Jaarovergang 2025 / 2026 Overzicht & Instructies

Jaarovergang 2025 / 2026 Overzicht & Instructies

 

Jaarovergang 2025 – 2026

Overzicht & Instructies


Voorwoord

Het moment komt dichterbij waarop de salarisadministratie van 2025 wordt afgesloten en het nieuwe salarisjaar 2026 wordt geopend. Om dit proces soepel te laten verlopen, vragen wij aandacht voor de jaarovergang en de wijzigingen die per 2026 van kracht worden.

De beste wensen voor een inspirerend en succesvol 2026.

Het team van SDB HR & Salaris.



1 Jaarovergang 2025-2026


1.1           
Belangrijke informatie

De jaarovergang kan plaatsvinden van 6 t/m 22 januari 2026.
Organisaties kiezen zelf op welke dag ze de jaarovergang laten uitvoeren.

Vooraf

Voor de jaarovergang moet het salarisjaar 2025 volledig zijn afgerond, inclusief een extra run december. Vul in SDB Salaris het scherm Salaris Verwerking Jaarwissel in, uiterlijk om 17:00 uur.

Tijdens

De jaarovergang wordt dagelijks uitgevoerd tussen 17:00 en 09:00 uur.
Op de volgende dag om 9:00 kun je verder werken in 2026.

Dag na de jaarovergang

Controleer in SDB Beheer:

·        Organisatie → Klantgegevens

·        Organisatie → Klantopties

·        Organisatie → Loonfactoren

De laatste uitvoerdag is 22 januari 2026. Als je niets invult, wordt de jaarovergang automatisch op die dag gedaan.

Let op: een jaarovergang kan niet worden teruggedraaid.

 



2 Draaiboek jaarovergang


2.1 Stap 1 – Laatste salarisverwerking 2025


Extra run 2025

Het jaar sluit af met de extra run december. Hierin worden alle rooster- en variabele mutaties van december en eventuele laatste correcties verwerkt. Ook zonder mutaties moet de extra run worden uitgevoerd; dit hoort bij de jaarovergang.

Indien nodig kan nog een tweede extra run (14e run) worden gedraaid, maar alleen voor grote fouten of belangrijke mutaties — en alleen zolang de jaarovergang nog niet is uitgevoerd.

Na de jaarovergang zijn geen correcties over 2025 meer mogelijk, dus controleer de extra run goed.

Let op: worden werknemers ná de jaarovergang alsnog uit dienst gemeld met een datum in 2025, dan kan PFZW dit niet meer verwerken. SDB moet dan handmatig een UPA-bericht versturen (niet automatisch). Meld daarom alle medewerkers die in december uit dienst gaan — ook oproepkrachten die niet meer gewerkt hebben in de extra run uit dienst, niet in de eerste run van 2026.

Mutaties uit SDB HR in extra run

Na de jaarovergang kunnen er geen wijzigingen meer in 2025 worden doorgevoerd. Zorg er daarom voor dat vóór de laatste extra run van 2025 alle openstaande personeelsmutaties voor 2025 in HR zijn goedgekeurd. Indien dit nog niet het geval is, moeten deze eerst worden geaccordeerd voordat de extra run kan worden uitgevoerd.

Personeelsmutaties met een ingangsdatum in 2026 kunnen eveneens worden geaccordeerd en worden na de jaarovergang in de betreffende periode verwerkt. Let daarbij wel op declaraties, want deze werken niet op deze wijze.

Declaraties 2026 nog niet goedkeuren

Soms zijn medewerkers snel met het indienen van hun declaraties begin 2026. Als deze declaraties vóór de jaarovergang worden goedgekeurd, dan worden deze uitbetaald tegen de tarieven van 2025.

Daarom het dringende advies om de declaraties die betrekking hebben op 2026 pas goed te keuren nadat de jaarovergang is gedraaid. Dan gaan deze declaraties mee in de eerste run van het nieuwe jaar tegen de juiste tarieven.

 

Werkkostenregeling

Vergeet niet de werkkosten 2025 vast te leggen: Salaris Mutaties Werkkosten.

Uitgaven over 2025 die in de werkkostenregeling (WKR) moeten worden opgenomen, maar nog niet in de loonadministratie staan, moeten alsnog worden vastgelegd. Alleen dan kan het systeem bepalen of de vrije ruimte wordt overschreden en — zo ja — automatisch de eindheffing berekenen.

Registreer alle werkkosten over 2025 uiterlijk in de extra run. Denk aan kerstpakketten, attenties (verpleging, jubilea), bestuurders­aansprakelijkheids­verzekering, personeelsfeesten, etentjes buiten de locatie en andere verstrekkingen uit dienstbetrekking.


Loonbeslagen extra run en januarirun

In januari wordt de loonbetaling gesplitst: de extra run voor de afrekening van december en de januarirun van het nieuwe jaar. De extra run leidt tot een herberekening van de afstorting aan de deurwaarder. De volgende situaties kunnen zich voordoen:

1.            De beslagvrije voet is lager dan het netto van de loonstrook van december

De beslagvrije voet is aan de werknemer uitbetaald. Het meerdere aan de beslaglegger. Het netto van de extra run wordt overgemaakt op rekening van de beslaglegger.

2.           De beslagvrije voet is hoger dan het netto van de loonstrook van december

In december wordt tenminste 5% betaald op rekening van de beslaglegger. Dat is volgens de regels die gelden voor beslaglegging. Het netto van de extra run leidt tot een aanvullende betaling aan de werknemer tot de volledige beslagvrije voet van december (de 5% wordt alsnog weer toegevoegd aan de beslagvrije voet) en het resterende deel gaat naar de rekening van de beslaglegger.

