niveau waarvan je afkomstig bent geen filters zijn ingericht dan wordt eerst gekeken of er op lager niveau filters zijn ingericht (dit kan niet als gebruik wordt gemaakt van een categorie). Zijn op lager niveau filters ingericht dan worden de verwijzingen getoond die voldoen aan deze filters. Zijn er ook op lager niveau geen filters aanwezig dan worden geen verwijzingen getoond.
   
5. Wanneer er helemaal geen filters zijn ingericht voor de inkomende verwijzingen dan worden altijd alle verwijzingen getoond, onafhankelijk vanaf welk zorgadministratieniveau je afkomstig bent.
   

Om gebruik te kunnen maken van de filters zullen twee zaken ingericht moeten worden:

1. De entiteiten die ingericht zijn in Zorgdomein, zodat deze toegevoegd kunnen worden aan de filters. Het gaat hier dan om labels, clusters, locaties en zorgproducten zoals deze in Zorgdomein bekend zijn.
   
2. Aan een onderdeel uit de organisatiehiërarchie of een afdeling/groep kunnen filters worden toegevoegd bestaande uit (een combinatie van) de ingerichte Zorgdomein entiteiten.
   

Samenstellen filters

Het scherm is te benaderen via de tegel Inrichting - Inkomende verwijzing - Samenstellen filters.

Deze module wordt gebruikt om voor een onderdeel uit de organisatiehiëarchie, een afdeling/groep of een categorie één of meerdere filters toe te voegen. Aan de hand van deze ingestelde filters worden de inkomende verwijzingen teruggebracht tot alleen die verwijzingen die voldoen aan het filter.

Om één of meerdere filters toe te voegen kunnen de volgende twee stappen gevolgd worden:

1. Selecteer aan de linkerkant van het scherm het onderdeel uit de organisatiehiërarchie, de afdeling/groep of categorie waar het filter aan toegevoegd moet worden. Onderliggende niveau's kunnen zichtbaar gemaakt worden door op het pijltje naast de naam te klikken.
   
2. Vervolgens kan een filter worden toegevoegd bestaande uit één of meerdere Zorgdomein entiteiten (label, cluster, locatie en zorgproduct). Per Zorgdomein entiteit kan er in een filter steeds maar voor één optie gekozen worden.
   

De filters werken volgens een EN/OF constructie:

1. Binnen een filter wordt er gewerkt met de EN constructie. Wordt voor het filter ingericht dat deze is voor de 'Locatie Oldenzaal' en het zorgproduct 'Groepstherapie' dan worden alleen die verwijzingen getoond die zowel voor 'Locatie Oldenzaal' en het zorgproduct 'Groepstherapie' zijn. Zijn er verwijzingen voor het zorgproduct 'Groepstherapie' bij 'Locatie Enschede' dan worden de verwijzingen niet getoond.
   
2. Tussen de filters wordt er gewerkt met de OF constructie. Is in een filter ingericht dat de de verwijzingen getoond moeten worden voor 'Locatie Oldenzaal' en zorgproduct 'Groepstherapie' en in een tweede filter dat de verwijzingen getoond moeten worden voor 'Locatie Enschede' en zorgproduct 'Groepstherapie' dan worden dus de verwijzingen voor het zorgproduct 'Groepstherapie' getoond voor 'Locatie Oldenzaal' en 'Locatie Enschede'.
   

Zorgdomein entiteit

Het scherm is te benaderen via de tegel Inrichting - Inkomende verwijzing - Zorgdomein entiteit.

In Zorgdomein kunnen vier parameters ingericht worden die in USER gebruikt worden om de berichten te verspreiden. Dit zijn de onderstaande vier parameters met hun plaats in het HL7 SRM bericht.

Het scherm kan gebruikt worden om alle entiteiten die bij Zorgdomein bekend zijn op te voeren, zodat deze vervolgens in een filter gebruikt kunnen worden. Er kunnen drie gegevens ingevoerd worden:

1. Type: er dient gekozen te worden voor één van de vier types: label, locatie, cluster of zorgproduct.
   
2. Naam: voor alle velden dient de naam opgegeven te worden.
   
3.  Code: wanneer een cluster of een zorgproduct wordt ingevoerd dient ook altijd een code ingevuld te worden.
   

Bij het verwijderen van de Zorgdomein entiteit wordt gecontroleerd of deze al gebruikt wordt in een filter. Wanneer dit wel het geval is kan de Zorgdomein entiteit niet verwijderd worden en dient deze eerst uit de betreffende filters gehaald te worden.

Rollen