Dagloon is het loon dat de werknemer gemiddeld per dag
verdiend heeft in de periode van 1 jaar. Het dagloon wordt door het UWV
gebruikt voor de berekening van diverse uitkeringen.
In de Wet betaald ouderschapsverlof is geregeld dat een
uitkering achteraf wordt aangevraagd.
Het
dagloon wordt berekend volgens de regels van het Dagloonbesluit
werknemersverzekeringen.
Belangrijke
onderwerpen daarbij zijn:
De
referteperiode (de tijd waarover we het dagloon bepalen)
Welke
inkomsten worden meegerekend
Dagloonindexeringen
Wat
moet er gedaan worden als gegevens ontbreken
Referteperiode
Dit
is de periode waarover het dagloon wordt berekend
De
referteperiode is meestal 1 jaar
De
referteperiode stopt op de laatste dag van het voorlaatste aangiftetijdvak voor
de 1e ziektedag
Voorbeeld bepaling referteperiode bij maand-verloning:
De 1e ziektedag is 13 juni 2023. De einddatum van
de referteperiode is dan 30 april 2023. De referteperiode is een jaar en start dan teruggerekend op 1
mei 2022 (onder de voorwaarde dat de werknemer dan in dienst is) t/m 30 april
2023.
UitzonderingenDe
werknemer is nog geen jaar in dienst. In dat geval wordt gekeken naar het aantal sv-dagen vanaf de datum in dienst.
De
werknemer kwam na de referteperiode in dienst. In dat geval wordt gekeken vanaf de dag dat de werknemer in dienst kwam.
Om het dagloon te berekenen wordt het sv-loon van de
referteperiode bij elkaar geteld en gedeeld door 261 of (in de
uitzonderingssituaties) door het aantal sv-dagen van de referteperiode. (261 is
het gemiddeld aantal sv-dagen in een jaar.)
Sv-loon is het loon waarover belastingen en sociale
verzekeringspremies worden betaald.
In de dagloonberekening wordt gebruik gemaakt van een
“gecorrigeerd” sv-loon, dat door ons “geschoond sv-loon” wordt genoemd.
Zo komt het geschoond sv-loon tot stand:
Geschoond sv-loon = sv-loon -/- betaalde vakantietoeslag -/-
betaalde arbeidsvoorwaardenbedragen (zoals eindejaarsuitkering en individueel
keuzebudget)
+ gereserveerde vakantietoeslag + gereserveerde
arbeidsvoorwaardenbedragen (zoals eindejaarsuitkering en individueel
keuzebudget)
De berekening van het dagloon is dan
Dagloon = som “geschoonde sv-lonen” (van de referteperiode) / sv-dagen (van de
referteperiode)
Als de referteperiode 12 hele maanden betreft, dan is het
aantal sv-dagen in de berekening hierboven 261.
Welke inkomsten
meenemen
De werknemer heeft soms tijdelijk een lager loon, omdat de
werknemer bijvoorbeeld ziek is, verlof heeft, staakt, aanvullend geboorteverlof
of ouderschapsverlof heeft. In de loonaangifte is dat zichtbaar omdat dan de
rubriek “incidentele inkomstenvermindering” gevuld is.
Voor de dagloonberekening wordt bij zo’n periode met
inkomstenvermindering gekeken naar wat de werknemer verdiende in de maand vóór
deze een lager loon kreeg. En dat loon wordt gebruikt in de dagloonberekening. De
referteperiode wijzigt hierdoor niet.
Het UWV berekent met de dagloonmodule het dagloon en die
dagloonmodule maakt gebruik van de gegevens uit de Polisadministratie.
De Polisadministratie van het UWV wordt gevuld vanuit de
loonaangifte.
De loonaangifte bestaat uit een collectieve aangifte en een
nominatieve aangifte.
De nominatieve aangifte is de aangifte per inkomstenverhouding,
en die is de bron voor de Polisadministratie van het UWV.
Als de werknemer de hele referteperiode minder verdiende, dan
wordt gekeken naar het “vast overeengekomen loon”. Het “vast overeengekomen
loon” zit niet in de Polisadministratie van het UWV, en wordt middels een
“uitvraag” door het UWV aan de werkgever gevraagd.
Om het invullen van de “uitvraag” makkelijker te maken heeft
SDB in de refertegegevens extracomptabel het “geschoonde sv-loon” vastgelegd
dat zou zijn betaald als er geen sprake zou zijn geweest van een “incidentele
inkomstenvermindering“.
Dagloonindexeringen
Het triggermoment van de dagloonberekening (start ziekte,
start betaald ouderschapsverlof, start zwangerschapsverlof enz.) is bepalend
voor de waarde van het dagloon.
Bij de berekening van het dagloon wordt geen rekening gehouden
met de mogelijkheid dat een werknemer een hoger loon krijgt nadat de uitkering
is ingegaan. Het berekende dagloon wordt wel 2 keer per jaar geïndexeerd. Dat
gebeurt in januari en juli als het minimumloon stijgt. Afgezien van de genoemde
indexeringen wordt het dagloon gedurende de uitkeringssituatie niet aangepast.
Gegevens ontbreken
De berekening van het dagloon gaat in principe automatisch.
Als dat niet lukt, dan krijgt de uitkeringsdeskundige (van het
UWV) een signaal.
Dat kan het geval zijn als de aangeleverde gegevens van
elkaar verschillen of als er nog gegevens ontbreken. De uitkeringsdeskundige
zal dan gegevens moeten opvragen bij de werkgever.
Voorbeelden van situaties, die tot een signaal leiden, zijn:
- Er
is wel betaalde vakantietoeslag maar geen gereserveerde vakantietoeslag
- Het
bedrag gereserveerde vakantietoeslag is negatief
- Er
is een onevenredig hoog bedrag voor de gereserveerde vakantietoeslag
De voorbeelden hierboven die betrekking hebben op
vakantietoeslag gelden ook voor de arbeidsvoorwaardenbedragen (zoals
eindejaarsuitkering en individueel keuzebudget).
Opvraag door het UWV gebeurt schriftelijk.
Wat gebeurt er dan met
dat dagloon
Het berekende dagloon wordt door het UWV gebruikt voor de
berekening van diverse uitkeringen.
Voor het dagloon geldt een maximum. Soms is het berekende
dagloon een bedrag dat hoger is dan dit maximumdagloon. In dat geval wordt
bij het vaststellen van de hoogte van de uitkering uitgegaan van het
maximumdagloon. Werkgevers kunnen ervoor kiezen om zelf de uitkering van een
werknemer aan te vullen. Maar dit is niet verplicht.