 

2.2 Stap 2 – Voorbereiding voor de jaarovergang

Opties jaarwerk 2025

Na de laatste verwerking controleer je in SDB Beheer Organisatie Klantopties de jaarwerkopties.

Belangrijke opties:

·        Optie 7 – Sortering salarisspecificaties (bepaalt ook de sortering van de jaaropgaaf)

·        Optie 21 – Cumulatieve journaalpost (0 = nee, 1 = ja)

·        Optie 72 – Interne verzamelloonstaat (1 = PDF, 3 = PDF + CSV)

·        Optie 76 – Auditfile salaris (na jaarovergang beschikbaar)

Afdracht loonheffingen december

De af te dragen loonheffing over december 2025 (vóór eind januari 2026) betreft twee salarisproducties, de normale decemberproductie plus de afsluitende extra run. Van beide producties dient de loonaangifte te worden ingezonden.

Het bedrag dat overgemaakt moet worden naar de Belastingdienst staat in de output van de extra run. Dit is het cumulatief van zowel de decemberproductie als de extra run 2025.


Afsluiten jaar in SDB Planning

Maak je gebruik van SDB Planning, dan moet, nadat de extra run is verwerkt, eerst 2025 in Planning afgesloten worden vóórdat de jaarovergang in SDB Salaris kan worden uitgevoerd.

 

2.3 Stap 3 – Jaarovergang

In januari moet het salarisjaar 2025 worden afgesloten en de jaaropgaven worden aangemaakt. Tegelijk wordt het salarisjaar 2026 geopend.

·        De jaarovergang kan worden ingepland vanaf dinsdag 6 tot en met donderdag 22 januari 2026

·        De jaarovergang wordt uitgevoerd tussen 17:00 en 09:00 uur door SDB


Jaarwissel instellen

Na de extra run vul je het scherm Salaris Verwerking Jaarwissel in.
Als er geen jaarwissel wordt ingesteld, vindt de jaarovergang automatisch plaats op 22 januari 2026.

Instellingen:

·        Uitvoerdatum: kies een werkdag tussen 6 t/m 22 januari 2026

·        Stamtabellen opschonen: verwijdert verlopen afdelingen/kostenplaatsen/functies

·        Jaaropgaaf-notificatie (SDB HR): kies een verzenddatum voor de jaaropgaaf

·        Feestdagentabel vullen: vult standaard feestdagen

·        Verlofsaldi overnemen: voor gebruikers van de verlofkaart

 

2.4 Stap 4 – Acties na de jaarovergang

Na het draaien van de jaarovergang en vóór de januarirun kunnen de volgende items gecontroleerd worden.

Klantgegevens

Deze gegevens vind je onder SDB Beheer Organisatie Klantgegevens. Deze sturen de salarisverwerking aan. Een deel wordt na de jaarovergang aangepast naar de standaardwaarden voor 2026. Wil je wijzigingen aanbrengen, doe dit direct na de jaarovergang en vóór de eerste salarisproductie 2026. Eerdere afwijkingen ten opzichte van de standaardwaarden worden overgenomen.

Controleer in ieder geval:

·        Premie- en heffingspercentages

·        Maximum (dag)lonen

·        Franchises

·        Aansturing van de journaalpost (bij overstap financieel systeem)
 
Let op: Het gebruik van hoofd- en kleine letters in de naam- en adresgegevens beïnvloedt de weergave op de salarisspecificaties.
 

Beschikking Werkhervattingskas

Voor 2026 is het noodzakelijk om de nieuwe percentages Whk in te voeren in de klantgegevens. Neem hiervoor de percentages uit de Whk-beschikking over. Deze brief heeft u begin december 2025 van de Belastingdienst ontvangen.

Op de beschikking staan de gedifferentieerde premies Whk 2026 die toegepast moeten worden. Deze percentages dienen de jaarovergang te worden vastgelegd in de klantgegevens. Vergeet daarbij niet de periode op 1 te zetten.

Klantopties

Onder SDB Beheer Organisatie Klantopties geef je aan welke opties binnen het systeem worden afgenomen en in welke vorm. De meeste opties kunnen voorafgaand aan de eerste salarisproductie nog worden gewijzigd. Sommige opties worden daarna bevroren voor een consequente administratie. Opties die onderdeel zijn van het contract met SDB kunnen niet via het scherm worden aangepast; neem hiervoor contact op met Support.

 

Loonfactoren

Onder SDB Beheer Organisatie Loonfactoren kun je de besturing van alle loonfactoren bekijken en aanpassen. Hier wordt onder andere vastgelegd hoe de salarisjournaalpost wordt opgebouwd en welke loonfactoren in de werkkostenregeling (WKR) worden opgenomen.

Kijk bij de cao-ontwikkelingen (hoofdstuk 4) voor de specifieke loonfactorwijzigingen.


Werkkosten

Na de jaarovergang moet bij de loonfactoren de ‘Indicatie werkkosten’ worden ingevuld voor de factoren die in de vrije ruimte worden ondergebracht. SDB levert een standaard met de indicatie op ‘ja’. Controleer alle loonfactoren om te zorgen dat de set volledig is en er niet teveel worden meegeteld. Voor extra ondersteuning bij de WKR kun je een afspraak maken met een SDB-consultant.


Verlofkaart

Een aantal werkgevers maakt nog gebruik van de verlofkaart in SDB Salaris. Als dat zo is kan bij de jaarovergang het verlofsaldo 2025 meegenomen worden naar 2026. Zonder bericht zal het saldo van 31 december 2025 worden meegenomen.


