Een stagiair in fictieve dienstbetrekking is alleen
verzekerd voor de Ziektewet (ZW). 
Het loon van de stagiair is dus sv-loon,
maar er is uitsluitend sprake van premieloon voor de ZW.
Wanneer na een stageperiode in hetzelfde kalenderjaar een arbeidsovereenkomst
wordt aangegaan, 
is de werknemer voortaan verzekerd voor alle
werknemersverzekeringen. In dat geval moet rekening worden gehouden met:
Eenvoudig gezegd: over de stagevergoeding moeten achteraf
alsnog premies worden berekend voor de overige werknemersverzekeringen.
In artikel 6.4 van het Handboek Loonheffingen 2025
zijn zeven situaties met rekenvoorbeelden uitgewerkt.
Alle in het Handboek beschreven situaties worden door SDB Salaris
ondersteund.
Voorbeeld
Een werknemer werkt van 1 januari tot en met 31 maart
als stagiair in een fictieve dienstbetrekking en ontvangt € 300 per
maand.
Vanaf 1 mei treedt hij in vaste dienst met een maandloon van €
2.500.
In mei wordt de waarde van het loon sv van het
stagecontract (in dit voorbeeld € 900,00) geboekt bij het nieuwe
dienstverband op Loonfactor 320 – Premieloon stage.
Dit bedrag wordt vervolgens meegenomen in de premieberekening.
 
 
  | 
   Stage
  gevolgd door normale arbeidsovereenkomst 
   | 
 
 
  | 
     
   | 
  
   januari 
   | 
  
   februari 
   | 
  
   maart 
   | 
  
   mei 
   | 
 
 
  | 
   Loon
  werknemersverzekeringen 
   | 
  
   € 300,00 
   | 
  
   € 300,00 
   | 
  
   € 300,00 
   | 
  
   € 2.500,00 
   | 
 
 
  | 
   Cumulatief
  loon werknemersverzekeringen 
   | 
  
   € 300,00 
   | 
  
   € 600,00 
   | 
  
   € 900,00 
   | 
  
   € 3.400,00 
   | 
 
 
  | 
   Cumulatief
  maximumpremieloon (2025) 
   | 
  
   € 6.322,00 
   | 
  
   € 12.644,00 
   | 
  
   € 18.966,00 
   | 
  
   € 25.288,00 
   | 
 
 
  | 
   Cumulatieve
  grondslag werknemersverzekeringen 
   | 
  
     
   | 
  
     
   | 
  
     
   | 
  
   € 3.400,00 
   | 
 
 
  | 
   Aanwas van
  de grondslag werknemersverzekeringen 
   | 
  
     
   | 
  
     
   | 
  
     
   | 
  
   € 3.400,00 
   |