Regelmatig wordt de vraag gesteld welke burgerlijke staat moet worden gegeven aan een medewerker die samenwoont.
De burgerlijke staat wordt in SDB*HR en SDB*Salaris genoteerd voor gebruik door pensioenfonds PFZW. De waardes waaruit u kunt kiezen zijn opgesteld door de Pensioenfederatie en gelden voor alle Nederlandse pensioenfondsen. Het is niet mogelijk om eigen keuzes toe te voegen.
Om de burgerlijke staat te bepalen kijkt u in eerste instantie naar wat er officieel ‘op papier’ is geregeld. Ga altijd in de onderstaande volgorde te werk om de juiste burgerlijke staat te bepalen. Ga alleen door naar een volgende vraag als de situatie van de medewerker nog niet aan bod is geweest.
- Is de medewerker gehuwd? Dan is dat de burgerlijke staat. Het maakt niet uit of de huwelijkspartners samenwonen op één adres.
- Is de medewerker gehuwd geweest maar nu gescheiden, of is de partner overleden, dan is de burgerlijke staat ‘gescheiden’ resp. ‘weduwe/weduwnaar’. Deze burgerlijke staat blijft geldig tot het moment waarop een nieuw huwelijk wordt gesloten of een nieuw geregistreerd partnerschap wordt overeengekomen.
- Indien de medewerker niet gehuwd is, maar wel met een partner samenwoont, dan is het van belang om te vragen of er een officieel geregistreerd partnerschap is overeengekomen. Dat kan bij de code burgerlijke staat worden aangegeven.
- Is er in het verleden een geregistreerd partnerschap gesloten, maar is dat inmiddels beëindigd of is de partner overleden, dan is de burgerlijke staat ‘partnerschap beëindigd’ respectievelijk ‘partner achtergebleven’.
- Is de medewerker nooit gehuwd geweest en is er nooit eerder sprake geweest van een geregistreerd partnerschap, dan is de burgerlijke staat ‘ongehuwd’. Ook als de medewerker in de praktijk met een partner op één adres samenwoont.
- Wil of kan de medewerker u geen informatie verstrekken omtrent zijn of haar burgerlijke staat, vul dan ‘onbekend’ in.