Output na de jaarovergang

De dag na de jaarovergang worden de jaarwerkdocumenten 2025 beschikbaar:
Salaris  Output Output → Jaarwerk (2025)

Hier vind je onder andere:

·        De verzamelloonstaat (PDF of Excel, handig voor de jaarcontrole en opgaven van de loonsom aan derden)

·        De jaaropgaven

·        Het historisch overzicht (loonberekeningen per werknemer in één overzicht)

·        De auditfile salaris (ten behoeve van de Belastingdienst)

Medewerkers van organisaties die SDB HR gebruiken ontvangen de jaaropgaven automatisch. Afhankelijk van de ingestelde datum krijgen zij hierover een notificatie per e-mail of via SDB Octopus.


2.5 Stap 5 – Verwerking van januari 2026

Na controle van de klantgegevens 2026 en overige instellingen, kan de eerste salarisproductie starten. Deze bevat alleen vaste lonen; variabele mutaties zijn al verwerkt in de extra run december.


3 Wettelijke ontwikkelingen 2026

Het jaar 2026 brengt opnieuw een groot aantal fiscale en sociale wijzigingen met zich mee die directe gevolgen hebben voor werkgevers, werknemers en salarisadministraties. Hoewel de inflatiecorrectie beperkt is toegepast, veranderen diverse belastingtarieven, schijfgrenzen en heffingen, en worden ook meerdere regelingen – van arbeidskorting en sociale premies tot RVU-vrijstellingen en LKV’s –aangepast.
Hieronder vind je de belangrijkste wijzigingen die vanaf januari 2026 van kracht zijn.

 

Loonbelastingen 2026

De inflatiecorrectie is beperkt toegepast. Een overzicht van de percentages loonbelasting in 2026: 

Belastingtarief

2025

2026

Tarief eerste schijf

35,82%

35,75%

Lengte eerste schijf

 € 38.441

€ 38.883

Tarief tweede schijf

37,48%

37,56%

Lengte tweede schijf

Van € 38.441 tot € 76.817

Van € 38.883 tot € 78.426

Tarief derde schijf

49,50%

49,50%

Anoniementarief

52,00%

52,00%

Naast de wijziging van de tarieven en de schijfgrenzen stijgt de maximale arbeidskorting in 2026 van € 5.599 naar € 5.685. De werknemers zullen als gevolg daarvan minder belasting betalen over hun inkomsten.

Sociale premies 2026

De premies werknemersverzekering en premie Zorgverzekeringswet bedragen per 1 januari 2026:

Werknemersverzekeringen

2025

2026

AWf laag tarief

2,74%

2,74%

AWf hoog tarief

7,74%

7,74%

Aof laag tarief

6,28%

6,27%

Aof hoog tarief

7,64%

7,63%

Uniforme opslag kinderopvang

0,50%

0,50%

Maximum premieloon

€ 75.864

€ 79.409

Premie Zorgverzekeringswet (Zvw)

Werkgeversheffing Zvw

6,51%

6,10%

Inhouding premie Zvw laag tarief

5,26%

4,85%

 

Regeling Vervroegde Uittreding (RVU)

Als de werkgever een werknemer een RVU aanbiedt, moet de werkgever over deze RVU-uitkering 52% eindheffing betalen.

In 2021 is een tijdelijke drempelvrijstelling geïntroduceerd. Deze vrijstelling houdt in dat als een werknemer maximaal drie jaar voor de AOW-leeftijd stopt, de werkgever tot een bedrag gelijk aan de AOW-uitkering geen 52% eindheffing hoeft te betalen. Deze tijdelijke regeling zou eind 2025 eindigen, maar is verlengd.

Een belangrijke wijziging is het percentage van de eindheffing. De komende jaren stijgt de eindheffing stapsgewijs:

2026

57,7%

2027

64,0%

2028

65,0%


Heeft een werknemer een RVU-regeling en is deze werknemer nog niet binnen de 3 jaar vóór de AOW, dan moet over de uitkering vanaf januari 2026 dus niet 52% eindheffing worden berekend, maar 57,7%. De eindheffing voor de RVU-regeling wordt niet automatisch berekend. Deze moet als vaste loonfactor worden geboekt op loonfactor 448: Eindheffing RVU.

Let er tevens op dat het drempelvrijstellingsbedrag voor de RVU per 2026 flink is verhoogd om de regeling toegankelijker te maken voor medewerkers met een laag inkomen of weinig aanvullend pensioen. Het vrijgestelde bedrag per maand is in € 2.657 in 2026. Pas, indien nodig, de bedragen uit de lopende regelingen hierop aan.

Generatieregeling

Naast een RVU kan er, onder voorwaarden, in steeds meer cao’s een generatieregeling aan de medewerker worden aangeboden. Oudere werknemers krijgen hierbij de mogelijkheid om bijvoorbeeld 80% van de uren te blijven werken. Hiervoor ontvangt men dan 90% salaris. En men heeft de mogelijkheid om 100% pensioen op te bouwen.


Reiskostenvergoeding

Per kilometer mag € 0,23 onbelast worden vergoed. Het bedrag is ten opzichte van 2025 niet gewijzigd.

Het meerdere boven de € 0,23 per kilometer is belast loon. Dit betreft veelal de vergoeding voor dienstreizen. Dat maakt dat de werknemer belasting betaalt over het deel boven de € 0,23 per kilometer. En als de cao over een netto vergoeding bóven € 0,23 spreekt, komt de belastingheffing over het meerdere voor rekening van de werkgever. Voor zowel werknemer als werkgever kan het een kostenbesparende actie zijn om het bovenmatige deel van de reiskostenvergoeding automatisch ten laste van de vrije ruimte in de Werkkosten te brengen.

 

Thuiswerkvergoeding

De maximale onbelaste thuiswerkvergoeding wordt verhoogd naar € 2,45 per dag. Over een thuiswerkdag mag óf reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer óf een thuiswerkvergoeding worden betaald, maar niet beiden. Het tarief van de thuiswerkvergoeding staat in Beheer | Organisatie | Klantgegevens op het tabblad Berekening. Wanneer je wil afwijken van het fiscaal toegestane bedrag, kun je dit hier aanpassen.

 

Einde loonkostenvoordeel oudere werknemers

Het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemers is een tegemoetkoming voor werkgevers als een werknemer van 56 jaar en ouder met een arbeidsbeperking in dienst genomen wordt. Vanaf 1 januari 2026 wordt geen LKV oudere werknemers meer toegekend. Ook voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen ná 1 januari 2024 vervalt de tegemoetkoming per 2026. Alleen voor de dienstverbanden die zijn begonnen in 2023 geldt nog een tegemoetkomen van € 3,05 per uur, zolang de werknemer nog niet 3 jaren in dienst is. Per 2027 is het loonkostenvoordeel oudere werknemers volledig afgelopen.

 

Loonkostenvoordeel banenafspraak en scholingsbelemmerden

Het loonkostenvoordeel (LKV) banenafspraak en scholingsbelemmerden wijzigt vanaf 2026. Eerst gold dit LKV voor maximaal 3 jaar. Maar voor werknemers die vanaf 2026 in dienst komen geldt het LKV zolang de werknemer in dienst is.

Ook is er geen speciale verklaring van UWV meer nodig om de LKV te krijgen. De werkgever moet dat zelf vaststellen via het doelgroep register Banenafspraak van UWV. Het is voldoende om op het tabblad Heffingen aan te geven dat de LKV van toepassing is. In SDB Salaris wordt op basis van de datum in dienst bepaald of een werknemer onder de oude of nieuwe regeling valt.

Tenslotte geldt dit LKV vanaf 2026 alleen nog voor werknemers met een arbeidsbeperking. Dat houdt in dat voor scholingsbelemmerden en voor werknemers met een indicatie beschut werk op grond van de Participatiewet geen nieuwe LKV meer wordt toegekend. Voor de lopende LKV’s voor scholingsbelemmerden en werknemers met een indicatie beschut werk geldt een overgangsregeling; deze mogen de maximale duur van 3 jaar nog doorlopen.

 

Code uit dienst

De code die de reden uit dienst aangeeft is met ingang van 2026 gewijzigd. De code 31: Einde van rechtswege, om een andere reden (intreden ontbindende voorwaarde, pensionering, overlijden e.d. is vervallen. Deze code is uiteen getrokken in drie nieuwe codes, dit op verzoek van de pensioenfondsen:

·        Code 32: Einde van rechtswege vanwege pensionering

·        Code 33: Einde van rechtswege vanwege overlijden

·        Code 34: Einde van rechtswege om anderen reden

Let op: de code uit dienst van een werknemer die gebruik gaat maken van vroegpensioen of de VUT is code 20: Einde arbeidsverhouding door opzegging werknemer, dus niet code 32: Einde van rechtswege vanwege pensionering.

Werkkostenregeling (WKR)

De vrije ruimte WKR blijft in 2026 ongewijzigd ten opzichte van 2025.Dat wil zeggen 2% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,18% over het bedrag boven € 400.000. De werkgever bepaalt zelf hoe de vrije ruimte ingezet wordt.

 

Minimum(jeugd)lonen

De minimum(jeugd)lonen worden in januari met 2,16% verhoogd. De bedragen per 1 januari 2026:

Leeftijd

Bruto per uur

1-1-2025

1-7-2025

1-1-2026

Vanaf 21 jaar

14,06

14,40

14,71

20 jaar

11,25

11,52

11,77

19 jaar

8,44

8,64

8,83

18 jaar

7,03

7,20

7,36

17 jaar

5,55

5,69

5,81

16 jaar

4,85

4,97

5,07

15 jaar

4,22

4,32

4,41

 

Premiedifferentiatie AWf

De premie Algemeen Werkloosheidsfonds, ook wel aangeduid als de WW-premie, kent twee percentages in 2026:
2,74% laag en 7,74% hoog. Het lage tarief geldt voor werknemers met een schriftelijk contract voor onbepaalde tijd en een vaste deeltijdfactor > 0 (dus geen oproepkrachten).
In alle andere gevallen geldt het hoge tarief. Dit verschil stimuleert werkgevers om werknemers meer inkomenszekerheid te bieden.


Herziening

Aan het eind van het jaar moet de premie herzien worden als een werknemer met een vast contract meer dan 30% extra uren heeft ontvangen boven het contract (bijv. extra werken, verlofuitbetaling).
Sinds 2025 geldt deze herziening niet voor werknemers met een gemiddelde arbeidsomvang van meer dan 30 uur per week.


Omzetting van uren bereikbaarheids- en slaapdienst

Voor werkgevers in de cao VVT tellen alle bereikbaarheids- en slaapdiensten mee als extra uren boven het contract, ondanks de vaste vergoedingen (€3,50 / €7,00). Daardoor wordt de 30%-grens snel overschreden.

Een mogelijke oplossing is artikel 4.3.1 lid 3 cao VVT (per 1 juli 2025): werknemer en werkgever kunnen afspreken dat de vaste vergoeding wordt omgezet in tijd. Die tijd kan vervolgens worden uitgekeerd als verlofuren of extra uren tegen het normale uurloon, waardoor het aantal extra uren (en dus risico op herziening) aanzienlijk lager uitvalt.

Het verwerken van deze diensten in tijd kan als volgt worden ingericht:

Stap 1: Omrekenfactor bepalen

Wanneer je als werkgever kiest voor vergoeding in tijd, moet eerst een omrekenfactor worden vastgesteld. In dit voorbeeld gebruiken we een omrekenfactor van 116,33%.

Deze factor houdt in dat de vergoeding in geld wordt gedeeld door het uurloon van de werknemer, inclusief 8% vakantiegeld en 8,33% eindejaarsuitkering.

Stap 2: Omrekenfactor vastleggen in SDB

Voer de omrekenfactor in bij SDB Beheer Klantgegevens tabblad Lh en premies.
In dit voorbeeld is periode 7 gebruikt, omdat de regeling vanaf juli 2025 toegepast mag worden.
Als je deze pas vanaf 2026 toepast, gebruik dan periode 1.
Afbeelding met tekst, Lettertype, lijn, software

Door AI gegenereerde inhoud is mogelijk onjuist.

Deze omzetting heeft geen gevolgen voor de berekening van de loonstrook. Zie ook het uitgebreide kennisbank-artikel over dit onderwerp in de kennisbank.

 

Premie PAWW

De premie PAWW voor 2026 is ongewijzigd 0,1%. Alle werkgevers en werknemers die onder een bij SPAWW aangesloten cao vallen, doen verplicht mee aan PAWW. Voor werknemers die niet onder de cao vallen gelden andere regels. Zij hoeven niet mee te doen aan de PAWW.

 


AOW-leeftijd

In 2026 bedraagt de AOW-leeftijd 67 jaar. Dit geldt dan voor de werknemers die zijn geboren vanaf 1 januari 1959 tot en met 31 december 1959.

 

PFZW

Met ingang van 1 januari 2026 stapt PFZW over naar het nieuwe pensioenstelsel. Door een andere invulling van het AP-pensioen wijzigen de premies ouderdomspensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen. Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt opgeknipt in een WGA-hiaatpensioen en een WIA excedentpensioen.

Het WGA-hiaatpensioen voorziet in een aanvulling op de WGA-uitkering zodat het inkomensverlies beperkt wordt. Dit WGA-hiaatpensioen wordt ondergebracht bij het ouderdomspensioen. Daartoe wordt de premie ouderdomspensioen per 2026 met 0,1% verhoogd tot 25,9%.  

Het WIA excedentpensioen regelt een aanvulling op de WIA-uitkering voor werknemers die méér verdienen dan het maximum premieloon. Immers, de premies werknemersverzekeringen worden geheven over het loon tot het maximum premieloon. Over het meerdere bóven het maximum premieloon wordt geen WIA-uitkering verstrekt. Het WIA excedentpensioen voorziet in een aanvulling op deze aftopping van de WIA-uitkering.

De AP-premie vervalt in 2026 en wordt vervangen door een WIA excedent premie. Omdat deze pensioenverzekering alleen geldt voor werknemers die méér verdienen dan het maximum premieloon, zal de premie ook slechts bij deze werknemers worden geheven. Werknemers die minder verdienen dan het maximum premieloon dragen dus niet bij aan het WIA excedent pensioen. De premie bedraagt 3,4% over het loon bóven het maximum premieloon.

Voor de salarisadministratie betekent dit dat de aparte premie voor arbeidsongeschiktheid vervalt.

De loonfactoren voor de inhouding en afdracht van het arbeidsongeschiktheidspensioen worden per 1 januari 2026 gebruikt voor het WIA-excedentpensioen:

                     Loonfactor 110: WIA excedent premie

                     Loonfactor 114: WIA excedent afdracht

Het werknemersdeel van de pensioenpremie is in de cao vastgelegd. In de meeste gevallen is dit 50% van de af te dragen premie.

 

Uitruil eindejaarsuitkering voor extra reiskostenvergoeding

Vanaf 2025 is het mogelijk om maandelijks een extra reiskostenvergoeding te ontvangen vanuit de reservering voor de eindejaarsuitkering. Dit gebeurt via de automatische berekening van de uitruil fiscale ruimte.

De werknemer krijgt dan elke maand een extra deel reiskostenvergoeding (tot maximaal €0,23 per kilometer) en hoeft niet meer te wachten tot november of december, wanneer normaal gesproken de eindejaarsuitkering wordt uitbetaald. Het bedrag dat uiteindelijk in november of december nog als eindejaarsuitkering wordt uitgekeerd, is dus alleen het resterende deel.

Instellen van de uitruil ten laste van de eindejaarsuitkering kan op tabblad salaris 2 bij de medewerkergegevens:

A screenshot of a computer

AI-generated content may be incorrect.

Als werknemers daarnaast gebruikmaken van MKSA-keuzes, is het belangrijk om dit mee te nemen in de berekening om te bepalen of er voldoende fiscale ruimte beschikbaar is.

 

Registratie (hoofd)vervoermiddel

Werkgevers hebben vanuit het Klimaatakkoord de opdracht gekregen om hun werknemers te stimuleren de CO₂-uitstoot van woon-werkverkeer en zakelijk verkeer te verminderen. Voorlopig geldt de rapportageplicht alleen voor werkgevers die op 1 januari 2025 minimaal 100 werknemers in dienst hebben. Zij moeten uiterlijk 30 juni 2026 rapporteren over 2025. In de jaren daarna wordt deze rapportage jaarlijks herhaald.

In deze rapportage moet de werkgever per werknemer aangeven met welk vervoermiddel deze naar het werk reist. Daarom is het noodzakelijk om in de personeelsgegevens niet alleen de woon-werkafstand vast te leggen, maar ook het (hoofd)vervoermiddel.

Wanneer een werknemer geen recht heeft op een reiskostenvergoeding, zet de woon-werkafstand dan niet op 0 km. Kies in plaats daarvan bij de optie “Reiskostenregeling” voor “Blokkeren woon-werkvergoeding”.




4 Cao-ontwikkelingen 2026

Het afgelopen jaar was een roerig jaar op cao-gebied binnen de zorg. In vrijwel alle zorgsectoren zijn nieuwe cao’s afgesloten of lopende afspraken tussentijds aangepast. De vele wijzigingen – van loonstijgingen en balansverlofregelingen tot nieuwe afspraken over generatieregelingen en vergoedingen – hebben grote impact op zowel werkgevers als salarisadministraties.

Een belangrijke ontwikkeling is dat het onderscheid tussen overwerk en extra werk in meerdere cao’s is komen vervallen. Dat vereenvoudigt de administratie, maar vroeg wel aandacht bij het inrichten van systemen en het interpreteren van de nieuwe definities van arbeidstijd.

Ook voor het komende jaar zijn er al wijzigingen afgesproken. Onderstaand vind je de belangrijkste aanpassingen die relevant zijn voor de salarisadministratie vanaf januari 2026.

 

4.1 Cao Gehandicaptenzorg

Wijzigingen per januari 2026.

Onregelmatigheidstoeslag

In de gehandicaptenzorg wijzigen de vergoedingen voor het werken op onregelmatige tijden per 1 januari 2026. Hierbij komt de vergoeding van 38% te vervallen, wordt 44% gewijzigd in 47% en wordt er bij werken op zaterdag of zondag een toeslag van 52% toegekend en op feestdagen van 60%.

De planningsapplicatie dient de voor toeslag in aanmerking komende uren in 2026 op onderstaande loonfactoren aan te leveren:

Loonfactor

2025

2026

008

22%

22%

009

38%

Vervallen

010

44%

47%

011

49%

52%

012

60%

60%

Voor 2026 geldt een overgangsregeling voor werknemers die per 31 december 2025 uitsluitend op zondagen werken. Zij ontvangen ook in 2026 nog de 60% onregelmatigheidstoeslag.

Reiskosten

De vergoeding voor het woon-werkverkeer stijgt naar € 0,20 per kilometer. De vergoeding voor dienstreizen wordt € 0,32 per kilometer. De vergoedingen voor dienstreizen en woon-werkverkeer zullen per 1 januari door SDB in de cao-gegevens worden aangepast. Dit is na de jaarovergang zichtbaar in de klantgegevens:

A table with numbers and letters

AI-generated content may be incorrect.


Thuiswerkvergoeding

De cao Gehandicaptenzorg verwacht dat de werkgever zelf een regeling treft voor de vergoeding van kosten voor thuiswerken. Als de decentrale regeling niet tot stand is gekomen, hebben werknemers per 1 januari recht op een vergoeding van € 2,20 per thuiswerkdag. Dit was € 2,00 in 2025.

SDB legt in de klantgegevens het fiscaal toegestane bedrag vast, dit is in 2026 € 2,45 (was € 2,40).

Wanneer het eigen regelingsbedrag afwijkt van het fiscaal toegestane bedrag of er is geen decentrale regeling, pas dan na de jaarovergang het geldende dagbedrag in op het tabblad berekening van de klantgegevens:

A screenshot of a computer

AI-generated content may be incorrect.

 

Vergoedingen bijzondere diensten

Bereikbaarheids-, consignatie- en consultatiediensten

Tot op heden was de vergoeding voor deze drie dienstsoorten gelijk aan elkaar, namelijk een deel van een uur in tijd (of bij belang van de werkgever in geld):

                     Op erkende feestdagen: 3/18

                     Op zaterdagen/zondagen: 2/18

                     Op overige dagen: 1/18.

Bovenstaande vergoeding geldt in 2026 enkel voor de consultatiediensten. De vergoeding voor bereikbaarheid- en consignatiediensten is verdubbeld. Ook mag de werknemer kiezen voor een vergoeding in geld:

                     Op erkende feestdagen: 6/18

                     Op zaterdagen/zondagen: 4/18

                     Op overige dagen: 2/18.

In SDB Planning worden bovenstaande wijzigingen automatisch doorgevoerd.

Slaapdiensten

Daar waar in 2025 de helft van de uren van de slaapdienst als werkuren werden aangemerkt, heeft de werknemer in 2026 voor ieder uur doorgebracht in de slaapdienst recht op een geldelijke vergoeding ter hoogte van het wettelijk minimum(jeugd)loon.

SDB Planning geeft het aantal uren van de slaapdienst door op loonfactor 474: Uren slaapdienst. Uitbetaling van het aantal uren maal het minimum uurloon vindt plaats op loonfactor 475: Vergoeding slaapdienst.

Voor extra slaapdiensten boven het afgesproken rooster geldt een toeslag van €3,50 per uur. Deze toeslag kan net als extra werk (laag), in uren op loonfactor 450: Uren extra werk laag worden geregistreerd.

 

Vergoeding extra werk

Nieuw in de cao is een toeslag voor extra werk als dit op verzoek van de werkgever binnen 21 dagen plaatsvindt. De toeslag is afhankelijk van het tijdstip en bedraagt:

                     € 3,50 bruto per uur voor extra werk op maandag t/m vrijdag van 7:00 - 24:00 uur;

                     € 7,00 bruto per uur voor extra werk tijdens de nacht, in het weekend en op feestdagen.

Vanuit de planningsapplicaties kunnen deze uren op de volgende loonfactoren worden aangeleverd:

                     Loonfactor 450: Uren extra werk laag

                     Loonfactor 451: Uren extra werk hoog

Uitbetaling van het aantal uren maal het uurtarief vindt plaats op loonfactor 452: Toeslag extra werk.

 

Opkomstdagen

Voor een duurzame inzetbaarheid van werknemers is het van belang werk en privé evenwichtig te kunnen combineren. Daarom dient per januari het aantal opkomstdagen van de werknemer in verhouding te zijn met het aantal contracturen.

Voor werknemers die bereid zijn om op meerdere werkplekken actief te zijn en/of andere werkzaamheden te verrichten op het eigen functieniveau hanteert VGN de volgende verhouding per periode van 7 dagen, te meten over 14 dagen:

Contracturen per week

 Maximaal aantal werkdagen

≤ 15 uur

3 dagen

15,01 - 24 uur

4 dagen

> 24 uur

5 dagen

Van bovengenoemde norm mag in overleg met of met instemming van de werknemer worden afgeweken. Deze afspraken, alsmede afspraken over werkplekken, werkzaamheden en vaste vrije dagen dienen te worden vastgelegd.

 

Leerling schalen

Leerlingen die het tweede leerjaar hebben afgerond, worden per januari 2026 ingedeeld in een functieschaal één of twee schalen lagen dan de schaal van de functie waarvoor zij worden opgeleid.

De schalen voor het derde en vierde leerjaar (85/3 en 85/4) worden door SDB per 1 januari geblokkeerd. Muteer bij deze leerlingen de schaal en trede per januari naar de juiste schaal en trede. De periodiekmaand wijzigt niet.

Indien er nog een leerling in schaal 85 trede 3 of 4 verloond wordt in januari, komt op het mutatieverslag een waarschuwing te staan.

 

4.2  Cao GGZ

Na de 2,25% verhoging van de salarissen per 1 december 2025, zijn de wijzigingen per januari 2026.

Minimum-uurloon

Vanaf 1 januari 2026 geldt een minimum-uurloon van € 16,00. Dit komt overeen met een fulltime salaris van € 2.504. Dit geldt voor de inpassingsnummers 1 t/m 9 van de salarisreeks. Dit betreft de schalen 10 t/m 30.

 

Salarisgebouw

Met ingang van 1 januari 2026 vervalt het onderscheid tussen A en B salarisschalen, dit wordt door SDB aangepast in de salarisschalen. Bovendien vervallen de aanloopschalen.

De aanloopschalen worden door SDB per 1 januari geblokkeerd. Muteer de werknemers in de aanloopschaal en trede per januari naar de juiste schaal en trede. De periodiekmaand wijzigt niet. Dit betekent dat wanneer de werknemer in januari 2026 een periodiek heeft, je de werknemer direct in trede 1 van de schaal muteert.

Indien er nog werknemers in een aanloopschaal verloond worden in januari, komt op het mutatieverslag een foutmelding te staan.

Toeslag extra werk

Wanneer er, in opdracht van de werkgever, uren bovenop het vastgestelde rooster of werktijdenregeling worden gewerkt, is er sprake van extra uren.

Voor elk extra gewerkt uur buiten het vastgestelde rooster of werktijdenregeling krijgt de werknemer een toeslag van € 3,50 bruto per gewerkt uur. Deze toeslag ontvangt de werknemer naast het uurloon en eventuele onregelmatigheidstoeslag. Als er een gedeelte van een uur extra wordt gewerkt wordt dit als volledig extra gewerkt uur uitbetaald.

·        Uren aanleveren op loonfactor 406: Uren toeslag extra werk

·        Uitbetaling vindt plaats op loonfactor 407: Toeslag extra werk

Als de extra gewerkte uren worden gecompenseerd binnen het vastgestelde rooster of worden toegevoegd aan de verlofspaarregeling, behoudt de werknemer de aanspraak op de toeslag van € 3,50 per uur.

 

Maximum uurloon onregelmatigheidstoeslag

De vergoedingsgrondslag voor de onregelmatigheidstoeslag wordt per 1 januari verhoogd naar inpassingstabelnummer 25 (was 23).

De aanpassing wordt automatisch door SDB verwerkt in de jaarovergang en betekent dat het maximum ORT-uurloon stijgt van € 21,67 naar € 23,21.

 

Reiskostenvergoeding

De maximale vergoeding voor woon-werkverkeer wordt per 1 januari € 189,00. Sinds 1 juli 2025 is geen eigen bijdrage meer van toepassing. Voor dienstreizen geldt een vergoeding van € 0,36 per kilometer (gebruik eigen auto).

 

4.3 Cao Jeugdzorg

De cao Jeugdzorg kent op dit moment nog geen aanpassingen, omdat het laatste cao-voorstel nog niet is goedgekeurd. Zodra dit wel het geval is, zullen wij onze kennisbank updaten.

4.4 Cao Kinderopvang

Wijzigingen per januari 2026.

Eindejaarsuitkering

Werknemers in de kinderopvang hebben per 1 januari 2026 recht op een eindejaarsuitkering van 8%. Deze aanpassing zal door SDB in de jaarovergang worden doorgevoerd.

Minimum-uurloon

Ieder werknemer heeft recht op een minimum uurloon van € 16,00 per uur met ingang van 2026, dat is afgesproken in de cao. SDB past in januari de schaalbedragen waarbij het uurloon lager is dan € 16,00 aan naar € 2.506,00 om zo het juiste uurloon te garanderen.

 

4.5 Cao Kraamzorg

Wijzigingen per januari 2026

Eindejaarsuitkering

Werknemers in de kraamzorg hebben per 1 januari 2026 recht op een eindejaarsuitkering van 8,33%.
Daarbij is bepaald dat er geen eindejaarsuitkering meer over het vakantiegeld wordt berekend.
Deze aanpassingen worden door SDB in de jaarovergang doorgevoerd.


4.6 Cao Sociaal werk

Wijzigingen per januari 2026.

Thuiswerkvergoeding

De hoogte van de thuiswerkvergoeding wordt gekoppeld aan de fiscale grens. De thuiswerkvergoeding wordt verhoogd naar € 2,45 per dag.


Stagevergoeding

Vanaf 1 januari 2026 ontvangen stagiaires een vergoeding van € 350,00 per maand op fulltime basis.
Met ingang van 2026 kan hiervoor schaal 87 trede 01 worden gebruikt en hoeft de stagevergoeding niet langer via het nominaal salaris te worden ingevoerd.


Vergoeding vakbondscontributie

Op verzoek van de werknemer vergoedt de werkgever vanaf 2026 netto de vakbondscontributie voor FNV Zorg en Welzijn en CNV die de werknemer heeft betaald. De werknemer overlegt een bewijs van betaling. De werkgever kan daartoe gebruik maken van de mogelijkheid om de contributie ten laste van de vrije ruimte te brengen. Uitbetaling kan op loonfactor 333: Contributies.

4.7 Cao VVT (& KNR)

Wijzigingen per januari 2026.


ORT-regeling

De vergoeding voor het werken op onregelmatige tijden wijzigt met ingang van 1 januari 2026. De vergoedingspercentages voor het werken tussen 22:00 en 06:00 uur op maandag tot en met zaterdag worden verhoogd. De percentages per loonfactor worden:

Loonfactor

2025

2026

008

22%

22%

009

38%

38%

010

44%

47%

011

49%

52%

012

60%

60%

De tijdstippen waarop de vergoedingen van toepassing zijn wijzigen niet. Dit betekent dat planningsapplicaties de aan te leveren coderingen niet hoeven aan te passen.

Extra beloning werkdagen

Werkgever en werknemer moeten jaarlijks afspraken maken over het aantal werkdagen per week. In de cao zijn hiervoor normen vastgelegd, afhankelijk van het aantal contracturen. Wanneer een werknemer in een week méér dagen werkt dan het afgesproken aantal, heeft hij of zij recht op een vergoeding van € 25,00 per extra werkdag.

Contracturen per week

 Maximaal aantal werkdagen

≤ 15 uur

3 dagen

15,01 - 24 uur

4 dagen

> 24 uur

5 dagen

Deze vergoeding geldt niet in de volgende situaties:

·        Nul-uren-, oproep- of min-maxcontracten

·        Een regie-arbeidsovereenkomst (art. 2.4 cao)

·        De functie Hulp bij het Huishouden (art. 4.2.2 lid 4 cao)

·        Dagen waarop de werknemer ziek is, vakantie heeft of verlof opneemt

·        Uitsluitend telefonische achterwacht, bereikbaarheids-, consignatie-, slaap- of aanwezigheidsdiensten

Dagen waarop een organisatie gerelateerde cursus of vergadering plaatsvindt, worden wel als werkdagen aangemerkt.

De extra werkdagen kunnen automatisch worden aangeleverd vanuit SDB Planning of handmatig worden ingevoerd via loonfactor 096: Extra werkdagen.

De uitbetaling bedraagt het aantal extra werkdagen maal € 25,00 en verloopt via loonfactor 219: Vergoeding extra werkdagen. Deze vergoeding wordt belast tegen het bijzonder tarief.


4.8 Cao Ziekenhuizen

Wijzigingen per januari 2026.


Maximum uurloon onregelmatigheidstoeslag

De vergoedingsgrondslag voor de onregelmatigheidstoeslag wordt per 1 januari verhoogd naar inpassingstabelnummer 36 (was 32).

De aanpassing wordt automatisch door SDB verwerkt in de jaarovergang en betekent dat het maximum ORT-uurloon stijgt van € 28,53 naar € 30,85.

Wijzigingen per 1 februari 2026

Naast bovengenoemde wijziging staan per 1 februari nog een salarisverhoging en aanpassing in de reiskosten woon-werkverkeer op de planning. De status van deze aanpassingen wordt via het cao-kanaal in onze kennisbank gecommuniceerd.







    • Related Articles

    • Jaarovergang BPO Salaris 2025 / 2026 Overzicht & Instructies

      Jaarovergang BPO Salaris 2025 – 2026 Overzicht & Instructies Het moment komt dichterbij waarop de salarisadministratie van 2025 wordt afgesloten en het nieuwe salarisjaar 2026 wordt geopend. Om dit proces soepel te laten verlopen, vragen wij aandacht ...
    • Draaiboek Jaarovergang 2024/ 2025

      Voorwoord De feestdagen staan weer voor de deur. Een gezellige periode, maar voor de salarisadministratie ook een hele drukke periode! SDB streeft ernaar om je zo goed mogelijk te ondersteunen bij de jaarovergang. Met dit draaiboek informeren wij je ...
    • Draaiboek jaarovergang SDB HR / SDB Salaris 2023/2024

      Met dit draaiboek informeren wij u over alle data, acties en procedures die van belang zijn voor de jaarovergang. Ook geven wij u tips over zaken waar u extra op kunt letten. Zie het document in de bijlage voor meer informatie.
    • Aanvullende informatie jaarovergang 2024-2025

      Het moment is daar waarop de salarisadministratie van 2024 wordt afgerond en het nieuwe salarisjaar 2025 wordt geopend. Om dit proces goed te laten verlopen vragen wij je aandacht voor de jaarovergang en de wijzigingen per 2025. AFRONDING 2024 EN ...
    • Verlof recht overzicht

      Verlofsoort Loonfactor Verlof opbouw Ontvangsten werknermer Kosten Synoniemen Verlof recht Start opname termijn Opname termijn Relatie tot kind Zwangerschaps- en bevallingsverlof 117 Ja 100% WAZO 16 wkn Verwachte bevallingsdatum - 6 wkn 30 wkn Moeder ...